InterviewNicole de Moor (cd&v)
Staatssecretaris voor Asiel & Migratie: ‘Het is niet omdat het in België beter is, dat wij moeten accepteren dat iedereen hier komt aankloppen’
Al maanden liggen havelozen en radelozen voor de poorten van het Klein Kasteeltje te wachten op een plek in een asielcentrum. Deze zomer bereikte de opvangcrisis een kookpunt: vechtpartijen in de wachtrij, klagende buurtbewoners en bedreigde personeelsleden. Nicole de Moor (38), die eind juni Sammy Mahdi kwam vervangen als cd&v-staatssecretaris voor Asiel en Migratie, had meteen de handen vol.
Voor veel mensen bent u nog een nobele onbekende. Komt u uit een politiek nest?
Nicole de Moor: “Helemaal niet. Mijn vader heeft zijn hele carrière als arbeider in een chemiebedrijf gewerkt, mijn moeder zat aan het onthaal van een OCMW. Mijn broer en ik waren de eersten in de familie die naar de universiteit mochten – hij is in de bedrijfswereld beland. De waarden die ik thuis meekreeg, pas ik nu toe in mijn beleid: menselijkheid, rechtvaardigheid, de regels respecteren, anderen helpen. Mijn ouders staan altijd klaar voor hun omgeving. Zelf was ik als kind actief in allerlei verenigingen en zat ik in de leerlingenraad van de middelbare school. ‘Jij komt later in de politiek terecht,’ zei een leerkracht. Ik was ook een heel gedreven studente, een streverke. Mijn ouders moesten me soms afremmen: ‘Kom, het is genoeg geweest, ge gaat het wel kunnen!’”
Wilde u de beste van de klas zijn?
De Moor: “Ik heb weinig last van competitiedrang, maar ik ben heel streng voor mezelf. Dat perfectionisme is soms heel vermoeiend, zeker op dit departement.” (lacht)
Hebt u politieke voorbeelden?
De Moor: “Ik heb gewerkt op de kabinetten van Kris Peeters, Koen Geens, Nathalie Muylle en Sammy Mahdi, maar als ik één inspiratiebron moet noemen, is het mijn oma. Zij was een boerendochter die dolgraag wilde studeren om lerares te worden. Helaas moest ze al vroeg stoppen met school om te helpen op de boerderij. Na de dood van haar man is ze als vrijwilliger gaan lesgeven aan anderstalige vrouwen. Tijdens de vakanties nam ze mij, als 7-jarige, mee naar die lessen. Zeer inspirerend! Ik heb altijd geleerd dat het leven niet alleen om je eigen genot draait. Je moet je inzetten voor anderen.”
Waar komt uw interesse voor migratie vandaan?
De Moor: “Als we thuis naar het nieuws keken, raakten de internationale problemen me het meest. Ik heb in Gent en Amsterdam internationaal recht gestudeerd en ben mijn carrière begonnen bij het Vlaams Minderhedencentrum, waar ik me inzette voor de integratie van vluchtelingen. Daarna heb ik nog gedoctoreerd over migratie. In 2014 vroeg vicepremier Kris Peeters me om zijn adviseur asiel en migratie te worden in de regering-Michel. De visie van cd&v viel perfect samen met de mijne.”
Waaraan moet u het meest wennen sinds u staatssecretaris bent?
De Moor: “Híéraan! Interviews, fotoshoots, het vergrootglas van de media. Als iemand ‘mevrouw de staatssecretaris’ zegt, heb ik nog altijd de neiging om naast me te kijken, en daarna te beseffen: juist, dat ben ik.”
Is uw leven hard veranderd sinds uw benoeming?
De Moor: “Als je aan mijn man vraagt hoe het is om met een staatssecretaris samen te leven, zegt hij: ‘De voorbije twee jaar had ik een kabinetschef in huis, dat was ook niet min.’ (lacht) Een week na mijn aanstelling ben ik naar Marokko gereisd. Achteraf zei mijn dochter van 4 dat ze haar echte mama terug wilde, in plaats van ‘de tv-mama’. Mijn zoon is 9, hij kan dat beter plaatsen. Ik klop evenveel uren, maar als kabinetschef zat ik vaker achter mijn bureau om dossiers, missies en mediaoptredens voor te bereiden, nu ben ik voortdurend zelf op pad.”
U neemt nu ook de beslissingen.
