PortretTom Pidcock
Tom Pidcock, een sterke kop op een sterk lijf
Veldrijden, mountainbiken en koersen op de weg. Tom Pidcock verwisselt van fiets zoals u en ik van ondergoed. Het legt het Britse toptalent geen windeieren, met als hoogtepunt olympisch goud in het mountainbike in Tokio. What’s next? Eindwinst in de Vuelta? Neen, klinkt het resoluut.
“Komt het nog wel in orde, Kurt?” We zijn zondag 4 juli 2021, drie weken voor de Olympische Spelen. Tom Pidcock zit in zak en as na een teleurstellende wedstrijd in Les Gets. Op weg naar huis vraagt hij zich af of het vele werk wel zal lonen. Op 31 mei rijdt een wagen hem van de baan en loopt hij een gecompliceerde sleutelbeenbreuk op. Zijn revalidatie wordt een race tegen de klok. “Natuurlijk waren er twijfels”, blikt zijn trainer Kurt Bogaerts terug. “Niet alleen was er de breuk, we zitten nog steeds in een pandemie. Sommige atleten lieten zich bewust niet vaccineren omwille van de bijwerkingen (zoals Remco Evenepoel, die pas na de Spelen zijn prik liet zetten, AB), maar wij kozen wel voor bescherming en de bijbehorende spuiten. Telkens voelde Tom zich daarna toch zo’n twee à drie dagen niet al te best. Dat lijkt peanuts, maar dat is het niet. Een topsporter wil zich goed voelen in aanloop naar een topprestatie.”
De wedstrijd staat gepland op 26 juli. “Het was bijzonder zwaar en er waren discussies op training. Dagen dat hij het echt niet meer zag zitten omdat hij zo hard moest afzien. Maar ik bleef hem motiveren. Ik had een ommekeer ingecalculeerd op 19, 20 of 21 juli”, doet Bogaerts uit de doeken. “Een van die dagen ga je me een bericht sturen dat je in orde bent, vertelde ik hem.” En inderdaad, op de 21ste volgde het verlossende bericht.
De rest is geschiedenis. Mathieu van der Poel tuimelde van een onzichtbare plank, Pidcock navigeerde foutloos naar goud. Bogaerts prijst de vechtlust van zijn poulain. “De voorbije twee maanden weerspiegelen wie Tom is. Hij is heel extreem. Hij kan zeer diep gaan om zich op te laden, grenzen te verleggen en iets te realiseren, ook na een tegenslag. Hij heeft getoond dat hij niet alleen talent heeft, maar dat er ook een sterke kop op dat lijf staat.”
En een kop met een sterk gedacht. Al kon je dat niet afleiden uit interviews met hem in 2017, 2018 of 2019. Onderwerp, werkwoord en gezegde, adjectieven kwamen er niet bij te pas. Korte antwoorden in een Brits dialect dat amper verstaanbaar was. De olympisch kampioen is nog steeds geen praatjesmaker, maar komt wel al beter uit zijn woorden. “Hij gaat graag in debat, hij weet wat hij wil”, vertelt Bogaerts, “zo is hij heel milieubewust. Op een bepaald moment is hij met zijn familie bomen beginnen te planten.” Pidcock zelf moest op die dag van zijn coach trainen in Spanje, moeder Sonja en vriendin Beth zorgden voor de aanplant van 250 bomen in 2019. “Tom is zich bewust van zijn ecologische voetafdruk door zijn vele vliegtuigtrips”, aldus Sonja bij Cycling Weekly. “Hij compenseert zijn CO2-uitstoot, maar hij wilde nog iets extra’s doen. Met de opbrengst van een oud truitje planten we deze bomen. Het is een kleine bijdrage, maar alle beetjes helpen.”
Baby-Giro
Eco-Tom, maar vooral ook gouden Tom. Na zijn medaille in Tokio volgden enkele festiviteiten in eigen gouw in Yorkshire. Pas sinds maandag vertoefde hij opnieuw in zijn tweede thuis in Andorra, want Monaco zegt hem niets. Daar werkte hij enkele trainingen af, woensdag reisde hij door naar de Vuelta.
Er wordt veel van hem verwacht in de Vuelta, die vandaag start, zeker na zijn prestaties bij de beloften. Zo won hij vorig jaar de baby-Giro. Vraag is: zal de olympisch kampioen na het mountainbiken ook de Vuelta naar zijn hand zetten? Volgens zijn coach is het antwoord ronduit neen. “Onmogelijk. Het is zijn eerste grote ronde en hij heeft amper trainingen in de benen”, verklaart hij. “Na de Spelen is de riem er volledig afgelegd. Hij heeft wel een beetje gesport, maar toegegeven: hij zat meer aan de feesttafel dan op zijn fiets. En dat moet ook. Hij heeft iets unieks gerealiseerd, daar moet je van genieten.”
