GetuigenissenStudenten
Studeren wordt onbetaalbaar: ‘Ik weet dat veel mensen deze winter in de kou zullen zitten’
Torenhoge energieprijzen, peperdure koten en de stijgende kosten van spijs, drank en cursusboeken maken studeren duurder dan ooit. De sociale diensten van universiteiten krijgen tot 50 procent meer hulpbehoevende studenten over de vloer dan vorig jaar, onder wie plots ook telgen van middenklassegezinnen.
Studeren wordt dit academiejaar duurder dan ooit. CEBUD, de onderzoeksgroep van hogeschool Thomas More, berekende dat het studentenleven dit academiejaar minstens 15.346 euro zal kosten, 1.243 euro meer dan vorig jaar. De grootste prijsstijgingen voelen studenten op kot: vergeleken met 2021 betalen ze op jaarbasis minimaal 420 euro meer voor hun huur. De duurste Vlaamse studentenstad is sinds deze zomer Hasselt, met een gemiddelde huurprijs van 475 euro per maand, gevolgd door Antwerpen (461 euro) en Leuven (452 euro). Aan voedsel zullen studenten dit academiejaar 210 euro meer uitgeven dan vorig jaar. En ook de studiekosten zelf nemen toe. Het inschrijvingsgeld in Vlaanderen bedraagt 980 euro, cursussen en studiemateriaal kosten zo’n 275 euro. Beursstudenten krijgen hier en daar kortingen, maar ook zij betalen dit jaar 14.482 euro.
Een bittere pil voor gezinnen met studerende kinderen, al kan lang niet elke student rekenen op royale steun van het thuisfront. Uit een recente bevraging van het Leuvense studentenblad Veto blijkt dat 10 procent van de studenten alle kosten – eten, kledij, inschrijvingsgeld, studieboeken én de huur van het kot – voor eigen rekening neemt. Mede daardoor heeft één op de zes studenten minder dan 1.000 euro op zijn spaarrekening. Meer dan vroeger moeten studenten bijklussen, soms voor dat extra glas, maar steeds vaker om te overleven: twee op de drie studenten combineren hun studie inmiddels met een studentenjob.
De sociale diensten van universiteiten en hogescholen hebben het plots veel drukker. De dienst Studiefinanciering van de VUB krijgt 51 procent meer telefoontjes en e-mails dan vorig jaar, aan hogeschool PXL in Limburg vraagt 30 procent meer studenten financiële hulp, en aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen is ook het aantal studenten dat een laptop moet lenen met de helft gestegen.
Johan Pipeleers (sociale dienst KU Leuven): “In vergelijking met vorig jaar neemt 48 procent meer mensen contact op met de sociale dienst van de KU Leuven. Plots staan hier middenklassegezinnen voor de deur, tweeverdieners die niet meer zien hoe het verder moet.
“Maar liefst één op de vijf studenten in Vlaanderen krijgt studietoelagen van de overheid. Dat zijn vele tienduizenden gezinnen die geholpen worden, maar de mensen die nét uit de boot vallen, leven evengoed op het randje van de armoede.”
Julien De Wit (voorzitter Vlaamse Vereniging van Studenten): “We moeten ons beeld van armoede bijstellen: ook studenten uit gezinnen met tweeverdieners zullen deze winter kou en soms honger lijden. Universiteiten en hogescholen bieden oplossingen, maar er valt niet te ontsnappen aan de hoge facturen. Zelfs de studentenrestaurants worden fiks duurder. In de Alma-restaurants van de KU Leuven betaal je geen 5,30 euro meer voor een spaghetti, maar 7 euro. De goedkoopste optie, de dagschotel, kost nu 4,90 euro in plaats van 3,90 euro. Voor steeds meer studenten is dat te duur.”
DROGE RIJST
Ook Aymara Polanco (22), studente psychologie aan de VUB, moet het grotendeels alleen rooien.
Aymara Polanco: “We hebben het thuis nooit breed gehad, dus naar de universiteit gaan was niet evident. Ik mocht het proberen van mijn ouders, maar ze konden me geen financiële ondersteuning beloven. Met mijn studentenjobs werk ik voor mijn inschrijvingsgeld, mijn cursussen, mijn winkelkar en mijn huur. In totaal werk ik zo’n 16 à 17 uur per week.”