De Moor: “Sammy en ik beslisten veel in overleg. Het grote verschil is dat ik het nu zelf moet gaan uitleggen.”
Binnen cd&v klinkt het dat u linkser dan Mahdi bent.
De Moor: “Ik hou niet van die links-rechtshokjes. Het gaat om correct en rechtvaardig zijn. Inhoudelijk verschillen wij niet, maar onze stijl is anders. Ik heb een heel andere persoonlijkheid: Sammy zal een discussie sneller op de spits drijven, ik probeer een gesprekspartner op een zachtere manier te overtuigen.”
De Tijd schreef: ‘Mahdi is een spits, De Moor een voorstopper die het fort bewaakt.’
De Moor: “Da’s een goeie omschrijving. Sammy is scherper in zijn communicatie.”
Columnist Jan Segers van Het Laatste Nieuws raadde u aan om afscheid te nemen van uw garderobe. ‘Als staatssecretaris moet u opvallen. Dat doet u niet in de oranje-zwarte camouflageblouse die u als kabinetschef de onzichtbaarheid garandeerde van een Bengaalse tijger in het hoge dorre gras.’
De Moor: “Vindt u dit goed genoeg?” (lacht)
Zeker! U blijft in het thema van de gestreepte katachtigen, maar ik sluit ook niet uit dat Segers een speciale smaak heeft.
De Moor: “Zijn column was ludiek, ik til daar niet aan. Het is wel confronterend om jezelf plots zo vaak in beeld te zien. Het dwingt je om meer na te denken over je verschijning. Maar het zou raar zijn als ik plots al mijn kleren moest vervangen, hè? Twee maanden geleden vroeg ik me af welk effect die ministerpost op me zou hebben, maar ik weet nu al: ik zal mezelf blijven.”
Hebt u buiten de politiek nog andere passies?
De Moor: “Het grootste deel van mijn vrije tijd gaat naar mijn kinderen. Verder geniet ik van een etentje of een goed glas wijn met vrienden. Dan vind ik het fijn dat het eens een hele avond niet over politiek gaat.” (lacht)
In dat geval: wat vindt u van het verzamelde werk van Eddy Lipstick?
De Moor: “Zullen we dat voor een ander interview houden?”
1.250 veroordelingen
Snel over naar de échte problemen: aan het Klein Kasteeltje liep het deze zomer meermaals uit de hand.
De Moor: “Ik doe er alles aan om die problemen op te lossen. Niemand wil dat mensen op straat moeten slapen of dat we belastinggeld moeten uitgeven aan dwangsommen. Maar nieuwe asielcentra openen vraagt tijd.”
Ons land werd al meer dan 1.250 keer veroordeeld omdat het asielzoekers niet de opvang geeft waar ze recht op hebben. Hoeveel heeft dat ons al gekost?
De Moor: “Dat geld wordt voorlopig niet geïnd. Mensen die hun recht op opvang hebben afgedwongen bij de rechter, krijgen onmiddellijk een plaats. Dat is een hele uitdaging, maar voorlopig lukt het zonder dat we dwangsommen moeten betalen.”
Uw uitgangspunt was dat er geen vrouwen en kinderen op straat moeten slapen.
De Moor: “Ook dat blijft een dagelijkse strijd, omdat er zoveel mensen in de rij staan. Maar het lukt.”
Ja? Volgens verschillende ngo’s zijn er deze zomer momenten geweest waarop gezinnen met kinderen naar opvang konden fluiten.
De Moor: “Buiten de openingsuren misschien. In het weekend is het Klein Kasteeltje dicht, dat is al jaren zo. Dan gaan mensen naar de daklozenopvang. Maar als de poorten open waren, hebben we altijd voorrang gegeven aan kwetsbaren en families.”
Tot frustratie van de vele alleenstaande mannen, die al weken niet binnen raakten. Bent u de chaos zelf al gaan bekijken?
De Moor: “Meermaals. Omdat de druk aan de poort onhoudbaar werd, hebben we beslist om wat in het Klein Kasteeltje gebeurt – de registratie van asielaanvragen en de organisatie van de opvang – op twee verschillende locaties te doen. Daardoor is de rust weergekeerd. Het lost de opvangcrisis niet op, maar het verbetert wel de veiligheid voor het personeel, de buurtbewoners en de wachtenden zelf.”
Waaraan is deze crisis te wijten?
