Woensdag 22/03/2023

AchtergrondThibaut Courtois

‘Thibaut was groot, en hij had aanleg voor álles. Die veelzijdigheid maakte hem toen al onoverwinnelijk’

null Beeld AFP
Beeld AFP

Als hij niet was gezakt in het laatste jaar van de middelbare school, was hij geen kampioen geworden met Racing Genk, was Chelsea hem niet komen halen, en won hij zaterdag niet de Champions League met Real Madrid, om er ook de ‘Man van de match’-trofee in de wacht te slepen. Hoe de winnaar van de Tuinspelen in Bilzen uitgroeide tot – vooruit dan maar – de beste doelman van de wereld: de wonderjaren van Thibaut Courtois.

Jan Hauspie

Hendrik Brulmans staat op, zoekt het juiste plekje en wijst dan met zijn vinger over de haag. “Kijk, daar woont de familie Courtois. In dat huis met het nieuwe dak. Hoever is dat? 50 meter? Hiernaast woonde nog een goeie voetballer. En bij de overburen waren ze met drie jongens – óók voetballers. Die klauterden dan allemaal over de draad. (lacht)

“Jaja, hier zijn stevige matchkes uitgevochten. En altijd in onze tuin, want die was het grootst. Daar in de hoek staat het grote metalen doel nog. Het andere had ik met houten palen tegen het grote speeltuig getimmerd.”

Dat speeltuig is al lang weg; er staat nu een kloek tuinhuis. Brulmans, een geboren en getogen Bilzenaar, net als Thibauts moeder Gitte, gaat weer zitten.

Hendrik Brulmans: “Gitte heeft altijd iets verderop gewoond. Vader Thierry is van Esneux, nabij Luik, niet zo ver van hier. Door het volleybal is hij in Bilzen terechtgekomen en heeft hij Gitte, die ook volleyde, leren kennen. Zij is kinesist, en ik ben een paar keer bij haar in behandeling geweest. Maar we hebben elkaars deur nooit platgelopen. Zo zijn de mensen hier: ze dringen zich niet op.”

Behalve een voetbaltrainer met een lange staat van dienst is Brulmans ook de vader van twee zonen: Jens zat samen met Thibaut in de klas, maar de twee jaar jongere Seppe zou Thibauts boezemvriend worden – en blijven. Vandaag voetbalt Seppe bij DUX Internacional de Madrid, een club in de Spaanse derde klasse die in handen is van DUX Gaming, het e-sportbedrijf waarin Thibaut aandelen heeft. Wonen doet de 28-jarige middenvelder in een huis van zijn wereldberoemde vriend in de groene rand van Madrid.

Seppe Brulmans: “Thibaut woonde bij ons om de hoek, aan de Tuinweg. Tijdens de zomervakantie was dat een speelstraat, auto’s mochten er dan niet in. Alle kinderen uit de buurt stroomden dan samen. Van ’s morgens tot ’s avonds ravotten en fietsten we, sprongen we op de trampoline en bouwden we kampen. Bij Thibaut thuis hadden ze een volleybalveld en een zwembad, pingpongen deden we bij een ander vriendje in de garage, en om te voetballen verhuisden we met de hele bende naar onze tuin.”

Hendrik: “Op het internet kun je nog altijd de filmpjes van de YardBrooz vinden – de ‘tuinbroeders’, zeg maar. Ze speelden doelpunten na die ze op tv hadden gezien en filmden dat met een oud fototoestel van mij. De filmpjes zetten ze online, waar ze dus nog altijd vrolijk circuleren.”

Seppe: “De naam YardBrooz kwam uit de koker van Jens, en ook het YouTube-kanaal had hij aangemaakt – nu doet iedereen dat, toen was het nog vrij uitzonderlijk. Ik herinner me een jaar dat er prijzen te winnen waren door doelpunten van het WK na te spelen. De beste inzendingen werden beloond. Nooit iets gewonnen, natuurlijk. (lacht)

Hendrik: “Let er maar eens op: meestal zie je Thibaut niet in het doel staan maar met de bal jongleren en trappen.”

Seppe: “Hij voetbalde gewoon te graag. Nu, ons kwam dat goed uit: soms hadden we een linksvoetige nodig om een doelpunt na te bootsen. Daar hadden we Thibaut dan voor.”