Ploegmaat Geraint Thomas bleef na zijn Tour-zege in 2018 maandenlang van de fiets, liep rond met een zichtbaar buikje in de winterperiode en keerde pas terug op niveau na tien maanden. Zo’n vaart loopt het bij Pidcock niet. De alleskunner frequenteerde geen discotheken en dronk zich geen stuk in de kraag.
“Dat ligt niet Toms aard”, zegt de coach. “Ik gaf hem de raad om de voorbije weken zijn ‘voeding los te laten’, maar dat viel hem moeilijk. Het is enkel onder druk van zijn omgeving dat hij een paar keer van een uitgebreide keuken heeft geproefd. Zelf leeft hij heel sober. Pas op, hij eet veel, ik word soms duizelig als ik hem zie eten, maar dat is vooral kwaliteitsvoeding: veel pasta, veel groenten, een goede steak, een goede zalm, daar staat geen maat op. Wijn of champagne? Amper. Je kan hem alleen plezier doen met een goeie gin-tonic, maar na twee glazen is hij wellicht perte totale (lacht).”
Maar we wijken af. Wat met zijn ambitie voor de Vuelta? “Ik zie hem in de eerste week wel wat tijd verliezen”, verrast de coach. “Dat zou ideaal zijn. Dan kan hij in alle rust koersen en daarna in een perfect ondersteunende rol fungeren. Hij moet groeien in deze Vuelta, sterker worden, met het oog op het WK in Vlaanderen, zijn volgende doel. Vergeet niet, het is pas zijn eerste grote ronde. Hij moet ervaring opdoen, nagaan waar je rust kan nemen in zo’n koers, stelen met de ogen van zijn kopmannen en wie weet eens een gooi doen naar een ritzege, maar het is zeker geen must.”
Geen stappen overslaan
Maar tikt intussen de klok niet ongenadig verder? Egan Bernal won de Tour op 22-jarige leeftijd en bracht dit seizoen de Giro op zijn naam. Tadej Pogacar wordt eind september 23 en heeft al twee Tour-zeges op zak. Pidcock is 22. “Het doel op de lange termijn is om van Tom een ronderenner te maken,” is het duidelijke antwoord, “maar we slaan geen stappen over. We doen het rustig aan, niet fanatiek, want dan boet hij in op explosiviteit en kost hem dat winst in de klassiekers. Hij zit nu in een fase in zijn carrière dat zijn uitstappen offroad (cross en mountainbike, AB) hem helpen in de klassiekers. Nog zeker tot en met 2024 zal hij de drie disciplines combineren. Uiteindelijk won hij met de Brabantse Pijl nog maar één semiklassieker, hij wil nog veel op zijn palmares. Tegelijkertijd laten we hem regelmatig trainen met de tijdritfiets, moet hij aan die skills schaven die nodig zijn in een grote ronde.
“Verder start hij de komende jaren in andere meerdaagse rittenkoersen om aan zijn recuperatie te werken. Intussen blijven we kijken naar de evolutie van de concurrentie. Die jonge gasten zijn nu heel hongerig en scoren in de grote rondes, maar misschien maken zij wel de omgekeerde stap? Misschien zijn ze over vier, vijf jaar verzadigd van het rondewerk en willen ze heersen in de klassiekers? Kijk naar Pogacar. Hij zou normaal de Vuelta rijden, maar kiest nu toch voor een ander pad en wil zich klaarstomen voor het WK, ook al is dat op een klassiek parcours. Dat typeert deze generatie – zij hebben voortdurend nieuwe uitdagingen nodig om gemotiveerd te blijven.”
Verwachtingspatroon
Dus neen, de coach maakt zich geen zorgen over het groeiproces van zijn kopman, temeer omdat ronderenners in het verleden vaak pas op hun 26, 27 tot volle wasdom kwamen. “Waarom zou dat nu anders zijn?”, eindigt Bogaerts. “Het enige waar ik bang voor ben, is het hoge verwachtingspatroon. Er is veel geloof in Tom, in zijn kansen voor deze Vuelta, maar dat is onterecht. Ik voorspel dat sommigen na de Vuelta misschien gaan zeggen: ‘Oei, die Pidcock is toch geen ronderenner’. Dat mag hem niet raken, hij moet gewoon rustig groeien en zich niet uit zijn lood laten slaan.”