De Moor: “Vooral aan de hoge instroom. In augustus hadden we bijna 3.400 aanvragen, in juli 3.000. Tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 was de piek nog hoger, maar ook korter. Nu is de instroom al lang hoog en hij blijft maar stijgen. De voorbije maanden hebben we netto 4.000 extra plaatsen gecreëerd, maar daarmee alleen los je het probleem niet op. Ik wil ook de instroom verlagen en de uitstroom versnellen, want we krijgen te veel aanvragen binnen van mensen die geen nood hebben aan asiel. Zij overbelasten ons systeem. Mensen zitten nu gemiddeld driehonderd dagen in de opvang, dat is veel te lang. Door de coronacrisis zaten we ook met een hoge stapel achterstallige dossiers. De laatste maanden is die achterstand met een duizendtal dossiers gezakt, maar het zijn er nog altijd 13.000.”
U hoopt voor bijkomende opvang op de goodwill van burgemeesters, maar hun weerstand is groot.
De Moor: “Sommige burgemeesters spannen zelfs rechtszaken aan om de opening van een asielcentrum tegen te houden. Daardoor hangen ons nu twee soorten dwangsommen boven het hoofd: één omdat we mensen niet meteen kunnen opvangen, en één omdat we hen wél proberen op te vangen. Dat is absurd.”
Onderzoek van De Standaard leert dat de helft van de autochtone bevolking geen buur van buitenlandse origine wil. Gelooft u dat u die xenofobie kunt wegnemen met een paar vergaderingen met burgemeesters?
De Moor: “Een jaar geleden hebben we een enquête afgenomen bij gemeenten met een asielcentrum op hun grondgebied. De resultaten waren verrassend positief: 95 procent van de burgemeesters zei dat er amper of geen problemen zijn. Buurtbewoners zijn vaak bang dat zo’n centrum zal leiden tot een poel van criminaliteit, maar de criminaliteitscijfers stijgen helemaal niet! Toen we na de Syrië-crisis enkele asielcentra sloten, reageerden enkele burgemeesters dat ze dat jammer vonden, omdat de buurt eraan gehecht was geraakt. Veel buurtbewoners die eerst sceptisch waren, deden er intussen vrijwilligerswerk.”
Onhoudbare druk
In 2018 moesten er onder staatssecretaris Theo Francken (N-VA) ook asielzoekers op straat slapen. Uw partij nam hem zwaar onder vuur, maar vandaag lijkt de situatie erger.
De Moor: “Er is een belangrijk verschil: Francken organiseerde de opvangcrisis zelf door een quotum in te stellen van vijftig aanvragen per dag. Dat was een bewuste keuze om asielzoekers af te schrikken. Bij ons is er geen gebrek aan politieke wil. Ik zal zo’n quotum nooit instellen.”
In zijn laatste blog schreef Theo Francken: ‘België is het putje van het Europese asielbad. Duizenden per maand komen hier hun kans wagen. Er is geen plaats voor hen in de asielopvang, geen plaats op de woningmarkt en geen plaats in de scholen. De integratie van deze mensen verloopt dramatisch slecht, hun werkzaamheidsgraad is de laagste van heel Europa, terwijl de OCMW-steunbudgetten alle records breken en werkgevers smeken om werkvolk.’ Hoe wilt u die hoge instroom beperken?
De Moor: “Ik heb pas een ‘Dublin-centrum’ van 220 plaatsen geopend in Zaventem. Meer dan de helft van de mensen die hier asiel aanvragen, hebben dat al gedaan in een ander Europees land. Volgens de Dublin-richtlijn kun je dan geen aanvraag meer indienen in een tweede lidstaat. Helaas doet het gerucht de ronde dat België die richtlijn niet toepast. Ik ga tonen dat wij dat wél doen door die mensen zo snel mogelijk terug te sturen. Tot nu toe werden zij verspreid over asielcentra in heel België. Het duurde weken voor ze gehoord werden en nog veel langer voor ze hun uitwijzingsbevel kregen. Voortaan sturen we hen onmiddellijk naar een apart opvangcentrum, waar ze het signaal krijgen dat ze moeten terugkeren naar het land waar ze geregistreerd staan.”
Zal dat Dublin-centrum niet snel eivol zitten? Je krijgt die mensen toch niet zomaar uitgewezen? De meesten moeten terug naar Griekenland of Italië, waar ze niet zitten te wachten op nóg meer asielzoekers.
