ReportageMyanmar
Tienduizenden betogen in Myanmar, ondanks dreiging leger: ‘De wereld moet weten wat hier gebeurt’
Een week na de coup in Myanmar blijven demonstranten de straat opgaan. Ze eisen dat de afgezette regeringsleider Aung San Suu Kyi wordt vrijgelaten en vragen dat het buitenland hen steunt.
“Moet je kijken hoeveel mensen de straat op zijn gegaan. Neem je dit wel allemaal op?” De Myanmarese activist Ko Bo Kyi (56) richt zijn telefoon dinsdagochtend vanuit zijn auto op de lange sliert demonstranten in het centrum van Yangon, de grootste stad van het land. Te zien is hoe vooral jonge demonstranten bezit hebben genomen van straten, voetpaden en parkjes. Sommigen dragen protestborden, overal klinkt getoeter van scooters en auto’s.
Dinsdag waren in Myanmar steden als Yangon, Mandalay en de hoofdstad Nay Pyi Taw wederom het toneel van massaprotesten tegen het leger, dat vorige week een coup pleegde door het parlement te ontbinden en regeringsleider Aung San Suu Kyi gevangen te zetten. Verschillende groepen werknemers, onder wie leraren, medisch personeel en ambtenaren, legden het werk neer.
Waterkanonnen
Een dag eerder had het leger geprobeerd de protesten de kop in te drukken door bijeenkomsten met meer dan vijf mensen te verbieden. De demonstranten kwamen toch. De politie zette waterkanonnen, traangas en rubber kogels in. Agenten vuurden waarschuwingsschoten af en zouden een enkele keer op demonstranten hebben geschoten. Meerdere mensen moesten naar het ziekenhuis. Een vrouw met een hoofdwond verkeerde in kritieke toestand. Tientallen betogers werden opgepakt.
Het doet Bo Kyi denken aan hét moment van zijn protestgeneratie: augustus 1988. Toen braken in Myanmar grootschalige studentenacties uit tegen de dictatuur. De beweging werd een maand later hardhandig neergeslagen, waarbij duizenden doden en gewonden vielen. Oppositieleider Suu Kyi werd later onder huisarrest geplaatst. Activist Bo Kyi zat het grootste gedeelte van de jaren 90 in de gevangenis. Het leven in zijn piepkleine, eenzame cel was een marteling. “Lezen of schrijven was verboden. De meeste dagen gingen traag voorbij zonder dat ik ook maar iemand zag. Ik verveelde me en ik was eenzaam.”
Na zijn vrijlating in 1999 vluchtte Bo Kyi het land uit, pas vorig jaar keerde hij terug. Op 8 december kreeg hij de Myanmarese nationaliteit terug. Met enige trots ziet hij nu hoe een nieuwe generatie de fakkel heeft overgenomen. Afgelopen weekend gingen tienduizenden mensen de straat op, hoewel het leger het internet plat had gelegd. “Ik heb heel veel respect voor hen. Ze zijn slim en maken goed gebruik van de nieuwe technische mogelijkheden. In 1988 hadden we geen mobiele telefoons en internet. Communiceren was het grootste probleem.”
Bo Kyi strijdt met zijn organisatie Assistance Association for Political Prisoners voor het lot van politieke gevangen in Myanmar. Dat is maar al te actueel. Sinds de coup van vorige week zijn meer dan 150 mensen opgepakt. “Dagelijks verdwijnen er mensen. Maandag werd voormalig politiek gevangene Myint Htay gearresteerd. Zijn familie weet nog steeds niet waar hij is.”
Geen wonder dat de angst er bij de activistenleiders goed in zit. Veel sms’jes en e-mails blijven onbeantwoord, interviewafspraken worden op het laatste moment afgezegd. Waarom durft Bo Kyi wel? “Het is nodig dat de wereld weet wat hier gebeurt”, zegt hij. “Wij doen wat we kunnen, maar we hebben ook hulp nodig van het buitenland.”
‘Agressieve sancties’
Volgens Bo Kyi kan de EU helpen door agressieve sancties tegen de aan het leger gelieerde bedrijven af te kondigen. Daarnaast moet het regime zoveel mogelijk geïsoleerd worden. Nieuw-Zeeland gaf dinsdag het voorbeeld door alle politieke contacten met het land op te schorten. Een Singaporees bedrijf kondigde aan zijn investeringen terug te trekken.
In Myanmar leek de afgelopen jaren een periode van voorzichtige democratisering aan te breken. In 2015 deed het leger een stapje terug en werden voor het eerste vrije verkiezingen georganiseerd. Die werden met overmacht gewonnen door de Nationale Liga voor Democratie van Suu Kyi. Afgelopen november won de NLD opnieuw ruim. Vorige week zou het nieuwe parlement voor het eerst bijeenkomen.
Bo Kyi heeft geen bewijs, maar denkt dat het leger wordt gesteund door buurland China, dat in ruil daarvoor meer invloed krijgt. Volgens de activist wil Peking het land gebruiken als militaire uitvalsbasis om zo zijn invloed in de regio te vergroten. En met autoritaire regimes kan het nu eenmaal makkelijker zaken doen dan met een democratisch verkozen burgerregering.
Alleen al dat is volgens de ervaren activist een reden om in verzet te komen. Voor hij uitstapt, kijkt hij zelf nog even in de camera, doet zijn mondkapje af en zegt: “Onthoud dit: als de democratie hier faalt, dan faalt ze wereldwijd.”