NieuwsMidden-Oosten
Terwijl protesten het openbare leven verlammen, glijdt Israël af naar chaos
De Israëlische democratie wordt op de proef gesteld nu massaprotesten tegen de omstreden hervorming van het Hooggerechtshof door de uiterst rechtse coalitieregering van premier Benjamin Netanyahu ontaarden in een verlamming van het openbaar leven. Uitstel brengt de gemoederen niet tot bedaren. Er dreigt een veiligheidscrisis.
Netanyahu vecht voor zijn politiek overleven onder druk van honderdduizenden betogers, onder meer voor het parlement, en groeiende onenigheid in zijn regering. De coalitie van zijn Likoed-beweging, rechts-radicale en ultra-orthodoxe partijen staat op losse schroeven sinds Netanyahu dit weekend zijn defensieminister de laan uitstuurde. Zijn Likoed-partijgenoot Yoav Galant kon zich niet langer vinden in het omstreden wetsontwerp om het Hooggerechtshof terug te fluiten via stemmingen met eenvoudige meerderheid in het parlement. Dit zou het voor politici makkelijker maken om grondrechten te onderdrukken maar Netanyahu zou er ook zijn eigen vervolging wegens corruptie mee torpederen.
De premier stelt de stemming van het wetsontwerp nu uit tot na de Joods-religieuze Pesach-vakantie (5-13 april). Toch ziet het er niet naar uit dat dit de maatschappelijke spanning ontzenuwt.
Ex-defensieminister Galant waarschuwt dat de hervorming voor een “sociale breuklijn” zorgt die een “duidelijk, onmiddellijk en tastbaar gevaar is voor de veiligheid van de staat”. Hij verwijst naar de woede in de rangen van het - apolitieke - Israëlische leger. In de voorbije weken verklaarden duizenden reservisten, onder wie actieve leden van de luchtmacht en inlichtingendiensten, dat ze dienst weigeren als Netanyahu zijn hervorming doorvoert.
Joodse nederzettingen
Langs de andere kant zetten Netanyahu’s extreemrechtse coalitiegenoten, Itamar Ben-Gvir en Simcha Rothman, druk op de premier om de hervorming door te voeren. Zij willen de rechten van minderheden beknotten, van Israëlische Arabieren tot holebi’s. Ze willen zo ook meer armslag om Joodse nederzettingen op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever uit te breiden.
Ben-Gvir beweert dat hij van Netanyahu de toegift verkreeg een ‘Civiele Nationale Garde’ te mogen oprichten, die onder zijn ministerie van Nationale Veiligheid zou vallen. Ook dit botst op kritiek.
Al twaalf weken brengen de antiregeringsbetogingen een onuitgegeven coalitie van Israëli’s op straat, verenigd in hun zorg om de toekomst van de Israëlische democratie. Omdat er ook extreemrechtse tegenbetogingen zijn aangekondigd, groeit de vrees voor straatgeweld.
Het is voor het eerst sinds de moord op premier Yitzhak Rabin, in november 1995 door de religieuze extremist Yigal Amir uit protest tegen de Oslo-vredesakkoorden, dat de Israëlische samenleving intern zo verscheurd wordt. Net zoals toen waarschuwen de Israëlische veiligheidsdiensten dat extremistische Palestijnse bewegingen, zoals Hamas en Islamitische Jihad, met steun van Iran de chaos zullen misbruiken om aanslagen te plegen.