Theater
Theater, therapie of exhibitionisme?
"Ik wil dat u mijn vriend bent. Ik wil een contract sluiten voor echte liefde." Jan Decorte lijkt het te menen. "Ik ga vanavond verhalen vertellen," klinkt het. En omdat echte vriendschap alleen maar kan ontstaan in volstrekte eerlijkheid, neemt Decorte daarbij geen blad voor de mond.
Op zijn 67ste zoekt de theatermaker zijn verhalen niet langer bij Shakespeare, Heiner Müller of de klassieken. De tijd lijkt gekomen om de blik op het eigen leven te richten, op de verwarde, willekeurige, soms onbegrijpelijke scènes die zich aan elkaar hebben geregen tot wat een mens zijn leven moet noemen. En aangezien het leven nooit een helder vormgegeven verhaal is dat in rechte lijn op zijn ontknoping afstevent, blijven ook de anekdotes van Decorte zonder pointe.
De enige structuur die hij handhaaft, is de chronologie. Beginnend bij zijn vroegste herinneringen overloopt hij verschillende gebeurtenissen die in zijn leven bepalend zijn geweest. Zonder een spoor van gêne praat hij over zijn ontluikende seksualiteit, vermeend misbruik, en "hoe ik heb leren masturberen". De obsessie met seks (en de vaak onhandige omgang ermee) vlecht zich als een rode draad doorheen zijn verhalen.
Hoe genant of pijnlijk deze bekentenissen ook zijn, Decorte vertelt ze met geheven hoofd. En daardoor worden ze aannemelijk, menselijk, soms zelfs ontroerend. Af en toe verliest hij zijn draad, weet hij niet meer waar hij zat in zijn verhaal of wat hij precies wilde zeggen. Soms wordt hij wijdlopig en verliest hij zich in details die er weinig toe doen. Maar het is net die onbeholpenheid die een ontwapenende kracht in zich draagt. Dat, en de compulsieve neiging om zich de werkelijkheid toe te eigenen door middel van de verbeelding. Niet zelden geeft hij toe dat zijn fantasie hem een handje helpt.
Tussen de bedrijven door mogen de heren van de Black Box Revelation onderstrepen dat er rock 'n roll aan deze voorstelling kleeft. Die zit niet in de verhalen, maar laat zich voelen in de stuntelige eerlijkheid waarmee ze door Decorte worden verteld. De muziek is een ideale begeleiding voor de rondgang door de kelders van een roodgeschaafde ziel: rauwe bluesrock op wandeltempo.
Als tegenhanger daarvan verschijnt Sigrid Vinks (levensgezellin en artistiek partner van Decorte) naakt ten tonele om een kalme, sobere dans op te voeren. Omhuld door een schemerig licht belichaamt ze de aanvaarding en de berusting die ouderdom met zich meebrengt. Terwijl Decorte zijn verhalen vertelt zonder die te vergoelijken, toont Sigrid wat Jan nooit expliciet zegt: dat er vrede kan genomen worden met het verleden, hoe schrijnend of chaotisch dat ook geweest mag zijn. Wentelend om haar as, met armen die vleugels willen worden, verbeeldt ze de ziel die niet vergeet maar wel tot rust komt.
Stand Down is een brok rauw, ongepolijst theater. Verwacht geen franjes of toegevingen, maar een Jan Decorte die onverzettelijk zijn eigen ding doet. Waarbij je je soms afvraagt: is dit wel theater? Of is het eerder een therapiesessie, een poging van een exhibitionistische ziel om de dingen op een rijtje te krijgen? Jan Decorte zal het ongetwijfeld worst wezen.
Samen met de première van Stand Down werd ook het boek Tis of tisni boven de doopvont gehouden. Een mooie uitgave waarin Decortes oeuvre wordt gedocumenteerd en becommentarieerd. Terwijl hij op het podium vooral over zijn persoonlijke leven vertelt, biedt dit boek inzicht in een bewogen, rijk geschakeerde artistieke carrière.
Op tournee tot 15 december. bloet.be