STANDPUNT
Het is zelden, beter, nooit eerder vertoond: Ségolène Royal, de ex-partner van president François Hollande en zelf ooit presidentskandidate, maakt breed glimlachend haar terugkeer door de voordeur van het Elysée. Een superministerschap van Energie en Ecologie wacht haar op in de nieuw samengestelde regering, die een stuk meer centrum en minder links kleurt.
Dat hadden we nog niet gezien. Vrouwen en minnaressen hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de Franse politiek, waar volgens waarnemers slechts twee van de zeven laatste presidenten hun vrouw trouw zijn gebleven. Voor de nieuwsgierigen onder u, dat waren Charles de Gaulle en Georges Pompidou.
De minnares van François Mitterrand, museumdirecteur Anne Pingeot, zo werd onlangs bekend, was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de bouw van de glazen piramide aan het Louvre, dat haar cadeau van de president blijkt te zijn. Et alors?
Maar samen op de politieke scène, nadat ze enkele jaren geleden privé over de straat rolden met hun echtscheiding, waarin de toenmalige nieuwe en inmiddels ook alweer ex-partner Valérie Trierweiler een belangrijke rol speelde? Fransen zijn blijkbaar niet per toeval de uitvinders van de romantische deurenkomedie.
Ook in de Belgische politiek is cherchez la femme vaak een goede leidraad om de ratio achter bepaalde beslissingen te achterhalen. Ook daar zijn wettige echtgenotes te vinden van het type dat iedere ochtend beneden aan de trap staat en roept Aufstehen! Karriere machen! Er zijn dan weer andere dames die het werk van hun man ontzettend vervelend vinden, en tot hun verbazing ontdekken dat die dan elders waardering zoeken. Overigens geldt omgekeerd net hetzelfde voor de vrouwelijke politici en hun partners en minnaars.
Maar een ex-koppel dat als president en superminister in één regering zit: dat is uniek en virtueel voer voor een forse roman.
Ségolène Royal is bovendien allesbehalve een dienstmaagd des heren, en heeft in het verleden al bewezen dat ze helemaal geen man nodig heeft om haar politieke visie en positie waar te maken. Het wordt dus spannend om te kijken hoe de interne verhoudingen tussen die twee verder zullen evolueren, en wie uiteindelijk in wiens schaduw zal belanden.
Maar of de sappigheidsgraad van dit verhaal, waar de Franse media nog maanden en maanden van zullen smullen, zal volstaan om de publieke opinie te doen keren, is nog maar de vraag. Het Franse socialisme heeft een behoorlijke afstraffing gekregen, en geen repliek gevonden op de verleiding van de anti-Europese en nationalistische retoriek.
Daar brengt dit schone verhaal van ex-partners die elkaar politiek terugvinden ook geen antwoord op.