En dan wordt het leven ook nog eens duurder.
Aymara: “Absoluut. Ik heb het grote geluk dat ik op een kamer van de VUB kan wonen, want een kot op de private huurmarkt zou ik me nooit kunnen veroorloven. Tot vorig jaar betaalde ik 321 euro per maand, maar de VUB heeft de prijzen verhoogd: mijn huur bedraagt plots 371 euro. Dat is een ramp, want ik heb die 50 euro broodnodig, het is mijn weekbudget. Per maand houd ik zo’n 200 euro over, maar dat mag ik niet allemaal uitgeven aan eten en vrije tijd, want ik moet ook voldoende opzijzetten om mijn cursussen en inschrijvingsgeld te betalen. Ik weet nog niet hoe ik het dit jaar zal bolwerken.”
Je leeft al op de limieten van het leefbare.
Aymara: “Inderdaad. Ik moet elke euro twee keer omdraaien of ik kom in de problemen. Omdat de prijzen in de supermarkt maand na maand stijgen, moet ik creatief zijn. Ik ga elke week naar de markt van Anderlecht, waar ik voor de hele week relatief goedkoop vlees, groenten en fruit koop. Dat is al 30 euro. Met vrienden naar een feestje gaan kost ook al snel 10 euro. Soms blijft er niets meer over op mijn rekening: dan eet ik enkele dagen droge pasta of rijst. Ik ben blij wanneer ik, om de twee weekends, thuis een normale maaltijd kan eten.”
Moeilijk om op die manier ten volle student te zijn.
Aymara: “Ik doe mijn richting enorm graag, maar het is soms lastig, ja. Omdat ik veel moet werken, kan ik niet altijd goed studeren of even aandachtig de lessen volgen. Wanneer mijn vrienden op café gaan, verzin ik smoesjes om niet mee te moeten. ‘Ik moet werken’ of ‘ik ga wat studeren’. De waarheid is dat ik mij die paar glazen niet kan veroorloven. Op café hoor je elkaar te trakteren en dat kan ik niet. Ik heb geen zin om als een profiteur gezien te worden omdat ik niet terug trakteer. Ook als vrienden voorstellen om samen te eten en de winkelkar gelijk te verdelen, verzin ik een excuus. ‘Ik heb al met andere vrienden afgesproken’, lieg ik soms, terwijl ik ’s avonds gewoon alleen op kot zit. Mijn vrienden gaan ’s zomers ook op vakantie, maar dat kan ik niet: dit jaar ben ik er maar een weekje tussenuit geweest.”
Krijg je geen steun van de overheid?
Aymara: “Nee, net niet. Ik krijg een studentenkamer van de universiteit toegewezen, maar voor andere steun verdienen mijn ouders zogezegd te veel. De Vlaamse criteria zijn niet meer van deze tijd.”
Is je financiële situatie een taboe?
Aymara: “Zeker. Ik vind het moeilijk om erover te spreken, want ik heb de indruk dat veel studenten wél veel overschot hebben. Dat maakt het iets heel eenzaams. Alsof er van alles gebeurt in de wereld en ik als enige moet thuisblijven. Ik weet wel dat veel mensen deze winter in de kou zullen zitten, maar we worden niet gehoord. Ik verwacht heel veel boosheid dit najaar, misschien komen de mensen zelfs op straat.”
Is thuis studeren geen optie voor jou?
Aymara: “Dat heb ik in mijn eerste jaar gedaan, maar daar kon ik me niet concentreren. Sinds ik op kot zit, zijn mijn punten veel beter. Op kot gaan is ook een manier om mijn problemen thuis te vergeten. Mijn vader is met vervroegd pensioen en mijn moeder, een zorgmedewerker, zit thuis in de nasleep van een corona-infectie. Thuis merk ik ook dat de verwarming al enkele graden kouder staat. En zoals elke herfst breit mijn mama nu een dikke wollen trui voor mijn papa en mij. Als ik die krijg, weet ik dat de verwarming helemaal uitgaat. Hun stress belandt op mijn schouders, en dat weegt.
