Soldaat is schuldig, maar premier vraagt amnestie
Het vonnis is geveld: de Israëlische soldaat die een al uitgeschakelde Palestijn doodschoot, is schuldig aan doodslag. Maar de controverse duurt voort. Premier Netanyahu wil amnestie.
Met de veroordeling van een 20-jarige Israëlische sergeant die een ongewapende Palestijn doodschoot, is een einde gekomen aan een rechtszaak die de gemoederen in Israël hoog deed oplopen. Het was misschien nooit tot een rechtszaak gekomen als een Palestijnse activist in maart 2016 geen beelden had gemaakt van de daad. Daarop is te zien hoe sergeant Elor Azaria een Palestijn in Hebron door het hoofd schiet. De man ligt gewond op de grond en lijkt geen bedreiging meer te vormen, nadat hij eerder een militair met een mes had verwond en was neergeschoten.
Aanvankelijk veroordeelde premier Benjamin Nentanyahu de daad en sprak hij zich uit voor een strafrechtelijk onderzoek. Maar onder druk van de publieke opinie maakte hij een draai. Een groot deel van de bevolking meende dat de sergeant geen blaam trof; hij had immers een 'Palestijnse terrorist' uitgeschakeld. Netanyahu nam contact op met Azaria's ouders en liet hen weten: "Als vader van een soldaat en als premier wil ik benadrukken dat het leger achter zijn soldaten staat."
Netanyahu kwam zo in aanvaring met zijn toenmalige minister van Defensie, Moshe Ya'alon, die een proces nodig vond. Het was een van de redenen waarom de premier Ya'alon verving. De nieuwe minister van Defensie, Avigdor Lieberman, had al zijn opwachting gemaakt in de rechtszaal - een onverholen steunbetuiging aan Azaria.
Volgens Ya'alon was de reputatie van de Israëlische strijdkrachten in het geding. Eind vorige week legde hij tegenover een groep militairen in spe uit wat dat hoort te betekenen: "We schieten niet zomaar op iemand, zelf niet als het een terrorist is." Volgens Ya'alon, tevens voormalig bevelhebber van het leger, was het duidelijk dat Azaria had gehandeld "tegen bevelen in, onwettelijk, en in strijd met de waarden van het leger".
In Israël geldt het leger als de hoeksteen van de samenleving. De meeste 18-jarige jongens en meisjes moeten de dienstplicht vervullen, gedurende een periode van maximaal 32 maanden.
Dat Netanyahu enkele weken na het fatale schot "partij koos" voor de sergeant, zoals Ya'alon het noemde, had er volgens commentatoren ook mee te maken dat hij rekening wilde houden met de uiterste rechterflank van zijn coalitie. Minister van Onderwijs Naftali Bennett, leider van de partij Joods Huis, had het zonder enig voorbehoud opgenomen voor de schietende sergeant. Mocht het tot een veroordeling komen, dan moet hij meteen gratie krijgen, zo liet Bennett weten.
De veroordeling wegens doodslag is een feit; de strafmaat wordt waarschijnlijk volgende week bepaald door de militaire rechtbank in Tel Aviv. Azaria kan maximaal twintig jaar celstraf krijgen.
Mogelijk zien de rechters verzachtende omstandigheden: aan de geestelijke gesteldheid van sergeant werd openlijk getwijfeld. Als verzwarende omstandigheid kan gelden dat hij zich, voordat hij in militaire dienst ging, op Facebook al uiterst negatief over Palestijnen had uitgelaten. Dat voedde, ook bij de rechters, de gedachte dat Azaria handelde uit wraakzucht. En niet, zoals de verdachte zelf zei, omdat hij bang was dat de Palestijn die op de grond lag een (denkbeeldige) bomgordel tot ontploffing zou brengen.
Minister van Defensie Lieberman, die het proces eerder een "absurdistisch theater" had genoemd, reageerde opmerkelijk gematigd op het vonnis. Hij noemde het weliswaar 'hard', maar voegde eraan toe dat "iedereen de uitspraak van de rechtbank moet respecteren." Het leger moet boven elke politieke twist staan, zei hij.
'In de steek gelaten'
Maar sommige politici, inclusief premier Netanyahu, willen zich niet neerleggen bij het vonnis. Woensdagavond zei Netanyahu dat Azaria amnestie verdient. "Soldaten zijn onze zonen en dochters." Ook andere bewindslieden spraken zich uit voor amnestie. Minister van Cultuur en Sport Miri Regev, een uitgesproken havik in het kabinet van haar partijgenoot Netanyahu, zei: "Een soldaat is in de steek gelaten." Regev, een voormalige woordvoerster van het leger, doelde op oud-minister Ya'alon en de legerleiding, die voorstander waren van het proces.
De bewindsvrouw vertolkte de mening van velen, onder wie de ouders van de sergeant. Zij kondigden bij monde van diens advocaat aan in beroep te gaan, ongeacht de hoogte van de straf. Medestanders van de militair, die zich verzameld hadden bij de rechtbank, gaven luidkeels blijk van hun ongenoegen. Tijdens de uitspraak van de rechters raakten ze slaags met de politie.
Palestijnen in Hebron, de stad op de bezette Westelijke Jordaanoever waar Azaria de 21-jarige Abdel Fattah al-Sharif had omgebracht, reageerden opgelucht op het vonnis. De laatste keer dat een Israëlische militair wegens doodslag werd veroordeeld, is twaalf jaar geleden.
Ahmed Tibi, lid van de Arabische fractie in het Israëlische parlement, stelde dat veel meer soldaten en hun commandanten voor een Israëlische rechter hadden moeten verschijnen. "Vijftig jaar bezetting heeft meer dan één Azaria voortgebracht."