Het was een vrolijke bende, daar in en rond de Tuinweg. In 2005 vonden er eenmalig de groots opgezette Tuinspelen plaats, een soort Olympische Spelen op kindermaat.

Hendrik: “Jens heeft dat evenement in elkaar gestoken. Ze deden van alles: fietsen, trampolinespringen, penalty’s trappen en enkele zelfbedachte proeven. Tijden werden geklokt, punten toegekend. En op het eind werden medailles uitgereikt. Alle deelnemers kregen een speciaal truitje, met een logo dat we erop hadden gestreken.”

Seppe: “We waren met tien, misschien wel vijftien kinderen. Jongens, maar ook meisjes, en van alle leeftijden.

“Thibaut eindigde als eerste, zijn broer Gaétan was tweede, ik derde. Doordat Thibaut en ik al vrij vroeg bij Genk speelden, waren we iets competitiever dan de anderen.

“Thibaut was ook groot, en hij had aanleg voor álles. Die veelzijdigheid maakte hem toen al onoverwinnelijk.”

Hendrik: “Wat ook opviel, was hoe hij zich bij het voetballen over zijn jonge broer ontfermde: Gaétan kon zichzelf niet altijd goed inschatten, en Thibaut beschermde hem dan. Uit broederliefde.”

Seppe: “Zo ken ik hem nog altijd: als iemand die voor anderen zorgt.”

Op de Tuinspelen in 2005 in Bilzen. Beeld rv
Op de Tuinspelen in 2005 in Bilzen.Beeld rv

Niet als Kevin

Ten tijde van de Tuinspelen was Thibaut Courtois Bilzen al aan het ontgroeien. Hij was 7 toen Racing Genk hem opmerkte bij Bilzerse VV. Als veldspeler, niet als doelman. Gilbert Roex, de stille kracht achter de befaamde Genkse keeperschool, zou hem de knepen van het keepen bijbrengen.

Gilbert Roex: “Thibaut was een linksachter. Een getalenteerde, dat zeker – anders hadden onze scouts hem niet opgemerkt. Pas later dat seizoen, op het jaarlijkse keeperskamp met Pasen, hebben we hem als keeper ontdekt. Hij wilde graag meedoen, en het viel me meteen op: zijn oog-hand- en hand-voetcoördinatie waren bovengemiddeld goed. Dat zie je zelden bij kinderen. Dat had ongetwijfeld met de volleyachtergrond van zijn ouders te maken.”

Seppe: “Het gebeurde vaak dat ik bij hen thuis langsging en ze met het hele gezin aan het volleyen waren in de tuin.”

Hendrik: “Hun vakanties brachten ze altijd door aan de Middellandse Zee, op een camping. Ook daar volleybalden ze.”

Roex: “Na dat keeperskamp zijn we Thibaut afwisselend als doelman en veldspeler gaan opstellen. Enerzijds omdat wij van keepers eisen dat ze altijd aanspeelbaar zijn en dus mee moeten kunnen voetballen. Anderzijds omdat we huiveren voor wat je vaak ziet in het jeugdvoetbal: keepers die amper een bal hun kant op zien komen en dus geen verdriet of opwinding ervaren, die het spel niet beléven. Zijn ouders hebben zich daar nooit tegen verzet. Zij wilden maar één ding: dat Thibaut deed wat hij graag deed. Was dat in de goal staan? Geen probleem.”

Hendrik: “In Bilzen wonen veel Genk-supporters: het betekent daar wel iets als je naar Genk kunt gaan. Maar Thibaut is nooit een haantje-de-voorste geweest.

“Kijk, hier heb ik een filmpje van het feestje voor Jens’ zesde verjaardag: je ziet Thibaut rondlopen, maar horen doe je hem niet.”

Seppe: “Hij is nog altijd één van ons. Hij is zich nooit anders gaan gedragen.”

Roex: “Thibaut was een normale jongen. Speels. Zeker niet verlegen. Maar zodra hij op het trainingsveld stond, legde hij een grote ernst aan de dag. Die drive om beter te worden, zag je vanaf het prille begin. Iets wat hem, vermoed ik, met de paplepel is ingegeven: zijn vader was ook een winnaar.”

Na de lagere school ging Courtois naar de topsportschool van het Sint-Jan Berchmanscollege in Genk, waar Hendrik Brulmans en Gilbert Roex lesgaven.