“Mijn mentale gezondheid lijdt eronder. Soms begin ik uit het niets te huilen. Eigenlijk moet ik naar de psycholoog, maar hoe moet ik in godsnaam 60 euro per sessie betalen? De VUB-psycholoog helpt enkel bij studieproblemen, maar mijn besognes zijn veel breder.”
Waar lig je het meest van wakker?
Aymara: “Ik ben zwaar gefrustreerd omdat mijn situatie onrechtvaardig aanvoelt. Mensen met veel geld kunnen hun studententijd zorgeloos beleven, maar in de lagere middenklasse hebben we elke dag stress om gewoon maar rond te komen. Soms denk ik dat ik moet stoppen met studeren om fulltime te gaan werken. Dat zou zoveel makkelijker zijn. Maar ik wil niet opgeven. Waarom zouden mensen met meer geluk wél mogen studeren en ik niet? Mijn diploma biedt me een uitweg, dus ik blijf doorgaan. Ik zit al in mijn eerste masterjaar en kijk er erg naar uit om als psycholoog te beginnen werken.”
Dan kun je meteen mensen in soortgelijke situaties helpen.
Aymara: “Zeker en vast. Er zouden meer psychologen met het welzijn van studenten moeten bezig zijn. Burn-out is tegelijk de belangrijkste én de meest onzichtbare reden waarom studenten stoppen met studeren. Ik wil mijn thesis schrijven over mentale problemen bij studenten. Tijdens de coronacrisis werd daar eindelijk meer onderzoek naar gevoerd, en de resultaten waren alarmerend. Nu lijkt die aandacht alweer verslapt, terwijl de hoge kosten opnieuw tot grote problemen leiden.”
70 UUR PER WEEK
Lisa Boyon (23) studeert sociologie aan de VUB en moest uitwijken naar Mechelen om haar huur te kunnen blijven betalen.
Lisa Boyon: “Ik krijg een paar honderd euro per maand van mijn mama, maar daarmee kan ik onmogelijk alle facturen betalen: huur, studiekosten, energie, eten... Door de stijgende energieprijzen kan ze me niet méér geven. Dat begrijp ik, maar daardoor ondervind ik aan den lijve dat studeren zonder financiële steun een lastige opgave is. Als 18-jarige betaalde ik 400 euro voor een kot van 12 vierkante meter in Brussel. Vandaag vind je geen koten meer in die prijsklasse. Brussel is peperduur geworden, dus huur ik nu in Mechelen. Ik betaal 499 euro per maand voor een klein huisje en pendel dagelijks naar de campus in Etterbeek. Om rond te komen, werk ik twaalf uur per week als barista in een koffieshop en oefen ik acht uur per week een administratieve job uit op de computer. Maar dan nog... Mijn energierekening blijft maar stijgen. Ik houd mijn hart vast voor deze winter.”
Voel je je nog student?
Lisa: “Niet altijd. Naast mijn studie en werk wil ik mijn sociale leven niet verwaarlozen, dus ben ik actief in een studentenvereniging. Ik heb het eens uitgerekend: soms ben ik wekelijks meer dan 70 uur aan het studeren, werken en vergaderen. Dat is een dubbele werkweek. Mijn werkuren overlappen soms met mijn lessen, en vaak ben ik na het pendelen, werken en piekeren te moe om nog veel te kunnen lezen of studeren. Ik ben al blij als ik mijn lessen kan bijwonen. Daardoor kan ik ook niet elk academiejaar al mijn vakken volgen. Ik ben 23, maar zit nog steeds in mijn bachelor. Ik zal wellicht dubbel zo lang over mijn studie doen dan voorzien. Ik zou één van mijn twee studentenjobs moeten opgeven, maar dan moet ik op droog brood leven.
“Als je het niet breed hebt, heb je vaak niet genoeg energie en tijd om weldoordachte inkopen te doen. Ik koop soms eten via HelloFresh: een maaltijd van 7 euro, uiteraard veel te duur voor mij, maar ik ben bekaf en wil meteen eten op mijn bord. Vaak werk ik tot na de sluitingsuren van de supermarkt, en ik moet natuurlijk nog tijd overhouden om te studeren.
“Ik heb deze week een brief in de bus gekregen van de fiscus: ik heb vorig jaar te veel gewerkt én ik moet mijn inschrijvingsgeld van de universiteit nog betalen: samen 2.500 euro. Dat is meer dan wat ik de voorbije jaren heb gespaard, ik hou straks niets meer over. Ik zal aan mijn moeder moeten vragen om bij te passen, maar dat is ook voor haar niet evident.”
