Blik op BelgiëVerviers
Straks leert een lid van de IS-terreurcel in Verviers je zoon voetballen
Bij de politiebestorming van een herenhuis in Verviers op 15 januari 2015 was M. de enige overlevende van een terreurcel. Sindsdien zit hij in de gevangenis. Daar mocht hij vorige week zijn diploma als jeugdvoetbaltrainer in ontvangst nemen.
Het was de eerste keer dat wij, journalisten, hen van dichtbij konden zien. Beluisteren. Lichaamstaal trachten te lezen. Het was mei 2016, twee maanden pas na de aanslagen in Zaventem en Brussel. Nu zaten ze maar een paar meter voor ons. We konden ze net niet aanraken. IS-terroristen. De meesten waren Molenbeekse twintigers die met bendeleider Abdelhamid Abaaoud de initiële terreurcel hadden gevormd die later zou toeslaan in Parijs.
Op 15 januari 2015 hadden speciale eenheden van de federale politie een herenhuis in Verviers bestormd. Bij het vuurgevecht waren de teruggekeerde IS-strijders Soufiane Amghar (26) en Khalid Ben Larbi (23) gedood. In het huis waren explosieven ontdekt, meerdere kalasjnikovs, handvuurwapens, een GoPro-camera en gestolen politie-uniformen. Het plan had er blijkbaar in bestaan een agent te onthoofden en daarvan dan een filmpje op de wereld los te laten.
In het huis vonden de eenheden ook de enige overlevende van de schietpartij, de toen 25-jarige M. Hij was die donderdag vanuit Molenbeek naar Verviers getrokken met, naar eigen zeggen, twee paar Nike-basketschoenen. Omdat Soufiane, zijn jeugdvriend, hem dat had gevraagd. Problematisch voor M. was dat elke verdachte op dit proces met totaal ongeloofwaardige verklaringen kwam. Het onderzoek liet zien hoe M. van Abaaoud 1.000 euro had gekregen om er een paar kalasjnikovs mee te gaan kopen.
“Ik heb dat geld uitgegeven aan drugs en kleren”, luidde de uitleg van M. “Toen ik in Verviers aankwam waren de twee anderen niet goed gezind omdat ik geen wapens bij me had. Ik heb dan maar gedaan alsof de wapens bij me thuis lagen. Terwijl ik er gewoon geen had.” Midden in deze conversatie was M. moeten gaan liggen om te schuilen voor de kogelregen.
Tegen M. en twee anderen werden in juli 2016 de zwaarste celstraffen uitgesproken: zestien jaar. Bij het verlaten van de rechtszaal hoorde je een van de drie zeggen: “Zestien jaar. Als het dat maar is.”
Van alle veroordeelden tekende M. als enige beroep aan. Zijn straf werd verminderd tot twaalf jaar cel. Hiervan heeft hij nu iets meer dan acht jaar gezeten.
Thomas Chatelle
Nogal wat mensen zagen in de weken na 22 maart 2016 maar één oplossing voor figuren als M.: opsluiten en de sleutel weggooien. Maar zo functioneert het vaak verguisde Belgische gevangeniswezen niet. M. bracht de laatste jaren door in de gevangenis van Lantin, bij Luik. Daar mocht hij vorige week zijn diploma als jeugdvoetbaltrainer in ontvangst nemen.
M. werd in augustus door de gevangenisdirectie voorgedragen als een van de kandidaten voor de tweede editie van een door ex-profvoetballer Thomas Chatelle bedacht pilootproject dat gedetineerden weer wil verbinden met de samenleving en helpen werken aan een positiever zelfbeeld. Knulletjes van acht dribbels en balbeheersing bijbrengen lijkt een magische formule te zijn, met enkel blije gezichten op en rond het veld.
Deze keer volgden niet meer dan zestien gedetineerden uit de gevangenissen van Lantin en Leuze de opleiding. Dat M. daar een van was, kan enkel betekenen dat hij een buitengewoon goede indruk heeft nagelaten op de gevangenisdirectie. Kandidaten hoorden in de laatste rechte lijn te zitten voor een uitgaansvergunning, mochten nooit zijn veroordeeld voor feiten met minderjarigen en moesten worden voorgedragen door de directies. Net als de vorige keer waren er veel meer kandidaten dan gegadigden.
“Het verbaast mij niks”, zegt Didier de Quévy, de advocaat van M. “Ik ben hem wat uit het oog verloren, maar die gast is echt compleet veranderd. Hij heeft jaren geleden helemaal gebroken met zijn oude milieu. En inderdaad: binnenkort komt hij vrij. Eindelijk, zou ik zeggen.”
Het theoretische deel van de opleiding speelde zich af in de gevangenis, voor stages konden de gedetineerden eenmaal per week terecht bij een van de veertien partnerclubs van het project. “Het is allemaal heel goed verlopen”, zegt de woordvoerster bij het gevangeniswezen. “Het is een mooi project. Het geeft de gedetineerden een gevoel van eigenwaarde terug. Iedereen verdient een tweede kans.”