De Moor: “We plaatsen daar vooral mensen die we waarschijnlijk wél kunnen overdragen. Vinden die andere lidstaten dat leuk? Nee. Maar het is in het belang van de hele EU dat het Dublin-verdrag werkt en dat asielzoekers niet overal kunnen ‘shoppen’.”
Ook in het belang van Griekenland en Italië, die zo tienduizenden mensen extra moeten opvangen?
De Moor: “De asieldruk in Italië is lager dan hier. Naar Griekenland kunnen we momenteel niemand overbrengen omdat rechters hebben geoordeeld dat de opvang daar niet humaan genoeg is. (fel) Ik leg me daar niet bij neer! Griekenland krijgt veel Europees geld om die mensen deftig op te vangen. In een handvol West-Europese landen wordt de druk op het asielsysteem onhoudbaar: Oostenrijk staat op één, maar ook Nederland, België, Frankrijk en Duitsland zijn te ‘populair’.”
Hoe komt dat?
De Moor: “Door de aanwezigheid van bepaalde nationaliteiten in ons land. De laatste tijd zien we veel asielzoekers uit Burundi: die mensen kiezen voor België, omdat hier al veel Burundezen leven. De meesten vliegen visumvrij naar Servië en komen via Kroatië de EU binnen. Velen moeten dáár asiel aanvragen. Zij komen nu in ons Dublin-centrum terecht. We willen hun duidelijk maken dat het geen zin heeft om naar hier te komen.”
Dirk Van den Bulck, de topman van het Commissariaat voor de Vluchtelingen, zei in De Standaard dat onze gulle sociale zekerheid ook een belangrijke aantrekkingsfactor is.
De Moor: “Klopt. Als mensen hier verblijfsrecht krijgen, genieten ze van dezelfde voordelen als u en ik. In Roemenië ligt de levensstandaard lager, maar ook daar ben je veilig. Het is niet omdat het in België beter is, dat wij moeten accepteren dat iedereen hier komt aankloppen. Asiel biedt recht op bescherming tegen oorlog of politieke vervolging, het is geen recht om te kiezen voor het land waar je de meeste sociale rechten krijgt.”
Rechtse partijen vinden dat we onze sociale zekerheid moeten afschermen voor nieuwkomers. ‘Wie niet bijdraagt aan de pot, kan er ook niets uit krijgen.’
De Moor: “Onze sociale zekerheid is voor iedereen die hier wettig mag verblijven. Asielzoekers krijgen bed, bad en brood, geen uitkering. Maar we gaan geen onderscheid maken tussen A- en B-burgers. Andere lidstaten doen dat ook niet. De oplossing is: tonen dat we het Dublin-verdrag strikt toepassen.”
Fort Europa
In Denemarken moeten illegalen zich elke dag aanmelden bij de politie. Nieuwkomers worden er behandeld als tijdelijke gasten die ooit weer terug moeten. Het land ontvangt maar 2.000 asielaanvragen per jaar, wij zitten aan 25.000 in zes maanden tijd.
De Moor: “Maar ook Denemarken schermt zijn sociale zekerheid niet af. De Denen hebben wel enkele regels aangescherpt om hun land minder aantrekkelijk te maken. Perceptie is cruciaal: als het gerucht ontstaat dat België de regels niet toepast, heeft dat heel snel effect op de instroom. Daarom benadruk ik dat we dat wél doen. En daarom doen de Denen en de Britten stoere aankondigingen, zoals hun deal met Rwanda, waar ze asielzoekers naartoe willen brengen zodat die daar de behandeling van hun aanvraag moeten afwachten. Denemarken heeft in 2015 ook gezegd dat asielzoekers hun bezittingen, waaronder trouwringen en gouden tanden, moeten afgeven om hun opvang te bekostigen. Ik betwijfel of ze werkelijk gouden tanden uit de monden van vluchtelingen halen, maar zo’n verhaal gaat als een lopend vuurtje rond. ‘Danmark, no good country’, is de conclusie dan in het wereldje.”
Wat belet u om de perceptie over België bij te kleuren?
De Moor: “Daar ben ik mee bezig. De laatste tijd kloppen hier veel Georgiërs aan, ondanks een zeer laag erkenningspercentage. Binnenkort ga ik op preventiemissie naar Georgië, om de boodschap te brengen: kom niet naar België als je geen nood hebt aan asiel. Mijn voorganger, Sammy Mahdi, is op zo’n missie gegaan naar Albanië.”
Overweegt u niet om asielzoekers naar Rwanda te sturen?
