Slachtoffers kettingbotsing Zonnebeke zitten met veel vragen
De slachtoffers van de kettingbotsing op de A19 in Zonnebeke zitten met veel vragen. Dat bleek gisterenavond uit een informatievergadering van de provincie West-Vlaanderen waar bijna honderd mensen op afkwamen. De meeste vragen gingen over de verzekering en de vrijgave van de wagens door het parket.
Precies twee weken na de drievoudige kettingbotsing op de A19-snelweg zitten heel wat slachtoffers met een hoop vragen. De vragenronde van de slachtoffers duurde bijna een uur, even lang als het infomoment zelf.
Provinciegouverneur Carl Decaluwé was aanwezig, net zoals leden van de lokale en federale wegpolitie, de dienst dringende interventies en het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk De Papaver. De meeste vragen gingen naar Johan Lescrauwaet van het parket van Ieper en de beroepsvereniging van verzekeraars Assuralia.
Wanneer de slachtoffers om hun wagen mogen gaan, was een veel gestelde vraag. "Helaas konden we daar moeilijk op antwoorden", zei Lescrauwaet. "We zijn nog mensen aan het verhoren en de expertise van de voertuigen loopt nog. We geven de wagens één voor één vrij. Van zodra ze vrijgegeven zijn, moeten de mensen hun verzekeraar aanspreken, over het ongeval, maar bijvoorbeeld ook over het standgeld bij de garagist", aldus Lescrauwaet.
Het parket belooft zo snel mogelijk te werken, maar erkent dat veel slachtoffers pas na de eindejaarsfeesten hun wagen terugkrijgen. Pas dan kunnen de slachtoffers hun verzekeraar aanspreken en een beroep doen op de verzekeringen die van toepassing zijn, zoals hospitalisatieverzekering, familiale verzekering of beroepsverzekering.
"Maar er zijn ook schuldigen. Niet enkel de mist heeft geleid tot de kettingbotsing. Ook enkele mensen moeten zich verantwoorden voor de politierechtbank", aldus Lescrauwaet.