Hendrik: “Die zomer waren ze weer eens aan het sjotten in de tuin. Thibaut in zijn Genk-uitrusting, zoals meestal. Ik wilde eens zien hoe goed hij al was en trapte een paar penalty’s: ze vlogen er nogal makkelijk in. Miljaar, dacht ik, daar is nog werk aan. Niets liet me vermoeden dat daar een uitzonderlijk talent stond.

“Met de 15-jarige Kevin De Bruyne, die ik ook heb getraind bij Genk, had ik dat wél. Hij gaf al voorzetten die je alleen bij Manchester United en David Beckham zag. Alleen was er bij ons vaak geen spits om het af te maken. Dat frustreerde Kevin weleens. (lacht)

Roex: “Toen Thibaut 12 was, zijn we begonnen aan een traject waarmee hij zich uitsluitend als keeper zou ontwikkelen.”

Doorsturen maar?

Dat traject zou Courtois samen met Koen Casteels afleggen. Casteels was even oud en een groot talent. Groter dan Courtois, ook letterlijk. Hij werd geselecteerd voor de nationale jeugdelftallen, Courtois niet.

Roex: “Koen had een vroege groeischeut gehad en was ook forser gebouwd. Dan imponeert een keeper sneller, hè. Maar bij Genk hebben we lengte nooit als een doorslaggevende factor beschouwd. We keken wel naar de ouders: als die groot zijn, is de kans groot dat hun kinderen het ook zullen worden. Bij Thibaut zat dat goed.”

Op zijn 15de schoof Courtois door naar de leeftijdsgroep die werd getraind door Hendrik Brulmans.

Hendrik: “Rond die tijd werd serieus aan Thibaut getwijfeld, en dat boezemde me angst in. Stel je voor dat hij weg moest: dan zou ík, zijn buurman, hem dat moeten vertellen.”

Roex: “Bij de jeugd geven wij elke doelman evenveel speeltijd. In het hoofd van een kind kijken is moeilijk, maar door de dominantie van Koen miste Thibaut misschien toch wat zelfvertrouwen. In ieder geval is toen intern twijfel gerezen. Ze hebben zelfs op het punt gestaan hem door te sturen. Daar heb ik me tegen verzet, en gelukkig maar. Vanaf zijn 15de begon Thibauts groeispurt: hij zou net geen 2 meter worden, net als Koen. Zo zie je maar.”

Hendrik: “Dat moeilijke gesprek is er dus nooit gekomen. Tijdens de jaarlijkse evaluatie discussieerden Thierry Courtois en ik alleen over Thibauts flankballen, waar vaak opmerkingen over kwamen. Thierry kreeg het daarvan op zijn heupen: ‘Trainen ze daar dan niet op?!’”

Roex: “(lacht) Thierry stoorde zich in het algemeen aan het aantal trainingsuren: dat mochten er méér zijn, vond hij, zoals in het volleybal. Maar ik legde hem uit dat voetbal een contactsport is en een doelman voortdurend op de grond valt. Dat vereist enige voorzichtigheid – wat hij begreep.

“Nu, technisch was Thibaut uitmuntend. En hij las het spel goed: nadat hij een bal gevangen had, zag hij in de opbouw al meteen dingen die andere keepers niet zagen. Neem daarbij zijn goede coördinatie, zijn lenigheid en prima sprongkracht, en alles was aanwezig om in Genk te blijven groeien. Dat moet je een minder jaartje voor lief kunnen nemen.”

Als 16-jarige keeper bij Racing Genk. Beeld rv
Als 16-jarige keeper bij Racing Genk.Beeld rv

13 centimeter

Thibaut Courtois was net geen 17 toen zijn grote debuut hem in de schoot viel. Gilbert Roex herinnert zich de datum nog precies: 17 april 2009.

Roex: “Hij had nog nooit met de A-kern getraind. Davino Verhulst was geschorst, Sem Franssen geblesseerd en Koen Casteels pas hersteld van een gebroken pink. Coach Pierre Denier kon niet anders dan Thibaut voor de leeuwen gooien. Guy Martens, de keeperstrainer van het eerste elftal, heeft nog in allerijl met hem getraind in het stadion. Veel tijd om hem aan de omstandigheden te laten wennen was er niet.”

De wedstrijd tegen AA Gent eindigde op 2-2. Courtois maakte indruk met zijn flegma.

