Review
The Tallest Man On Earth: waar waren we ook alweer?
Ter voorbereiding van de Werchter-passage nog eens 'The Wild Hunt' uit de kast gehaald, als wij onze oren mogen geloven nog steeds het allerbeste The Tallest Man on Earth-album: "I left my heart to the wild hunt a-coming / I live until the call / And I plan to be forgotten when I'm gone / Yes I'll be leaving in the fall." Zucht. Mijmer. Smacht. Waar waren we ook alweer?
Juist: Werchter! Werchter is geen plaats voor dagdromen: met dank aan de sympathieke Ier die een kwart lauwe pint in onze nek dumpte en ons daar aldus aan deed herinneren. Maar niemand die The Tallest Man on Earth er wat van had gezegd: die zat vanaf noot één in zijn eigen wereldje. Moesten wij 'm niet zo goed kennen - zo weten we dat hij sinds een poos de alcohol uit zijn leven heeft gebannen - we hadden gezworen dat-ie iets op had.
Flaneren deed hij door 'Field of Our Home', wiegen op 'Slow Dance' en '1904'. Rustig, mooi. Dan pas mocht het deksel eraf: 'Darkness of the Dream' kwam opeens hard binnen, waarna 'Love Is All' en 'The Gardener' (solo, heerlijk solo) pulkten aan uw hartsnaren tot er tranen aan te pas kwamen. Niet dat wij de herenliefde zijn toegedaan, maar met die historische dag in Amerika gisteren en Kristian Matsson die speciaal dat o zo wondermooie 'Love Is All' ("Love is all, from what I've heard, but my heart's learned to kill") uit z'n pols schudde: wij zijn ook maar mensen.
Dubbel jammer dus: solo vinden wij 'm nog steeds smakelijker dan met al die toch ietwat overbodige muzikanten in z'n rug - 't is pas de eerste keer dat-ie ze op sleeptouw neemt. Wat maakt The Tallest Man tot The Tallest Man? De totaal aparte manier waarop hij z'n instrument mismeestert bijvoorbeeld: hij heeft elfendertig manieren om zijn gitaar te stemmen - de ene al valser dan de andere - maar ze zorgen wel stuk voor stuk voor een andere sound. Wat 'm nog zo goed maakt: de manier waarop hij z'n song eerder vertelt dan zingt - als hij al iets heeft overgenomen van de Neuzelende Bard met wie hij zo vaak vergeleken wordt, dan is het wel dát. The Tallest Man solo, dat valt met geen band ter wereld na te bootsen. Een beetje het tegenovergestelde van The Rolling Stones dus, die alleen maar uniek zijn wanneer ze allemaal samen spelen, en allemaal samen net dat ietsiepietsie beetje uit de maat zitten.
Niet dat het daarom opeens niet goed was, getuige daarvan de finale van 'Timothy'. Wij zijn gewoon verwende kinderen: krijgen we een ijsje met gekleurde bolletjes, dan willen we een wafel. Of zo'n haute dog van Jeroen Meus, en anders wel een hambuger. Honger. Waar waren we ook alweer?