verwaarlozing
Staat Amsterdam op instorten?
Amsterdam moet de komende jaren honderden miljoenen euro’s extra uittrekken om de zieltogende kades en bruggen in de stad op te knappen. Het is het gevolg van decennialang achterstallig onderhoud door bestuurders die hun geld liever uitgaven aan onderwerpen waarmee ze meer konden scoren, klinkt het.
Dat zegt althans wethouder Sharon Dijksma (PvdA) naar aanleiding van het onthullende rapport genaamd ‘Factor 20'. Daarin beschrijft een commissie – onder leiding van de voormalige hoogste ambtenaar op het ministerie van Justitie, Pieter Cloo – pijnlijk hoe al vanaf de jaren 80 structureel werd beknibbeld op het onderhoud van bruggen en kades. De titel is een verwijzing naar de maatregel die nodig is om de waterwerken in de stad weer op orde te brengen: het renoveren van oude kades moet twintig keer sneller dan nu het geval is.
Dijksma had om het rapport gevraagd nadat de afgelopen jaren enkele kademuren in de grachten verdwenen. Eerste onderzoeken wezen uit dat van de 200 kilometer gemetselde kade in de hoofdstad zo’n 10 kilometer in zeer slechte staat verkeert. Van zowat 150 kilometer moet de komende jaren nog blijken hoe snel die precies aan vervanging toe zijn. Uit steekproeven blijkt voorts dat een aanzienlijk deel van de 850 Amsterdamse bruggen niet voldoet aan de huidige veiligheidseisen. Zes bruggen zijn er zo slecht aan toe dat er acuut maatregelen zijn getroffen.
Gebouwd op palen
Het versje luidt dat Amsterdam “die mooie stad, die is gebouwd op palen”. En dat geldt ook voor de kades en de bruggen. Wanneer die eeuwenoude houten palen beginnen te rotten, zakken de bouwwerken langzaam weg. Repareren van zulke verzakkingen is een grote en dure operatie waarbij vaak damwanden geslagen moeten worden en vervolgens met veel technisch vernuft een nieuw fundament moet worden gemaakt. Op dit moment kost het zo’n 20 miljoen euro om 1 kilometer kademuur te herstellen.
Hoe kan het dat de stad het zo ver heeft laten komen, vroeg Dijksma de commissie. De afgelopen maanden spraken de onderzoekers daarvoor onder meer met tachtig (oud-)medewerkers en bestuurders. “We moesten wel wat weerstand overwinnen”, zegt onderzoeker Bert Slagmolen. “Veel mensen zeiden tegen ons: ‘Jullie komen weer zo’n rapport maken dat in een la verdwijnt.’”
Uit de gesprekken bleek hoe vanaf de jaren 80 consequent steeds meer is bezuinigd op het onderhoud; een sluipend proces waarbij het volgens de onderzoekers niet meehielp dat verschillende stadsdelen elk afzonderlijk verantwoordelijk werden voor hun eigen kades en bruggen. “In elk stadsdeel hadden ze zo hun eigen prioriteiten, maar dit onderhoud hoorde daar niet bij”, zegt Slagmolen. “Zo is het langzaam door de vingers geglipt.”
Ambtenaren die hun zorgen uitten werd duidelijk dat bestuurders hun geld liever besteedden aan leefbaarheid of sociale zaken. Dingen waar de kiezers wel iets van merken. Bovendien was lang niet iedereen van de urgentie overtuigd. “Heb jij hier weleens een brug zien instorten?”, was volgens Slagmolen de retorische vraag waarmee zulke discussies werden afgedaan.
‘Onderhoud is niet sexy’
Tot er de laatste jaren dus ineens wel degelijk kademuren instortten. Indrukwekkend was onder meer een gapend gat dat midden in de drukke Marnixstraat ontstond door een lekke kademuur waaruit vele kubieke meters zand waren gelekt. Wonderlijk genoeg vielen er geen slachtoffers.
“Onderhoud is niet sexy”, zo vat Dijksma de praktijk uit het verleden samen. “Maar het moet natuurlijk wel gebeuren.” In een brief onderschrijft zij de conclusies van de onderzoekers en kondigt ze een lange reeks aan maatregelen aan, waarmee het college de kades en bruggen de komende jaren weer in orde wil brengen.
Belangrijk onderdeel van die maatregelen is dat de stad de komende tijd veel strenger moet worden op alle zware voertuigen die door de stad rijden. De kades hebben namelijk extra zwaar te lijden onder vrachtwagens en bouwverkeer, voertuigen waarvan de stedenbouwers van de 17de eeuw nooit hadden kunnen bevroeden dat ze langs de grachten zouden rijden. Het college werkt aan beleid om zwaar verkeer grotendeels te weren uit de binnenstad. Ook moeten Amsterdammers er rekening mee houden dat er op kwetsbare stukken gracht parkeerplaatsen en bomen verdwijnen totdat de kade is gerenoveerd. Het zijn maatregelen die serieuze gevolgen zullen hebben voor de bereikbaarheid van de stad en veel van bewoners en bedrijven in de binnenstad zullen vragen, schrijft Dijksma in haar brief.
Hoeveel het precies gaat kosten is nog onduidelijk, daar hoopt het college de komende maanden meer zicht op te krijgen. Maar zeker is dus wel dat het om honderden miljoenen euro’s zal gaan. Een belangrijke factor daarbij is ook of het de gemeente wel zal lukken genoeg goede aannemers te vinden. De stad zou op dit moment aanmerkelijk minder geld betalen dan bouwbedrijven in tijden van hoogconjunctuur elders kunnen verdienen.
Onderzoeker Slagmolen denkt dat de oplossing daarvoor is om langetermijncontracten aan te gaan met aannemers en samen met hen te zoeken naar vernieuwende technieken om te restaureren. “Dan bied je bedrijven zekerheid en kunnen ze investeren in personeel en materieel. Dat levert uiteindelijk hopelijk lagere kosten voor de stad op dan telkens met spoed een aannemer te zoeken als een kade op instorten staat.”