NieuwsEconomie
Taiwanees tekort aan computerchips legt wereldwijde auto-industrie plat
Taiwan, een van de belangrijkste leveranciers van essentiële computerchips voor de auto-industrie, kan de vraag niet meer bijbenen. Met grote gevolgen voor autofabrikanten wereldwijd, zoals Ford, General Motors en Volkswagen.
De situatie lijkt de komende maanden nog verder te verslechteren. Naast autogrootmacht Toyota zegt nu ook Volkswagen het somber in te zien voor komend najaar. “We denken dat het aanbod van chips in het derde kwartaal sterk wisselend en zeer krap zal zijn", meldde ’s werelds een na grootste autofabrikant (Toyota is nummer één) vorige week.
Ook consumenten beginnen de gevolgen te merken. Prijzen van nieuwe auto’s stijgen als gevolg van de tekorten, meldde de Britse krant The Guardian. Doordat veel consumenten in de nasleep van de coronapandemie het openbaar vervoer mijden en een tweedehands auto aanschaffen, zijn ook de prijzen van occasiewagens gestegen.
Misrekening
De wereldwijde auto-industrie kampt nu al maanden met tekorten aan computerchips. De reden is een misrekening door autofabrikanten, die vorig jaar voorzagen dat de coronapandemie de vraag naar nieuwe auto’s zou laten instorten. Ze annuleerden daardoor massaal orders bij chipfabrikanten. Tegelijkertijd explodeerde de vraag naar elektronische apparaten door thuiswerkende consumenten, die massaal webcams, monitors en netwerkapparatuur aanschaften. Dus verschoof de productie mee.
Uiteindelijk bleek de autovraag niet in te zakken, mede dankzij steunprogramma’s die overheden wereldwijd hadden opgezet. Maar door het intrekken van de orders konden autofabrikanten met nieuwe bestellingen achteraan in de rij aansluiten. En zitten ze nu met de gebakken peren.
Smeekbede aan Taiwan
Drie senatoren van de Amerikaanse staten Ohio en Michigan smeekten het nietige Taiwan vorige week per brief om alles in het werk te stellen om het tekort aan chips op te lossen. ‘Help ons, onze economieën lopen gevaar’, schreven ze. Beide staten huisvesten grote autofabrikanten die al maanden worstelen met tekorten, waardoor de productielijnen stilvallen en werknemers noodgedwongen thuiszitten.
De Amerikanen zijn niet de enigen die lijden onder de almaar aanhoudende tekorten. Vorige week kondigde het Japanse Toyota aan dat het in september wereldwijd 40 procent minder auto’s zal produceren. Nissan moest ook lijnen platleggen. Volvo legt volgende week opnieuw de lopende band in zijn fabriek in Gotenburg voor een week stil. Ook in Gent zijn de gevolgen groot (zie kader). In Nederland bleef maandag dan weer de fabriekspoort gesloten van VDL Nedcar, na een zomerstop van drie weken. Ook hier is een gebrek aan ‘essentiële onderdelen’ voor de productie van BMW’s X1 en mini’s de oorzaak. De productiestop zal minstens een week duren. In mei ging de fabriek ook al enkele keren dicht.
Sussende geluiden
Vanuit Taiwan komen intussen geruststellende geluiden. In reactie op de brief van de Amerikaanse senatoren zegt het Taiwanese ministerie van Economie dat het in het vierde kwartaal van dit jaar een ‘balans’ verwacht tussen vraag en aanbod voor chips voor de autosector.
Waar dit optimisme op gebaseerd is, is niet duidelijk. Volgens de reactie van het ministerie werken Taiwanese chipfabrikanten ‘volledig samen met klanten van over de hele wereld en reageren ze positief op hun behoeften’. Taiwan kan niet veel anders dan beterschap beloven. Het land hoopt op Amerikaanse bescherming tegen China, dat Taiwan als een afvallige provincie beschouwt.
Autofabrikanten lijken de zalvende woorden naast zich neer te leggen, gezien hun sombere voorspellingen voor het derde kwartaal. Er dreigen bovendien nieuwe verstoringen. Zo waarschuwde de Duitse chipmaker Infineon vorige week dat nieuwe corona-uitbraken in Azië de chipproductie een nieuwe klap hebben toegediend en dat het aanbod zich mogelijk pas in de loop van 2022 zal herstellen.