ReportageHoreca
Terug op café: ‘Van mij geen foto in de krant. Anders heb ik thuis ambras’
Met een trappist en een handgel voor de neus: zo komt de horeca weer voorzichtig tot leven. ‘Het voelt alsof ik een nieuwe zaak begin.’
“Van mij liever geen foto in de krant. Anders heb ik thuis ambras.” Café De Kroeg op de Antwerpse Groenplaats, iets na elf uur. Voor het eerst in drie maanden genieten Kristof (49) en zijn vrienden van een pint op het terras. “Ik was hier vannacht ook, maar toen moest ik na een uurtje al terug naar huis”, zegt hij, gevolgd door een ondeugend lachje. “Dat ik hier nu opnieuw zit, zal mijn vrouw waarschijnlijk niet zo leuk vinden.”
Na al die tijd mag er nog eens geklonken worden. En dat doet deugd, zegt boezemvriend Geert (44), een havenarbeider die door de coronacrisis al drie maanden technisch werkloos is. “Thuis kan ik natuurlijk ook iets drinken, maar dat is niet hetzelfde. Ik heb het gemist om gezellig bij elkaar te zitten.” Dat de stamgasten al een pak dichter bij elkaar zijn gekropen dan de anderhalve meter die virologen bepleiten, stoort hem niet.
Als een eerste schooldag, zo voelt de heropening van de horeca. Ook voor de uitbaters. Voor hen komt er een einde aan twaalf lange weken zonder inkomen, al moeten ze wel aan strikte voorwaarden voldoen. Zo moeten ze anderhalve meter afstand garanderen tussen de tafels, en mogen aan een tafel niet meer dan tien mensen zitten. De obers dragen verplicht een mondmasker. Overal zien we pijlen, waarschuwingen (‘gelieve vier bakken Duvel afstand te houden’) en handgels.
Zenuwachtig
“Ik ben een beetje zenuwachtig. Het voelt alsof ik een nieuwe zaak begin”, zegt Mee Ran Van Uytsel (50), die samen met haar man eetcafé ’t Klokske uitbaat. Net voor het middaguur hangt ze nog snel een menu op, zodat toevallige voorbijgangers het uitgedunde aanbod kunnen raadplegen. “We hebben een derde van onze gerechten van de kaart geschrapt, omdat we moeilijk konden inschatten hoeveel mensen er zouden komen.”
Die onzekerheid is niet onlogisch. “Zo’n 77 procent van de horecazaken gaat deze week open”, zegt Kaatje Lucas van Horeca Vlaanderen. De anderen vrezen dat ze te weinig klanten zullen zien om rendabel te draaien. Zoals de Ultimatum Foodbar op de Grote Markt, bijvoorbeeld, waar alle tafeltjes leeg staan. “Daarnet hadden we één klant, maar dat is het zowat”, zucht een barman, die doelloos naar de regen staart. “Ik hoop echt dat mensen hun angst overwinnen.”
Ook in ’t Klokske is de personeelsbezetting noodgedwongen teruggeschroefd. Van Uytsel staat nu zelf in de keuken. “Of dit volstaat om rendabel te zijn? Dat kan ik moeilijk inschatten. Op dit moment is het minder druk dan voor de coronacrisis.” Dat er vanochtend een aantal bekende gezichten stonden te popelen voor een koffie, ziet ze als een bemoedigend signaal. “We blijven lachen. We moeten wel.”
Evident is het niet. De voorbije maanden moesten Van Uytsel en haar man, net als vele andere horeca-ondernemers, hun spaarcenten aanspreken. Ze hebben een aanvraag ingediend om hun terras uit te breiden, zodat ze meer omzet kunnen draaien. Normaal zou de stad dat regelen, maar dat is nog niet gebeurd. Een frustratie die ook bij de andere uitbaters op de Groenplaats te horen valt.
Een bijkomend nadeel is dat gasten niet zomaar naar het toilet kunnen. “We zijn verplicht om de wc voor en na elk bezoek te ontsmetten, maar dan moeten we een toiletdame aanwerven”, zegt Van Uytsel. “Dat is onbetaalbaar.” Ze verwijst haar klanten naar de toiletcontainer die het stadsbestuur in het midden van het plein heeft neergepoot. “Als straks de zon begint te schijnen, zullen we met die ene container niet toekomen.”
Hoopvolle start
De mensen laten het niet aan hun hart komen. In de loop van de middag komt er steeds meer beweging in het stadscentrum. Bij de Gulden Swaene in de Wolstraat klinken hogeschoolstudenten Emile Loots en zijn vriend met een Kasteelbier en een La Chouffe. “Wij hebben om 14 uur examen Frans en komen ons nog een beetje moed indrinken”, lacht Emile. De drankjes zijn 30 cent duurder dan voor de lockdown, maar daar hebben de studenten alle begrip voor. “Wij steunen de lokale middenstand.”
Wie ook zijn beste beentje voorzet, is Marc Leeman (68). Hij veroverde vanochtend als eerste een plekje op het terras van brasserie De Post. Nu is hij omringd door vijftien anderen. De voorbije uren zijn er al enkele Grimbergens gepasseerd, zegt hij met een knipoog. Een inspanning die tijdens deze coronacrisis wetenschappelijk verantwoord moet zijn, klinkt het. “Alcohol ontsmet, toch?”
Horeca Vlaanderen spreekt van een “zeer hoopvolle” heropstart. Temeer omdat de Belg opnieuw massaal reserveert om op restaurant te gaan. Het boekingsplatform Tablebooker telde gisteren ruim 50.000 reservaties, zelfs meer dan voor de coronacrisis. “De mensen hebben duidelijk de weg naar de horeca teruggevonden”, zegt Lucas.
Ook ondernemers hebben zin om er weer in te vliegen, zegt ze. Zo zou het aantal geopende horecazaken volgende week stijgen van 77 naar 86 procent.