Laat je soms studentikoze avondjes schieten?
Lisa: “Ik vind het heel moeilijk om nee te zeggen, temeer omdat ik in mijn tienerjaren wél zorgeloos kon uitgaan. Op café let ik wel op mijn uitgaven. Dat is goed voor mijn gezondheid, want daardoor drink ik niet te veel (lacht). Ik vermijd ook kleine snacks op weg naar de campus, want die zijn duur en ongezond. Voor de rest is mijn situatie niet goed voor mijn gezondheid: de goedkoopste VUB-maaltijd kost 5,30 euro, in Brussel vind ik makkelijk dürüm voor minder.
“Ik zal me in Mechelen warmer moeten kleden, dat is geen leuk vooruitzicht. Ik moet creatief zijn: als ik een ovenschotel maak, warmt de hele verdieping misschien wel iets mee op. Een zeldzaam pluspunt is dat het niet meer opvalt dat ik het niet breed heb: tegenwoordig draagt iedereen tweedehandskledij (lacht).”
Heb je nog zin in het nieuwe academiejaar?
Lisa: “Ja, ik vind mijn vakken heel interessant en mijn sociale leven geeft me houvast. Tegelijk is het bitter: ik weet niet of ik het op deze manier nog lang uithoud. Er moet iets veranderen of ik stort binnen het jaar in. Op mijn 23ste, hè! En ik ben lang niet de enige.”
PINGPONG EN YOGA
De getuigenissen van Aymara en Lisa werpen een ongemakkelijke vraag op: dreigt studeren onbetaalbaar te worden?
De Wit: “Voor steeds meer studenten wel, ja. Betaalbare koten worden een schaars goed. In Brussel is het probleem nog groter dan in Vlaanderen: de gemiddelde huurprijs is er 487 euro per maand, exclusief kosten. Een kwart van de Brusselse koten kost al 800 euro of meer. Dat is gewoonweg onbetaalbaar.”
Dat zijn dan toch luxekoten voor rijke gezinnen?
De Wit: “Ja, maar tegelijk zijn basiskoten steeds moeilijker te vinden. Het middensegment is in vrije val.”
Omdat Vlaanderen en Brussel geen bouwkundige regels hebben voor kleine studentenkamers, krijgen projectontwikkelaars veel moeilijker de nodige vergunningen om basiskoten te bouwen. Daarom richten ze zich steeds meer op studio’s, waarvoor die regels er wel zijn. Concreet: kamers van 22 vierkante meter met kitchenette en douche, vaak te huur voor meer dan 500 euro per maand.
De Wit: “Klopt. Voor rijke studenten is het geen probleem om 100 euro extra te betalen voor een chic kot met een pingpongtafel en een yogaruimte, maar velen hebben gewoon nood aan een basiskot: een tafel, stoel, bed en kast. Zelfs middenklassegezinnen komen zo in de problemen. ‘Ga dan niet op kot’, zeggen mensen soms. Maar voor een studie zoals gamedesign kun je alleen in Kortrijk terecht. Wat als je in Deurne woont? Dan móét je op kot. Wie dat niet kan betalen, kan niet gaan studeren.”
Lees ook:
Kot dreigt onbetaalbaar te worden, vrezen studenten: ‘Het manifesteert zich overal’
Luister:
Podcast Duidelijk (20 min): Studenten vinden geen kot meer: ‘Ik zit al twee jaar op hotel, dat kost mij evenveel’
Pipeleers: “Veel meer dan vroeger zie ik ouders twijfelen of ze hun kind wel naar de universiteit kunnen sturen. Een engagement van drie à vijf jaar is voor sommigen te veel in deze tijden. We kunnen helpen met voordelige studentenkamers, maar het aanbod is niet eindeloos en niet iedereen heeft er recht op. Het is altijd pijnlijk om studenten te zien afhaken nog voor het academiejaar begint, want een hoger diploma is net een uitstekende manier om te ontsnappen uit lastige thuissituaties.”
Zulke problemen zijn niet nieuw, maar de stijgende levensduurte maakt studeren nog moeilijker.
