Strelingen met een boksijzer
Met gitaren als glimmende bolides klonk de band nog beter dan in zijn hoogtijdagen
Rock > Comeback van Britse rockband The Godfathers in ziedende AB JJJ
BRUSSEL l Alles komt terug. Niet alleen de kitsch, maar ook de kwaliteit. En in dat laatste grossierde het Britse vijftal The Godfathers twee decennia terug. Maandag klonk hun energieke werkmansrock nog even gedreven en dreigend als vanouds.
DOOR KOEN DE MEESTER
In de late jaren 80 was het vijftal een heerlijk anachronisme, want ze fungeerden als een kruising van de Sex Pistols met Dr. Feelgood. Maandagavond bleek hun smerige rock vol massieve refreinen veel minder door de tijd aangetast dan de meeste muziekjes van hun generatiegenoten. Dat ze weer op tournee zijn, mag op het conto van de aanhoudende reüniegekte geschreven worden. Voor de fans - in hoofdzaak dertigers en vroege veertigers - was het echter een mooie kans om eindelijk nog eens te genieten van de pakkende songs van het originele kwartet uit Londen. Nummers als 'Cause I Said So' hadden in de vaak suffige eighties namelijk de uitwerking van een kassei in een kikkerpoel. The Godfathers wisten indertijd perfect kwaadheid te sculpteren tot intense, rauwe muziek. De toenmalige hit 'Birth, School, Work, Death' groeide zelfs uit tot een echte classic die ook nu nog een radiodag goed kan maken.
De groep zette maandag in met 'I Want Everything', een overtuigend staaltje van de snedige rock die hun handelsmerk werd. De gitaren van Kris Dollimore en Mike Gibson gierden daarbij als glimmende bolides door de bochten. Het was alsof ze hun oude sound geremasterd hadden, want tijdens 'Cause I Said So' viel op dat de band nog een stuk beter klonk dan in de hoogtijdagen. Voor de fans was het één feest van herkenning waarbij zowel gemeen spul als 'I Don't Believe in You' - 'een omgekeerde lovesong' dixit zanger Peter Coyne - als de gespierde instrumental 'John Barry' de revue passeerde. De snoeiharde versie van John Lennons 'Cold Turkey' werd genadeloos in het publiek gekeild, terwijl de uitwerking van 'How Low Is Low' zich nog het best laat omschrijven als een aai met een boksijzer. Jammer was wel dat de geluidsman besloot om bij de rockabillypunk van 'Walking Talking Johnny Cash Blues' alles open te gooien. Die brute aanval op het gehoor kon gelukkig het ziedende 'This Damn Nation' en de afsluiter 'Birth, School, Work, Death' niet deren. In de bissen hadden ze bovendien nog 'Anarchy In The UK' veil, als eresaluut aan een van hun grootste voorbeelden. Het enige wat we maandagavond misten, was een lading nieuwe, overtuigende liedjes. Die zitten er misschien een volgende keer in, want deze groep leek verre van opgebrand.