NieuwsOost-Afrika
Tienduizenden Masai moeten wijken voor ‘elite-toerisme en trofeeënjacht’
Tanzania wil nieuwe natuurparken aanleggen naast de Serengeti. De Masai, die hier al eeuwen wonen, moeten gedwongen weg. Maar zij pikken dat niet.
De Tanzaniaanse regering wil van de migratieroute van gnoes, zebra’s en olifanten een groot natuurpark maken. De consequentie is dat zo’n 167.000 Masai op korte termijn van hun voorouderlijk land verdreven worden en hun traditionele levensstijl als veehouders in gevaar komt.
In diverse petities roepen de in traditioneel rood geklede lange mannen en vrouwen van de Masai de internationale gemeenschap op actie te ondernemen tegen de regeringsplannen. Toeristen vragen ze om niet meer naar het noorden van Tanzania, naar de Serengeti, te komen. “Ons land is niet te koop”, laten de Masai weten. Het plan tot ontruiming van de veegronden van de Masai kent inmiddels een lange geschiedenis, maar komt sinds begin dit jaar ineens heel dichtbij.
De migratieroute voor het wild loopt van Masai Mara in het noorden van Kenia over de grens naar het beroemde natuurpark de Serengeti in Tanzania, en via Loliondo naar het zuidelijk gelegen beschermde natuurgebied Ngorongoro. In Loliondo wonen 70.000 Masai die daar weg moeten en in Ngorongoro 97.000, die daar al vele tientallen generaties leven. Zij worden gedwongen te verhuizen naar de randen van deze gebieden.
De Tanzaniaanse autoriteiten hebben dit jaar een gebied van 1.500 vierkante kilometer in Loliondo gemarkeerd als het eerste deel van het nieuwe natuurgebied. De Masai weigeren te wijken voor wat zij “het nieuwe elitetoerisme en de trofeeënjacht” noemen. De Masai hebben machtige tegenstanders. Zo staan de internationale organisatie voor natuurbeheer (IUCN), de werelderfgoedorganisatie van de Verenigde Naties (Unesco) en andere internationale organisaties achter de plannen voor een nieuw groot natuurgebied, waarvan de Masai de dupe dreigen te worden. Het moet in onderling overleg goed worden opgelost, is de bezwerende mantra van ngo’s.
Ervaringen uit het verleden geven de Masai weinig vertrouwen. In 2009 en 2017 zijn Masai-dorpen met veel geweld ontruimd, vee werd geconfisqueerd en huizen in brand gestoken. Een rechter verbood de ontruimingen. Het vonnis geldt nog steeds, maar opnieuw wordt gepoogd de Masai gedwongen te verhuizen uit hun traditionele leefgebied, zonder een goede oplossing.
De machtigste opponent van de Masai zijn de heersers van de Verenigde Arabische Emiraten. De familie van sjeik Mohammed bin Rashid Al Maktoum, de emir van Dubai, is naar verluidt de eigenaar van de Otterlo Business Corporation (OBC). Dat safaribedrijf heeft sinds de jaren negentig exclusieve jachtrechten in een gebied van zo’n 400.000 hectare, dat loopt van de grens met de Serengeti door Loliondo naar Ngorongoro. OBC betaalt de Tanzaniaanse regering goed voor dit privilege en wil zo snel mogelijk natuurparken maken van deze regio’s.
Mogelijk ook andere trofeejagers toegelaten
In het verleden jaagden honderden leden van de familie een paar maanden per jaar in het OBC-gebied. Mogelijk zouden nu ook andere trofeejagers, die er stevig voor betalen, worden toegelaten. De hele zaak rond het safaribedrijf Otterlo blijft mistig. De jachtvergunning voor de onderneming is in 2017 ingetrokken, maar het is onduidelijk of het jachtverbod nageleefd wordt.
Het noorden van Tanzania staat onder grote druk door de groei van de Masai-bevolking en de aanhoudende droogte, waardoor de weidegronden er steeds slechter bijliggen. Tegelijk heeft dat negatieve consequenties voor het wild. Vee en wild concurreren om voedsel en water. Zelfs boeren uit Kenia zijn de grens met Tanzania de afgelopen jaren met hun vee overgestoken op zoek naar groen gras. Veeboeren wagen zich ook vaker in de Serengeti, die voor hen verboden terrein is.
Een groot beschermd natuurgebied, dat de migratieroute van het wild omvat, is goed voor de ecologische diversiteit, maar ook voor de Tanzaniaanse inkomsten uit het safaritoerisme. Nu al rijden de jeeps volgepakt met natuurliefhebbers in een grote file achter elkaar door de Serengeti om leeuwen, luipaarden, antilopen, buffels en olifanten te zien. Uitbreiding met de naastliggende gebieden neemt de druk weg van de Serengeti en er kunnen meer toeristen op safari in Tanzania.
Masai moesten al eerder een keer vertrekken
Tot nu toe lijkt het erop dat de rekening van dit plan bij de Masai wordt neergelegd. Zij hebben al zo’n operatie achter de rug: in 1959 moesten ze vertrekken uit de Serengeti, dat een wildpark zonder bewoners werd. De Masai weten dat afspraken van toen nauwelijks zijn nagekomen en dat zij de prijs betaalden voor de creatie van een van de mooiste natuurgebieden ter wereld.
De Masai zien de oplossing in ecotoerisme, waardoor zij in hun gebieden kunnen blijven wonen, voor het natuurbeheer zorgen en eraan verdienen. Vooralsnog ziet het er niet naar uit dat aan deze optie wordt gewerkt. Veel Masai vrezen door een gedwongen verhuizing hun inkomstenbronnen te verliezen, samen met hun eeuwenoude tradities.