De Wit: “Absoluut. Studenten hebben altijd al moeten bijklussen, wat ook een goede leerschool is, maar nu brengen ze hun studie noodgedwongen in gevaar. Je kunt niet degelijk studeren als je je studie met twee of drie studentenjobs moet combineren. Een studente zei me enkele weken geleden nog dat ze vóór haar examen om tien uur ’s morgens nog van zes tot negen was gaan werken.
“Steeds meer horen we verhalen over studenten die hun dure studieboeken niet meer allemaal kunnen aankopen. Soms kost het lesmateriaal van één vak 70 euro. Voor studenten is dat anderhalve week eten. Sommigen beslissen om voor bepaalde vakken alleen samenvattingen op te snorren en zo te proberen slagen voor het vak. Ze zitten in de les zonder het juiste boek, dat is toch absurd?”
Pipeleers: “Een cursus van 50 euro is vijf uur werken, zei een studente me ooit. Soms hebben ze pas tegen het einde van het semester genoeg gespaard om het materiaal te kopen.”
De Wit: “Andere studenten vertellen ons dat ze bij kaarslicht studeren om op elektriciteit te besparen, want steeds vaker rekenen kotbazen boven op de huurprijs elektriciteit, gas en water aan. ‘Vroeger keken we uit naar dikketruiendag op school’, vertelde een studente me onlangs, ‘deze winter wordt elke dag dikketruiendag.’”
STUDEREN IN DE TRAM
Dat steeds meer middenklassegezinnen in de problemen komen, ondervindt Linde Neckebroeck (19) aan den lijve. Ze wilde vorig jaar net als haar oudere broer op kot gaan in Gent, al was het maar om de pendeltijd van twee uur enkele reis te omzeilen.
Linde Neckebroeck: “Mijn ouders wilden me dat gunnen, maar thuis hebben we het niet breed genoeg om twee dure koten te betalen, en betaalbare koten zijn er amper. Bijna alles onder de 500 euro is zo groot als een schoendoos, vochtig, vuil of ver weg van de campus. Ik vond via via nog een betaalbaar kot: de gedeelde keuken was piepklein en de muizen kreeg ik er gratis bij. Mijn volledige leefruimte was 14 vierkante meter groot.
“Mijn ouders betalen mijn huur en kunnen me nog 100 euro per maand geven, maar dat volstaat niet meer om rond te komen. Ik moet altijd rekenen als ik tussen de winkelrekken sta te kiezen. Het is een beetje zoals honderd jaar geleden: vlees kopen is een luxe. Op vrijdag heb ik soms geen cent meer over: dan pendel ik zo snel mogelijk naar huis, vaak met honger, om toch wat te kunnen eten. En van uitgaan is al helemaal geen sprake. Ik kan dat gewoon niet betalen.”
Werk je ook?
Linde: “Ik combineer twee studentenjobs, allebei bij Hema. De afgelopen weken, net vóór het academiejaar, werkte ik er zes uur per dag om een buffer aan te leggen. Ik moet wel oppassen dat ik niet te veel werk of mijn ouders verliezen hun kindergeld. Dat vind ik pijnlijk: ik wil meer geld verdienen zodat ik wat comfortabeler kan leven, maar het mag niet.”
Waarop bespaar je?
Linde: “Ik probeer zoveel mogelijk eten mee te nemen van thuis en in de supermarkt speur ik naar promo’s. Mijn kleren koop ik in de solden of tweedehands. Ik gebruik ook bijna elke dag Too Good To Go, de app waarmee restaurants en supermarkten hun overgebleven voedsel voor een spotprijsje aanbieden. (Enthousiast) Voor 4 euro krijg je soms een slaatje, fruit én sapjes. Door die app krijg ik soms toch het gevoel dat ik eens ben gaan uit eten, want in de restaurants hier in Gent kon ik nog nooit gaan eten.”
Denk je soms niet: ik zou beter pendelen?
Linde: “Tja, dan zou ik vier uur per dag onderweg zijn. En hoe moeilijk het ook is, ik vind een kot bij het studentenleven horen.”
Weegt je financiële situatie op je studie?