Seppe: “Sommige fases staan me nog haarscherp voor de geest: een bal onder de lat, een kopbal in de linkerbenedenhoek – hij pakte ze. Maar vooral zie ik nog dat manneke tussen de palen staan. Groot maar mager. En met een babyhoofdje. (lacht)

Roex: “Een slungel. Dat krijg je natuurlijk als je 13 centimeter groeit in nauwelijks drie jaar.”

Hendrik: “Thibaut gaf altijd de indruk dat hij er maar wat bij stond. Alsof hij er met zijn gedachten niet bij was. Achteraf gezien was dat een karaktertrek: hij ís gewoon onverstoorbaar. Het zag eruit als een zwakte, maar zou zijn grootste talent blijken.”

Seppe: “Thibaut is mentaal zo sterk! En dát onderscheidt wereldtoppers van alle anderen: of hij nu voor 80.000 man moet voetballen of thuis in de tuin, het maakt hem niet uit. Druk? Volgens mij kent hij dat niet.”

Roex: “Ik heb met keepers gewerkt wier spel boordevol emotionaliteit zat. Die te veel bezig waren met randzaken: het publiek, de tegenstander, de scheidsrechter. Ze verloren er hun concentratie door, dachten niet meer na. Thibaut blijft in alle omstandigheden kalm, en hij stopt nóóit met nadenken. Ongedwongen aan een wedstrijd beginnen: hij heeft het nooit hoeven te leren, ook die dag tegen Gent niet. Stress is hem vreemd.”

Hendrik: “Van wie hij die cool heeft? In ieder geval niet van Thierry, die als volleyballer uit zijn slof kon schieten. Dat zelfbewuste trekje heeft Thibaut wél gemeen met zijn ouders: ‘Hier sta ik en de rest kan de boom in!’ Gaétan en Valérie, zijn oudere zus, hadden dat ook.”

Roex: “De wedstrijd tegen Gent heeft hem het duwtje gegeven dat hij nodig had: ‘Ik ben wél goed genoeg.’ Daarna moest hij weer met de beloften spelen, maar hij mocht af en toe meetrainen met de A-kern en is hard blijven werken. Geen moment is hij naast zijn schoenen gaan lopen. Zijn ouders hadden dat ook nooit toegelaten: ze wisten hoe ze moesten omgaan met een kind dat op de rand van de doorbraak stond.”

Hendrik: “Toen Thierry pas in Bilzen woonde, heb ik hem nog aan het werk gezien: altijd legde hij de lat hoog, voor zichzelf en voor anderen. Als iemand alle aandacht voor Thibaut wel kon plaatsen, dan zeker hij. En Gitte ook. Ik heb haar toen een berichtje gestuurd: ‘Let goed op, nu kan het snel gaan.’ Daar heeft ze nog vaak aan teruggedacht, weet ik van haar.”

Toch diende zich op de weg naar boven nog een onverwachte hobbel aan. Aan het Sint-Jan Berchmanscollege maakten ze zich zorgen: Thibauts schoolresultaten gingen er fors op achteruit.

Roex: “Doordat hij vaker met de A-kern mocht meetrainen, miste hij al eens een les. Zijn focus verslapte. Rond Kerstmis hebben we aan de alarmbel getrokken: ‘Zet een tandje bij of het loopt verkeerd af.’ Normaal komen mindere schoolresultaten je op sportieve gevolgen te staan. Maar een jongen die al zo ver staat, ga je niet meer straffen. Je hoopt het recht te trekken door met hem te praten.

“Dat is niet gelukt: in juni was Thibaut niet geslaagd. Zijn ouders hebben daarna beslist om hem niet naar het Duitse Hoffenheim te laten vertrekken – de Duitse club had verregaande interesse. Ze wilden dat hij zijn jaar overdeed en zijn aso-diploma behaalde. Gelukkig maar!”

Seppe Brulmans en Thibaut Courtois met de beker van de landskampioen. Beeld rv
Seppe Brulmans en Thibaut Courtois met de beker van de landskampioen.Beeld rv

Ei in de broek

Gelukkig maar, inderdaad. Opnieuw zou het lot Courtois gunstig gezind zijn. In de zomer van 2010 trok Genk László Köteles aan. De Hongaarse doelman moest de concurrentie aangaan met Davino Verhulst, maar zijn papieren raakten niet tijdig in orde. Omdat Köteles tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen niet speelgerechtigd was en Verhulst geblesseerd was, besloot Genk zijn beide jonge talenten afwisselend op te stellen. Koen Casteels overtuigde niet.