De Moor: “Nee. Hoeveel asielzoekers hebben de Britten al naar daar gestuurd? Nul. We moeten de mensen geen blaasjes verkopen. Zo’n deal kost handenvol geld, is in strijd met de mensenrechten, met de internationale regels, en je maakt jezelf kwetsbaar voor nare regimes die je kunnen chanteren. Nee, we moeten onze Europese buitengrenzen zélf versterken.”
Toch pleit de N-VA al jaren voor het Australische model. Samengevat: geef enkele Noord-Afrikaanse landen een zak geld en richt daar asielhubs en opvangkampen in. Wie asiel wil aanvragen, moet dat daar doen.
De Moor: “Het zal geen zak geld zijn, het zullen camions vol geld zijn. Er zitten veel losse eindjes aan dat verhaal. Gaan wij alle mensen die nood hebben aan bescherming invliegen vanuit Tunesië en Marokko? Dat heb ik nog niemand van de voorstanders horen zeggen. Wij zijn ook geen eiland, zoals Australië, dat bootvluchtelingen onderschepte en op kleine eilanden voor de kust opving.”
Een ander principe van dat model is: wie illegaal Europa binnenkomt, moet sowieso terug en maakt nooit nog kans op asiel.
De Moor: “Sorry, maar het recht op asiel is heilig voor mij. Wat gaan de fans van het Australische model doen met oorlogsvluchtelingen die hier illegaal binnenkomen? Terugsturen naar een land waar ze platgebombardeerd worden? Wat met een Russische professor die zijn land ontvlucht om te ontsnappen aan vervolging? Uitleveren aan Vladimir Poetin? Dat gaat toch niet? Als staatssecretaris moet ik met échte oplossingen komen, niet met fabeltjes.”
Wat zijn die oplossingen?
De Moor: “Er moet dríngend een hervorming van het Europese migratiesysteem komen: met sterkere buitengrenzen, een gecontroleerde instroom en een eerlijke verdeling van vluchtelingen over alle lidstaten. Ik wil keihard aan die kar trekken. In 2024 zal ons land zes maanden lang EU-voorzitter zijn, dat is een opportuniteit.”
Sterkere buitengrenzen: betekent dat een Fort Europa?
De Moor: (blaast) “Dat is weer zo’n term… Er mag een muur zijn, maar er moet ook een deur zijn waar mensen naar binnen kunnen komen. Zo kunnen we iedereen screenen en nagaan wie bescherming nodig heeft en wie terug moet. Vandaag gebeurt dat niet. Asielzoekers kunnen om het even waar een grens oversteken en door verschillende lidstaten reizen zonder zich ergens te registreren. Dat kunnen we niet blijven tolereren.”
De Europese grenswacht duwt de laatste jaren bootjes met vluchtelingen terug de zee in en zet mensen af in Libische kampen, waar ze mishandeld worden. Is dat de manier waarop Europa zijn grenzen moet beschermen?
De Moor: “Ik pleit niet voor pushbacks. Bootjes terug in zee duwen zonder te weten wie erop zit en of die mensen bescherming nodig hebben, is tegen het internationaal recht. Maar zonder een nieuw Europees migratiesysteem gaan we samen de dieperik in. De drama’s die zich vandaag aan onze buitengrenzen afspelen, zijn dan nog maar een voorproefje van wat er zal gebeuren.”
De tol van de taliban
U zit op een zichtbaar departement dat Theo Francken en Maggie De Block omhoogstuwde in de populariteitspolls. Rekent u daar ook op?
De Moor: “Dat geldt niet per se voor mij. Ik sta in de schijnwerpers, maar ook in een mijnenveld. De oppositie spiegelt mensen voortdurend magische oplossingen voor, zoals een migratiestop of gesloten grenzen. We moeten blijven uitleggen waarom dat fabeltjes zijn. Een migratiestop is tegen alle internationale verdragen: je kúnt oorlogsvluchtelingen geen recht op asiel weigeren. En willen we echt aan elke grenspaal een militair zetten?”
Vlaams Belang roept dat de regering wél geld heeft voor extra opvangplaatsen voor asielzoekers en ‘om het OCMW van de wereld te spelen’, maar niet om de energiearmoede en de koopkrachtcrisis aan te pakken.