Linde: “Ja, vooral tijdens de examens. Dan kan ik niet gaan werken omdat ik moet blokken, maar ik moet wel blijven eten. Daardoor moet ik overleven op goedkoop en ongezond eten: ik kom de dagen door met brood en cornflakes.”
Tijdens de examens moet je net gezond eten, weet iedere onderwijsexpert.
Linde: “Natuurlijk, ik wil niets liever. Maar je wilt niet weten wat blauwe bessen en frambozen kosten.
“De levensduurte is hét gespreksonderwerp onder studenten. Het is rekenen voor iedereen die gas en elektriciteit moet bijbetalen boven op de huur. Maar het kan altijd nog erger: een vriendin van me is tijdelijk gestopt met studeren omdat ze haar cursussen en laptop niet meer kon betalen. Haar plan is om twee jaar voltijds te werken, te sparen en opnieuw te beginnen.”
Sasha Solau (24) beaamt het verhaal van Linde. Ze pendelt elke dag een uur naar de VUB-campus om handelsingenieur te worden. Een kot is voor haar ouders te duur.
Sasha Solau: “Mensen zeggen weleens: ‘O, je kunt studeren en lezen op het openbaar vervoer!’ Wel, néén (lacht). In een volle tram kun je je geen seconde concentreren, zeker niet als je ADHD hebt zoals ik. Mijn vriend zit wel op kot. Als ik bij hem ben, merk ik pas wat voor een luxe dat is: ik verlies door te pendelen meer dan tien uur per week, met onvermijdelijk een leerachterstand als gevolg.”
Zelf een kot huren is geen optie?
Sasha: “Helaas, in Brussel vind je, kosten inbegrepen, haast niks onder de 500 euro. Met de huidige energieprijzen zit je al snel boven de 600 euro per maand. Dat lukt niet. Sommige vrienden van mij wonen zo ver dat pendelen voor hen geen optie is. Ze zeggen me: ‘Ik kan mijn kot betalen, maar mijn eten niet.’”
Studente Aymara omschreef het alsof ze in een eigen wereld leefde.
Sasha: “Ja, het is alsof er in de studentensteden twee parallelle universa bestaan. Sommige studenten, zoals mijn vriend, krijgen van hun ouders op zondagavond vijf maaltijden mee, genoeg voor de hele week. Als je uit een kwetsbaar gezin komt, hebben je ouders daar geen tijd, energie of geld voor. Ik had tijdens mijn eerste academiejaren nog een spaarpotje van mijn grootouders, maar dat is bijna leeg. Ik werk dus in de horeca en bij een bedrijfje dat zelfstandigen begeleidt.
“Omdat alles duurder wordt, moet ik beter op mijn budget letten. Als er onverwachte kosten opduiken, zoals aan mijn laptop, hou ik nauwelijks iets over. Gelukkig helpen de onderwijsinstellingen, bijvoorbeeld met uitleendiensten voor laptops. Je kunt ook renteloze leningen aanvragen, steun om je kot te huren, er zijn studietoelagen… Nu, ik wéét zulke dingen, omdat ik lang studentenvertegenwoordiger ben geweest, maar die informatie raakt niet tot bij alle jonge studenten, en de aanvragen vergen vaak veel tijd en energie. Je moet documenten zoeken, handtekeningen van je ouders vragen, dingen opsturen, enzovoort. Het is ook een drempel: je moet toegeven dat het financieel lastig is, en dat is niet evident. Ik heb daar zelf ook mee geworsteld.”
Heb je tips om kosten te besparen?
Sasha: “Ga in een studentenvereniging, liefst één met veel geld (lacht). Zij bieden cursussen goedkoper aan, en samenvattingen zijn soms gratis. Als je graag uitgaat, is dat via een vereniging vaak spotgoedkoop. En op jobbeurzen of tijdens workshops die bedrijven via studentenverenigingen organiseren om toekomstige arbeidskrachten binnen te halen, vind je vaak broodjes of zelfs een heuse lunch. Ik zit ook in een studentenraad in Brussel: als we vergaderen rond het middaguur, sta ik erop dat er iets van eten wordt voorzien – als alle studenten zelf zouden moeten bijleggen voor de lunch, zouden velen gewoon niet opdagen.”
Tot zover de meest zorgeloze periode uit je leven.