Roex: “In de derde voorronde van de Europa League lootten we het Finse FC Inter Turku. Thibaut speelde, de ploeg plaatste zich – en hij is blijven staan.”

Hendrik: “Dat was verre van vanzelfsprekend. In de club waren ze er helemaal niet gerust op, maar er was geen geld om een nieuwe doelman aan te trekken. Dus hadden ze het erop gewaagd, met een ei in de broek. Pas na vijf weken waren ze op hun gemak. Thibaut had zijn wittebroodsweken overleefd zonder grote fouten te maken. Daarna is hij alleen maar blijven groeien.

“Toen hij op het einde van dat seizoen nog eens bij ons op de topsportschool kwam trainen, ben ik uit pure nieuwsgierigheid achter het doel gaan staan. Ik werd haast van mijn sokken geblazen: vanwaar de ballen ook kwamen, altijd leek hij op voorhand te weten waar ze heen zouden vliegen. Fenomenaal! Voor het eerst zag ik welke buitengewone stappen hij had gezet.”

Op de laatste speeldag had Genk genoeg aan een gelijkspel tegen Standard om de landstitel te veroveren. De jonkies van trainer Frank Vercauteren bogen, maar barstten niet: 1-1.

Roex: “Over de uitblinker was iedereen het roerend eens: Thibaut. Die avond in mei 2011 heeft hij met enkele beslissende reddingen zijn leven en carrière een andere wending gegeven. Genk was kampioen, met dank aan een jongen van 18.”

Seppe: “En aan een buis op school! Hoe vaak we dat niet tegen elkaar gezegd hebben... Thibaut beseft maar al te goed dat dat een sleutelmoment was. Ik hoor het hem nog zeggen: ‘Wie is er nu blij dat hij zijn jaar moet overdoen?!’ (lacht)

“Ik was 16 en behoorde tot de jonge gasten die Vercauteren geregeld mee liet trainen. Door een meniscusoperatie heb ik de titelviering vanuit de tribune beleefd. Minder intens dan Thibaut, zeker. Maar thuis heb ik wel nog het broekje liggen dat hij die avond droeg. Zijn truitje niet, nee. Dat was vast al van zijn lijf gerukt. (lacht)

null Beeld UEFA via Getty Images
Beeld UEFA via Getty Images

Eén dipje

Kort nadat Courtois zijn 19de verjaardag had gevierd met zijn eerste trofee, volgde de verwachte transfer naar het buitenland. Hij tekende een contract voor vijf jaar bij Chelsea, waarna de Londense club hem meteen aan Atlético Madrid verhuurde.

Seppe: “Eigenlijk wilde Chelsea hem aan Genk uitlenen, zodat hij zich verder kon ontwikkelen in zijn vertrouwde omgeving. Zijn ouders stonden daar ook achter. Maar Thibaut zei: ‘Ik wil naar Atlético.’ Hij drukte zijn zin door, en de rest is geschiedenis: hij zou Spaans kampioen worden, de finale van de Champions League spelen en de Zamora-trofee van de Spaanse sportkrant Marca voor de beste doelman winnen.

“Voor hetzelfde geld was hij een jaar langer in Genk gebleven en speelde hij nu in de Bundesliga – ook mooi, maar niet zo mooi als het pad dat hij bewandeld heeft. Dat vind ik zo knap aan Thibaut: dat hij altijd zijn eigen keuzes heeft gemaakt én het ook waarmaakt.”

Roex: “Vaak wijs ik onze jonge keepers op de trajecten van Courtois en Casteels. Koen heeft op cruciale momenten af te rekenen gehad met blessures, is naar Hoffenheim vertrokken en heeft daar eerst bij het tweede elftal in de derde klasse moeten spelen. Thibaut is vrijwel zijn hele carrière blessurevrij gebleven en heeft een sprookje beleefd met maar één dipje – in 2018-2019, zijn eerste seizoen bij Real Madrid. Omdat hij mentaal zo sterk is, is hij dat snel weer te boven gekomen. Kortom, Koen heeft veel harder moeten knokken om de top te bereiken – maar daar kan natuurlijk niemand iets aan doen.”

Madrid en Londen zouden het nieuwe normaal worden voor Courtois. In Bilzen zagen ze hem nog sporadisch.

