ArchitectuurBinnenkijken
Schuilplaats tussen land en strand
Het ultieme vakantiehuisje bestaat, en wel op het Nederlandse Waddeneiland Texel. Op zoek naar een alternatief voor hun afgeleefde fiftiesbungalow klopten de bewoners aan bij Patrick Meijers van de Rotterdamse Orange Architects. Met een open indeling en een transformeerbaar interieur creëerden ze een zee van ruimte op zeventig vierkante meter.
Een oase van rust, verscholen in het groen en op tien minuten wandelen van de Noordzee. Zo’n geheime locatie op het Waddeneiland Texel klinkt sowieso als een vakantiedroom, maar wacht tot je het strak vormgegeven huisje ziet. De geometrische constructie van hout, met grote, zuidgerichte ramen en een hellend dak met geïntegreerde zonnepanelen, is maximaal gericht naar het licht, maar wordt toch gebufferd door een rij bomen. Onder de zwarte buitenschil zit een licht en flexibel interieur dat zich gedurende de dag aanpast aan het ritme van de bewoners.
Het geheim zit ’m in de open en transformeerbare indeling. In plaats van binnenmuren die de ruimte alleen maar beperken, kwam er een centraal meubelblok waarin alle woonfuncties – keuken, badkamer, studiehoek en uitklapbare bedden – verborgen zitten achter houten panelen. Op die manier kunnen de bewoners op elk moment een andere invulling geven aan hun huisje. Slim bekeken. Het mag dus niet verbazen dat dit ogenschijnlijk eenvoudig tiny house de Rotterdamse Orange Architects internationale aandacht bezorgde. En dat voor een ontwerpbureau dat maar zelden private projecten aanneemt. “Veel kandidaat-bouwers hebben zo’n duidelijk plan in hun hoofd dat ze geen architect meer nodig hebben. Maar voor dit project maakten we graag een uitzondering”, vertelt Patrick Meijers van Orange Architects. “Het verhaal begon heel grappig. De eigenaars wonen bij mij in de straat. We kenden elkaar van ziens, maar hadden nog nooit gesproken. Op een avond stonden ze bij mij voor de deur. ‘Meneer, u bent toch architect? Kunt u voor ons geen vakantiehuisje bouwen?’”
De bewoners, een koppel vijftigers met drie volwassen kinderen, waren al een tijdje op zoek naar een eigentijds alternatief voor hun gedateerde weekendbungalow. “Het was zo’n typische kubus uit de jaren vijftig, met kleine, aparte slaapkamertjes en een onpraktische woonkamer”, vertelt Patrick. “Soms verblijven ze er met z’n tweeën, dan weer met de hele familie. Met het oog op de volgende generatie was flexibel ruimtegebruik dus cruciaal. Daarom ontwierpen we een verstelbaar interieur dat zich plooit naar de wensen van de bewoners en waar vlot geschakeld kan worden tussen dag en nacht. Zo verandert de open leefruimte ’s avonds in verschillende slaapruimtes wanneer de bedden uit de kast komen.”
Lievelingsplek
Het huisje werd prefab gebouwd in de loods van een aannemer op het vasteland en vervolgens in grote puzzelstukken getransporteerd naar het eiland, waar het ter plaatse in elkaar gezet werd. Voor de inrichting deed het architectenkantoor een beroep op een gespecialiseerde schrijnwerker. “Het 3D-ontwerp omzetten naar de praktijk was millimeterwerk, maar het resultaat is precies waar we op gehoopt hadden”, vertelt de architect.
“Het belangrijkste is natuurlijk dat de bewoners helemaal verliefd zijn op hun buitenhuisje. De eigenares had maar één wens: een overdekt terras waar ze in alle seizoenen buiten kon zitten. Speciaal voor haar voorzagen we een windluw terras onder het dak, met lamellen die, afhankelijk van het weer, open of dicht kunnen. Dat dit nu haar lievelingsplek is, doet me plezier.”