Sasha (lacht): “Ik hoor babyboomers soms praten over ‘hun tijd’, toen ze allemaal nog een huis kochten door veel te sparen en hard te werken. Maar vroeger kon je een kot huren voor 15 euro per maand. Natuurlijk is er de inflatie, maar het waren ook echt andere tijden. Mijn oma zei dat ze niet begrijpt hoe onze generatie het doet: alles is veel duurder en er wordt veel meer verwacht van ons. Ik waardeer het wanneer oudere mensen dat erkennen.”
RANDJE ILLEGAAL
Boven op de stijgende huurprijzen zijn er eenvoudigweg te weinig koten in Vlaanderen en Brussel. Volgens vzw Brik, een organisatie voor Nederlandstalige studenten in Brussel, is er een historisch tekort van negen- tot twaalfduizend studentenkamers in de hoofdstad. Daar blijft het niet bij, want door de groeiende studentenpopulatie moeten er tegen 2030 tussen de 20.000 en 55.000 nieuwe koten bij komen in Brussel. Alleen al in Gent kwamen er de laatste twintig jaar 34.000 studenten bij, tegenover slechts 3.800 erkende koten. Dat alles heeft als gevolg dat België tegen 2030 nood heeft aan bijna honderdduizend extra kamers.
Door de tekorten moeten studenten zich tevreden stellen met kamers in bedenkelijke staat. Op kotwijs.be, de zoekertjessite voor Leuvense studentenkamers, waren er vorige week nog maar twee koten beschikbaar voor minder dan 400 euro per maand. Pechvogels moeten zich tevredenstellen met een kamertje van amper 8 vierkante meter. Vanwege de schaarste kunnen kotbazen hun kamers verwaarlozen of zich als ware cowboys gedragen, want er is altijd wel iemand wanhopig genoeg om erin te huizen. Roel Verzele (22), student in Gent, weet dat beter dan wie ook.
Roel Verzele: “Door de torenhoge vraag naar studentenkoten in Gent moet je heel snel handelen om een kamer te vinden. Mijn ouders en ik vonden online het telefoonnummer van een man die nog een kot ter beschikking had aan het Citadelpark, dicht bij de studentenbuurt. Al snel merkten we dat er één en ander niet koosjer was. Het was een rijhuisje van enkele verdiepingen hoog waarin elk jaar één van de studenten zich moest domiciliëren, wat randje illegaal is. De studentenkamers mochten officieel niet verhuurd worden als kot, want er waren geen brandalarmen, geen evacuatieplannen, enzovoort. Het huurcontract was handgeschreven en juridisch wellicht niet waterdicht.
“Mijn kamer zag er op het eerste gezicht normaal uit, maar er hing een doordringende muffe geur. De badkamer deelde ik met mijn kotgenoten, in totaal waren we met acht. De douche was hopeloos verouderd en het water sijpelde door de vloeren en muren heen. Als ik thuiskwam en er druppelde water in de gang, wist ik dat er drie verdiepingen hoger zich net iemand had gedoucht. Een tweede badkamertje, in de kelder, had geen verluchtingsgaten: het hing er vol schimmel en de geur was niet te harden. Je kon er niet langer dan tien minuten blijven.
“Het hele huis zat tjokvol vocht. Onder de trappen in de hal hing overal schimmel. Op een bepaald moment groeiden er zelfs paddenstoelen onder de treden. Vorige winter ging ook de boiler nog eens stuk. We moesten drie maanden douchen met koud water en er was geen centrale verwarming. We klaagden bij de kotbaas, maar die kwam niet met een oplossing. Een huisgenote hield er een zware longontsteking aan over. Desondanks betaalde ik ruim 400 euro per maand voor mijn kot.
“De kotbaas bracht ook allerlei verdoken kosten in rekening. Hij ruimde een klein kamertje in de kelder op om het te verhuren aan een studente. Haar lief bleef er soms slapen, tot ongenoegen van de kotbaas. ‘Omdat die jongen hier zo vaak is, moet je 50 euro bijbetalen’, zei hij, ook al stond daar geen letter over in het contract. ‘Zolang je niet betaalt, mag je geen dubbelbed hebben.’ Dat arme meisje wilde die 50 euro zelfs betalen, omdat ze bang was om zonder kot te vallen. Wie in het midden van het academiejaar buitengezet wordt, zit écht in de problemen, want er is geen kamer meer vrij. Ik heb haar toen gevraagd om niet te betalen, want dan zou hij het bij iedereen proberen. Ze luisterde en weigerde te betalen. Daarop begon de kotbaas te schelden, maar uiteindelijk bond hij in.
