Spaanse boeren trekken op patrouille tegen crisisdieven
Vroeger lieten ze in het Spaanse dorp de deur open. Nu patrouilleren vrijwilligers tijdens de nacht. Van alles wordt er geroofd sinds het begin van de crisis: van uien tot snoeischaren. Suzanne Daley
José Bria slaapt slecht de laatste tijd. Als hij 's nachts wakker is, rijdt hij soms naar zijn land, even buiten het dorp, om te kijken of alles nog in orde is. Dit jaar is hij al drie keer bestolen: kippen, gereedschap en acht konijnen zijn verdwenen.
Bria (62) is vooral bang dat dieven zijn achthonderd schapen laten weglopen en dat die dan de landbouwgrond van zijn buren ruïneren. "Weet u hoeveel schade een kudde angstige schapen kan aanrichten?"
De boeren van Albelda, in het noordoosten van Spanje, hebben zo veel last van dieven dat ze 's nachts zijn gaan patrouilleren. Met auto's hobbelen ze in het donker over hun velden, tussen de peren- en perzikbomen door.
Veel kleine, geïsoleerde Spaanse landbouwgemeenschappen waren geruime tijd immuun voor de economische crisis. Zoals altijd moest het land worden bewerkt en de veestapel verzorgd. De prijzen waren niet om over naar huis te schrijven, maar er was in elk geval werk. Maar nu bekruipt ook deze gemeenschappen het gevoel dat de crisis voor de deur staat.
"Je steelt geen acht konijnen om ze te verkopen, maar om op te eten", zegt Rosa Marqués (43), opgegroeid in dit dorp van achthonderd inwoners en een van de initiatiefnemers van de patrouilles.
Twee categorieën dieven
Albelda is niet het enige dorp dat zich zorgen maakt over misdaad. Volgens de politie is die op het platteland vanaf 2009 gestaag toegenomen. Niets lijkt meer veilig. De ene nacht wordt een lading uien gestolen, de volgende keer is het een rubberen waterslang. In Albelda zijn brandstof, nietpistolen, elektrische snoeischaren en zelfs zeep verdwenen.
Niet alleen in Albelda, ook elders in Spanje organiseren dorpsbewoners patrouilles, vooral in landbouwgebieden langs de kust. De politie is er niet blij mee, maar begrijpt het wel. Er zijn onvoldoende agenten om de uitgestrekte landerijen in de gaten te houden. "Je kunt de velden niet beschermen door een deur dicht te doen", zegt Jesús Gayosa van de Guardia Civil.
Volgens de politie zijn de dieven te verdelen in twee categorieën: werklozen uit de omgeving die stelen om te overleven, en georganiseerde bendes Marokkanen en Roemenen die de streek kennen omdat ze er hebben gewerkt. Volgens Gayosa wordt gestolen gereedschap soms omgesmolten en verscheept naar China. Over het geheel genomen is de criminaliteit in Spanje de laatste jaren licht gedaald. Al worden de statistieken sinds 2010 op een andere manier worden bijgehouden. Bovendien geldt de afname niet voor alle soorten misdaad. Moord en drugssmokkel lijken minder voor te komen. Maar het aantal gewelddadige berovingen is vorig jaar met 10 procent toegenomen, het aantal inbraken zelfs met een kwart.
Diefstal op het platteland maakt slechts 5 procent uit van alle misdrijven in Spanje, zegt Gayoso. Maar voor de bewoners is dit nauwelijks geruststellend. Ze waren niet gewend aan criminaliteit en sloten hun huizen nooit af. De eerste drie maanden van vorig jaar werden in de provincie Huesca, waarin Albelda ligt, 41 gevallen van diefstal geregistreerd. Dit jaar zijn het er 63. En lang niet van alle diefstallen wordt aangifte gedaan.
Op hun hoede
Door de criminaliteit zijn de dorpsbewoners nu meer op hun hoede dan vroeger. José Maria Chesa (52) heeft samen met haar broer een boerderij met ganzen en kwartels. "We lieten de autosleutels in het slot zitten. Maar tegenwoordig ben ik 's avonds 20 minuten bezig om alles af te sluiten. Geen leuke manier van leven."
Voor de crisis had het dorp een bewaker in dienst die 's nachts een oogje in het zeil hield. Verder werd het gemeenschapsgeld besteed aan de wegen en de waterafvoer. Maar daarvoor is voorlopig geen geld meer.
Onlangs gingen vier bewoners op patrouille. Het is een saaie bezigheid, zeiden ze. Ze namen snacks mee die hun vrouwen hadden klaargemaakt. Ze kenden de routes goed en als er toch iemand verdwaalde, werd die daarmee door de anderen geplaagd. Die nacht reden ze 50 kilometer over zandwegen en hobbelpaden. Zonder resultaat.De Guardia Civil heeft de burgerwachten het advies gegeven dieven niet aan te houden, maar alleen het kenteken te noteren. "Eigenlijk hebben we alleen maar koplampen gezien", zegt Héctor Sediles (39). "Ze zien ons aankomen. Tegen de tijd dat we bij hen zijn, zijn zij hem gesmeerd."
© The New York Times