Hendrik: “Maar als hij op bezoek kwam, stond hij gegarandeerd met zijn Porsche voor onze deur. (lacht) ‘Ah coach, is Seppe er?’ Zo noemde hij mij: coach. Dat vond ik wel chic. En dan gingen ze snookeren of zo. Van een potje voetbal in de tuin was geen sprake meer. Ik ben toen aan dat tuinhuis begonnen.”

Eén sterk staaltje staat de Brulmansen nog haarscherp voor de geest. Thibauts eerste seizoen bij Atlético zat erop en hij was nog eens naar België afgezakt.

Seppe: “Met een handvol jongens uit de buurt zijn we toen op het kunstgrasveld van Bilzen gaan voetballen. Het was al tegen valavond. De poort was gesloten, maar we klommen eroverheen. Plots kwam de conciërge aangelopen. In plaats van weg te rennen, gingen we plat op de grond liggen, maar hij had ons gezien. Hij wilde ons wegjagen – tot hij Thibaut herkende: toen was het goed. (lacht)

Hendrik: “Wat later reed ik er toevallig voorbij. Hey, dacht ik, is dat Thibaut niet? Zoals ik hem daar zag tackelen op leven en dood, in zijn trainingspak van Atlético: niet normaal!

“Toen Seppe thuiskwam, stond ik nog altijd perplex: ‘Is Thibaut gek of zo?’”

Seppe: “(lacht) Hij is niet dom. Tijdens het seizoen zou hij dat nooit doen. Maar als hij straks na de Champions League-finale ineens in België staat en ons ziet voetballen, doet hij weer mee. Zeker weten.”

Twee gunsten

Na drie seizoenen bij Atlético, vier bij Chelsea en nu ook al zijn vierde bij Real, is Thibaut Courtois uitgegroeid tot een absolute wereldster.

Roex: “Dat hij in de Belgische eerste klasse zijn mannetje zou staan, heb ik altijd geweten. Maar dat hij de wereldtop zou bereiken? Als ik dat had kunnen voorspellen, was ik nu miljonair geweest. (lacht)

“Wat me nog het meest met trots vervult, is dat ik hem nog geregeld dingen zie doen die hij bij ons geleerd heeft. Herinner je je die bal van Neymar die hij op het WK tegen Brazilië in 2018 uit de winkelhaak haalde? Met de bóvenste hand, precies zoals wij het hem geleerd hebben.

“Kijk, hij heeft na ons vast nog trainers gehad van wie hij dingen heeft opgestoken. Maar wij hebben de basis gelegd. Alleen die kousen over de knieën, dat heeft hij niet van ons. Dat verboden wij onze jeugdspelers. (lacht)

Roex: “En toch is Thibaut nauwelijks veranderd. Hij gedraagt zich niet als een verwaande vedette. Hij is altijd bereikbaar gebleven.”

Hendrik: “Twee keer heb ik hem om een gunst gevraagd. De eerste was voor iemand die 80 zou worden: of hij een filmpje met felicitaties wilde opnemen. Hij kende de jarige niet, en toch deed hij het – zonder morren. De tweede gunst was er één voor mezelf: een interview met hem voor een clinic die ik zou geven voor Voetbal Vlaanderen.

“Verder laat ik hem zoveel mogelijk met rust. Een paar jaar geleden ben ik met mijn vrouw naar een match van Real geweest en zijn we bij Thibaut blijven overnachten. Op restaurant zaten we discreet achter een gordijn. En in de discotheek werden we meteen naar boven geleid. Anders zou iedereen wat van hem willen.”

Seppe: “Soms wordt me gevraagd: ‘Had je niet met Thibaut willen ruilen?’ Dan zeg ik: ‘Nee, écht niet.’ Zeker niet nu ik vanuit mijn bevoorrechte positie de andere kant van de medaille zie. Mensen begrijpen niet wat er allemaal bij komt kijken als je zo’n ster bent. Je vrijheid wordt je ontnomen. Thibaut kan onmogelijk nog gaan en staan waar hij wil. Als hij even zijn neus krabt, is er al iemand die het gefilmd heeft.

“En toch is hij nog altijd de gast die ik al zo lang ken. Bescheiden, joviaal tegenover wie hij vertrouwt. Ook tegenover mensen die hij niet kent, zal hij zich nooit hautain opstellen. Dat siert hem.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234