De Moor: “Wij hebben fors geïnvesteerd in meer opvangcapaciteit en personeel, ja. Als we kortere procedures, meer terugkeerders en minder mensen in de opvang willen, hebben we medewerkers nodig die de dossiers afhandelen en de terugkeer organiseren. Vroeger kregen afgewezen asielzoekers een briefje waarop stond dat ze het land moesten verlaten. Niemand wist of ze dat deden, velen doken onder. Nu sporen we die mensen op en brengen we hen onder in gesloten terugkeercentra. Vindt Vlaams Belang dan dat we níét moeten investeren in het terugkeerbeleid? Het klopt ook helemaal niet dat de regering zich niks aantrekt van de energiearmoede. Ze heeft het voorbije jaar al 4,5 miljard euro uitgegeven om de facturen van de mensen te verlichten.”
Wat gebeurt er als een gezin met kinderen het bevel krijgt om te vertrekken? Van de groenen mag u die mensen niet in een gesloten centrum steken.
De Moor: “Die gezinnen worden begeleid en in een open terugkeerwoning geplaatst.”
Hoe belet u dat ze vlak voor hun uitzetting onderduiken?
De Moor: “Dat is een uitdaging. De begeleiding door onze terugkeercoaches is cruciaal: zij hebben een moeilijke job, maar boeken resultaten.”
Hoe komt het dan dat uw terugkeercijfers de helft lager liggen dan onder de vorige regering?
De Moor: (geërgerd) “Door de coronacrisis is dat geen faire vergelijking. Het vliegverkeer was maandenlang verstoord, onze diensten konden amper werken. Covid is hier misschien voorbij, maar niet in de rest van de wereld. Veel landen maken een gedwongen terugkeer onmogelijk. Dankzij onze investeringen in extra personeel gaan de terugkeercijfers nu wel omhoog. De uitwijzingen van veroordeelde sans-papiers zijn ondanks corona ook stabiel gebleven. Dat was van in het begin onze prioriteit: wie uit de gevangenis komt en hier onwettig verblijft, wijzen we uit.”
Bij zijn start als staatssecretaris lanceerde Sammy Mahdi een filmpje met acht beloftes. ‘Geen chaos in de opvang’: de chaos duurt al maanden. ‘Respect voor het internationaal recht’: uw departement is al meer dan duizend keer veroordeeld voor inbreuken op dat recht. ‘Meer terugkeer’: niet gelukt. Heeft jullie beleid gefaald?
De Moor: “Dat is véél te hard, zeker als je naar de internationale context kijkt. Het is niet mijn of Sammy’s schuld dat de taliban weer aan de macht zijn gekomen in Afghanistan – bijna een derde van de asielaanvragen komt van Afghanen. Het conflict in Syrië blijft maar aanslepen, en wie had verwacht dat er weer oorlog zou uitbreken in Europa? Geen enkele andere regering zag door overstromingen plots 1.500 opvangplaatsen weggevaagd. Onze diensten hebben magnifiek werk geleverd om al die crisissen te managen. Wij vangen 55.000 Oekraïners op, die allemaal een verblijfsdocument moesten krijgen. Dat is immens.”
Een jaar geleden pleitte uw partijgenoot Herman Van Rompuy in Humo voor een nieuwe algemene regularisatie: ‘Als ik hoor dat er opnieuw 150.000 illegalen in ons land zijn, vraag ik me af hoelang dat nog houdbaar is. Die mensen worden uitgebuit, slecht gehuisvest en kunnen niet bijdragen aan ons systeem. Kunnen we het ons veroorloven om zoveel mensen in de marge te laten leven, terwijl onze arbeidsmarkt zo krap is?’
De Moor: “Ik ben niet voor een algemene regularisatie. Er zijn al veel legale kanalen om in België verblijfsrecht te krijgen: als arbeidsmigrant, student, vluchteling of in het kader van gezinshereniging. Als iemand niet aan die voorwaarden voldoet, kun je uitzonderlijk iemand regulariseren om humanitaire redenen. Maar we gaan van de uitzondering niet de regel maken.”
Ecolo-voorzitter Jean-Marc Nollet stelt voor om sans-papiers te regulariseren als ze een knelpuntberoep uitoefenen.
De Moor: “Een Tunesiër die hier in de bouw of de zorg wil komen werken, moet de juiste procedure volgen: een werkgever zoeken, een visum aanvragen en op een vliegtuig stappen. Ik wil vermijden dat mensen in een bootje de Middellandse Zee oversteken, hier jaren in de illegaliteit leven en zich laten uitbuiten, in de hoop om ooit geregulariseerd te worden.”
© HUMO