WonenBinnenkijken
Sixties-architectuur en een knalgele badkuip: modeontwerpster verruilde de stad voor dit droomhuis
Een knalgele badkuip die wat weg heeft van Barbapapa, sixties baksteenarchitectuur en een designzetel van Hella Jongerius: modeontwerpster Eva Maria Bogaert mixt alles tot één samenhangend geheel in haar architectenwoning vlak bij Brugge.
Hoge huizenprijzen, krappe woningen en weinig groen: stadsvlucht tiert welig onder jonge gezinnen. Ook modeontwerpster Eva Maria Bogaert verruilde de stad voor een dorp. Al waren haar motieven helemaal anders. Ze werd geboren in Jabbeke en belandde, na passages in Brussel, Berlijn en Antwerpen, in Gent, samen met haar man Pieter en hun twee jonge kinderen. “We woonden in een duplex loft dicht bij het Baudelopark. Fantastisch. En toen kwam plots ons droomhuis te koop. Het huis waarover we altijd gezegd hadden: daarvoor keren we terug naar West-Vlaanderen. Eigenlijk kwam het voor ons een paar jaar te vroeg. We waren nog niet klaar om de stad te verlaten. Toch tekenden we in 2013 het compromis. En een jaar later verhuisden we.”
Dat droomhuis is de architectenwoning die Hendrik ‘Rik’ Scherpereel ontwierp en bouwde eind jaren 60. En waar hij al die jaren woonde en werkte. Dit is dus ook het ouderlijk huis van architect Peter-Jan Scherpereel. Die vormt samen met ontwerper Tom Mares het designduo PJ Mares, bekend van hun Nomax-keuken en hun objecten voor Serax. Rik Scherpereel werkte lange tijd voor Arthur Degeyter, een bekende Brugse architect die het radicale modernisme bijvijlde tot een aangenaam leefbare variant. Voor zijn eigen huis koos Scherpereel voor uitgesproken baksteenvolumes met betonnen details en een steil lessenaarsdak. Binnenin vallen de blote bakstenen op, net als de houten plafonds en het natuursteen op de vloer.
Eva Maria en Pieter kochten het huis van Rik zelf, een vriend van Pieters ouders. Het was nog volledig in originele staat. “We wilden er zo weinig mogelijk aan veranderen. Nergens raakten we aan de indeling van het huis”, vertelt Eva Maria. Al was het af en toe wel verleidelijk, want voor wie van een zonovergoten loft komt, is de baksteenarchitectuur even wennen. “In het begin had ik het gevoel dat ik moest opboksen tegen het ontwerp. Zo is de leefruimte een beetje donker door het lage dak en de luifel aan de tuinkant. Maar extra ramen zouden de architectuur geweld aandoen. Mocht ook blijven: de muur tussen de keuken en de living, die in hedendaagse verbouwingen vaak sneuvelt. Wij kozen bewust niet voor zo’n leefkeuken. Al kwam er wel een kleine driehoekige uitsparing die een connectie maakt.”
Fallus
De keuken en de badkamer waren wel toe aan een update naar de 21ste eeuw. Een klus die werd geklaard door Doorzon Interieurarchitecten. In de badkamer konden de tegeltjes op de wand en de vloer behouden worden. Er kwam wel een nieuw bad en twee nieuwe wastafels. “De basis voor het bad maakte ik zelf, samen met een vriend. De afwerking in polyester is een giftig klusje dat we uitbesteedden.” Wat meteen opvalt, is het kleurgebruik: een knalgele badkuip en eenmintgroen lavabomeubel. Eva Maria: “In dit huis heb je echt kleur nodig.”
Ook de keuken kreeg een shot kleur. “Witte keukens vind ik maar niks. Dus opperde ik bij Doorzon dat ik graag groene kasten wilde. Toen een van de aannemers dat zag, verklaarde hij me voor gek: ‘Dat is de kleur van Cercle Brugge!’ Onbegrijpelijk voor een Club-supporter. Maar ik vind het prachtig.” Verder vallen de organische vormen op. Zowel het eiland als het aanrecht met het kookvuur zijn welvend. “Het werkt heel instinctief. Je gaat er spontaan tegenaan leunen.” Toen Doorzon het ontwerp van het eiland voorstelde, verslikte Eva zich toch even in haar koffie. “Ik dacht dat het een fallus was, maar het bleek een ijsje”, lacht ze.
Cursusblok
In de vroegere bureauruimte van architect Scherpereel richtten Eva Maria en Pieter een speel-, logeer-, tv- en studeerkamer in, samen met een extra badkamer. Moest dat ooit nodig zijn, dan kan de ruimte omgebouwd worden tot compact appartement, waardoor een kangoeroewoning ontstaat. Bij de verbouwing kwam een extra deur tussen de werkplek en de keuken. Ook hier spat de kleur van de muren. De badkamer bleef eerder subtiel: witte tegels met blauwe voegen. “Net een cursusblok.” In de polyvalente leefruimte domineert dan weer roze. Eva Maria knipte er het lotusbehang uit en liet het doorlopen over het plafond en de deur. Ook de iconische Togo-zetels en de kraan in de lavabo zijn knalroze.
De vroegere garage is nu Eva Maria’s atelier. Sinds 2018 runt ze haar eigen modelabel, na een carrière als kunstenares. In 2000 studeerde ze af aan het HISK en exposeerde onder meer in het SMAK en op de Poëziezomer van Watou. “Voor mij is er eigenlijk geen verschil tussen schilderkunst, beeldhouwkunst en mode. De ideeën en de tools zijn hetzelfde: kleur, materiaal en compositie. Voor mij zijn ambacht en ecologie heel belangrijk. Ik maak vooral pièces uniques en produceer alles met de hand. Meestal gebruik ik trouvailles en stofoverschotten van haute couture designlabels, zoals Prada. Dat zijn kleine coupons waaruit ik meestal maar één stuk kan maken. Daarnaast maak ik ook eigen prints, die ik soms rechtstreeks op de stoffen schilder.”
BIO
Modeontwerpster Eva Maria Bogaert en haar man, notaris Pieter Van Hoestenberghe, wonen sinds 2014 in Varsenaere met hun tienerkinderen Isaak en Iza-Maria / ze trokken in de architectenwoning van Hendrik Scherpereel, die ze deels lieten verbouwen door Doorzon Interieurarchitecten / dat bureau werd in 2005 opgericht door Stefanie Everaert en Caroline Lateur / evamaria.me en doorzon.be