Syrië
Syriëstrijders in beroep: ‘Scheid kinderen niet van hun ouders’
Midden december besliste de Brusselse kortgedingrechter dat tien kinderen van Syriëstrijders onder begeleiding naar België moesten terugkeren. De ouders van de kinderen gaan nu tegen die uitspraak in beroep. Dat melden hun advocaten Abderrahim Lahlali en Mohamed Ozdemir.
Het beroep richt zich weliswaar enkel tegen een deel van de beschikking, waarin de rechter besliste dat de ouders zelf geen bijstand moesten krijgen. Volgens de kortgedingrechter konden de ouders immers geen beroep doen op consulaire bijstand omdat ze zich uit eigen beweging in een conflictzone hadden begeven.
“Maar die wet is pas in werking sinds eind 2018, terwijl onze cliënten voordien vertrokken zijn”, zegt Lahlali. “Kan die dan wel op hen toegepast worden? Daarnaast zou de beslissing van de kortgedingrechter ertoe leiden dat ouders en kinderen gescheiden zouden worden, wat ingaat tegen het Kinderrechtenverdrag.”
Het gaat om de kinderen van Syriëstrijdsters Nadia Baghouri, Jessie Van Eetvelde en Sabah Hammani, en Syriëstrijder Adel Mezroui. De vrouwen en kinderen verblijven in vluchtelingenkamp Al-Hol, buiten de bufferzone die de Turken momenteel bezetten in Syrië. Mezroui zit in de Koerdische gevangenis van Al-Hasakah, zonder medische bijstand.
De Belgische regering moet, volgens de op 11 december uitgesproken beschikking van de kortgedingrechter, aan de tien kinderen consulaire bijstand verlenen en hen identiteits-, administratieve of reisdocumenten bezorgen die hen in staat stellen om onder begeleiding vanuit Syrië naar België te komen. Afgelopen woensdag meldde minister van Buitenlandse Zaken Philippe Goffin (MR) in de Kamercommissie Buitenlandse Zaken dat de regering niet in beroep zou gaan tegen die beschikking.