“Later vernam ik dat onze kotbaas meerdere huizen bezit in Gent en dat zijn werkwijze overal dezelfde is. Je kunt er weinig tegen beginnen, want waar kun je heen?”
Die kotbaas is dus een soort van huisjesmelker.
Roel: “Zonder twijfel, en één van de driftige soort. Toen hij hoorde dat de gemeenschappelijke ruimtes niet goed opgeruimd waren, stormde hij naar ons huisje en begon hij alles wat hij vond in vuilniszakken te proppen. Afval, kleren, potten, glazen en pannen. Hij gooide de zakken op straat en vertrok. Toen ik terugkwam van mijn les, moest ik mijn spullen zoeken tussen het afval.”
Kijk je uit naar een nieuw academiejaar op kot?
Roel: “Na drie jaar heb ik gelukkig een oplossing gevonden: ik ga nu met twee vrienden een rijhuisje in de stad huren. Ik betaal 400 euro per maand. Het kan door de hoge energiekosten een dure winter worden, maar ik zal er veel meer op mijn gemak zijn.”
SCHIMMELS EN PLEKKEN
Door de slechte omstandigheden wordt de oplossing van Roel en zijn vrienden – samenhokken in gezinswoningen – steeds populairder in studentensteden. Volgens een studie van de stad Gent leeft minstens een kwart van de studenten in een appartement of gezinswoning, wat dan weer de prijzen voor jonge gezinnen en singles opdrijft. Tegelijk duwt de kotencrisis studenten verder weg uit studentensteden. Michiel Favoreel (20) uit het West-Vlaamse Kortemark, student aan de KASK in Gent, kan erover meespreken.
Michiel Favoreel: “Ik zocht vorig jaar ten einde raad naar een kot in Gent. Maar op de geijkte websites en in de bekende Facebookgroepen worden koten aangeboden en verhuurd binnen de 24 uur. Via een alternatief platform kwam ik in contact met een mogelijke kotbaas. Zo belandde ik uiteindelijk, zoals steeds meer studenten, ver buiten het stadscentrum: in Melle, tussen de velden, op bijna vijf kilometer van Gent.”
Je bent niet de enige: zelfs Kortrijk vormt nu al een goedkoop alternatief voor studenten die in Gent niets betaalbaars vinden.
Michiel: “Er zit niets anders op, ik kon niet meer kieskeurig zijn. Maar zelfs in Melle was mijn kot vies en vochtig. Er groeiden schimmels en zwarte plekken op de muren, de meubels waren wankel en in de keuken raakte de afvoer dikwijls verstopt. Op een dag, enkele weken nadat ik was ingetrokken, hoorde ik iets trippelen op de vloer. Ik keek om en zag een klein, wit bolletje verdwijnen: het was een muis. Ik heb muizenvallen geplaatst, maar heb het diertje nooit kunnen vangen: het bleef het hele jaar door mijn kotgenoot. Ik raakte eraan gewend.”
Hoeveel betaalde je per maand?
Michiel: “390 euro, voor een kamer van 22 vierkante meter. Maar daar blijft het niet bij, want mijn kotbaas weigert nu om mijn waarborg van 800 euro terug te betalen. Hij schuift de slechte staat van het kot op mij af: het vocht in de muren is zogezegd mijn schuld, dus ik moet opdraaien voor de herstellingskosten. De man liegt en bedriegt om zoveel mogelijk geld te vangen.
“Ik slikte alles omdat ik bleef herhalen dat het maar voor één academiejaar was: ‘Nog tien maanden, nog zes maanden, nog één maandje…’ Ik had ook geen keuze, want er zíjn geen beschikbare koten in het midden van het jaar. Intussen bleef ik zoveel mogelijk weg van mijn kot. Ik studeerde soms tot tien uur ’s avonds op de campus zodat ik niet naar Melle moest terugkeren. Mijn kot voelde nooit aan als mijn thuis.”
© Humo