Maandag 05/06/2023

Blik op BelgiëBrussel

Schrijver Sulaiman Addonia wil komaf maken met de ‘censuur’ op literaire festivals in Brussel

Schrijver Sulaiman Addonia: 'Literaire festivals in Brussel zijn een vorm van censuur.' Beeld jan boeve
Schrijver Sulaiman Addonia: 'Literaire festivals in Brussel zijn een vorm van censuur.'Beeld jan boeve

Het Asmara-Addis Literary Festival – In Exile (AALFIE), een literair festival in Brussel dat diversiteit en meertalige ideeën viert, gaat zondag van start. Toch liep de organisatie niet van een leien dakje. Toen Sulaiman Addonia (47) partners zocht voor het festival kreeg hij te horen dat de Arabische en Afrikaanse gemeenschappen in Brussel nu eenmaal niet van literatuur houden.

Aya Sabi

Addonia is Eritrees, Ethiopisch en Brits. Hij werd geboren in een Soedanees vluchtelingenkamp: “Voor veel mensen is dat de plek van armoede en honger, maar voor mij is het thuis.” Hij bracht zijn kinderjaren door in Saudi-Arabië, studeerde economie in Londen en zit nu tegenover mij in Le Pitch Pin aan het Flageyplein in Elsene.

Smokkelwaar

“Ik riskeerde een zware straf in Jeddah waar ik verboden boeken las, daar waren boeken een smokkelwaar. Ik deelde één krant met vele anderen in het vluchtelingenkamp. En hier zit ik dan, terwijl jij zegt me dat wij niet van literatuur houden? Deze gemeenschappen hebben een rijke literaire traditie, maar we moeten er ook voor zorgen dat we hen bereiken. Ik ben een introvert. Er moet echt een goede reden zijn voor ik mijn personages verlaat.”

En die redenen heeft Addonia gevonden: “Literaire festivals in Brussel zijn een vorm van censuur.” Ik moet lachen om het woord ‘censuur’. Addonia is een schrijver die in Saudi-Arabië heeft gewoond, maar dit woord gebruikt om de hoofdstad van Europa te beschrijven.

“Toen ik mijn eerste boek schreef, was ik in Londen. Dat gevoel van vrijheid was voor mij alles waard, maar dan kreeg ik mails van de uitgever in de Verenigde Staten dat ze het boek om een aantal inhoudelijke redenen niet konden publiceren. Ik realiseerde me toen dat niemand echt vrij is, ook hier niet. We kunnen enkel proberen zoveel mogelijk vrijheid te veroveren op de wereld.”

Brussel is de (voorlopig) laatste halte van een lange reis. Hij heeft onderweg veel moeten opofferen. “Ik weet hoe moeilijk het is om een migrant te zijn, te leven met zoveel talen. Je komt ergens aan en je hoort mensen meteen zeggen: ‘Onze taal leren is de enige manier om erbij te horen.’ Dit klopt niet. Ik zeg niet dat migranten de taal niet moeten leren, dat zou dom zijn. Ik zeg wel dat sommige mensen geldige redenen hebben waardoor een nieuwe taal leren zo’n traag proces is. Er is meer tijd nodig voor nieuwkomers, de taal leren is echt niet zo vanzelfsprekend. Soms sta ik stil bij de reden dat ik al deze talen spreek en besef ik dat taal niet altijd iets is wat gevierd moet worden.”

“Elke taal is een nieuw trauma.” Zo beschrijft hij het. Addonia weigerde Nederlands te leren toen hij net hier was. Hij vond het niet oké dat hij wéér een nieuwe taal moest leren. “Mijn partner kreeg een job in Brussel en ik volgde.”

Anonimiteit en isolatie

Het was voor de jonge vader toen ook een manier om te ontsnappen aan de verwachtingen van zijn literaire agenten en uitgever in Londen. Brussel bood hem de anonimiteit en isolatie die hij nodig had. “Om het boek te schrijven, heb ik eerst mezelf herschreven. Ik heb veel opgeofferd voor mijn vrijheid. In mijn verbeelding is mijn moeder bijvoorbeeld dood.” Ik denk aan alle mensen en dingen die ik denkbeeldig zou moeten omleggen om ooit hetzelfde te kunnen doen.

Nu is Addonia wel begonnen met Nederlands te leren en verliefd te worden op Brussel. Ik praat drie keer langer met de schrijver dan nodig is. Net voor we aan onze wandeling willen beginnen, verzamelen zich donkere wolken boven het Flageyplein. Het begin te stortregenen, ook dit is Brussel. Daarom blijven we zitten in Le Pitch Pin.

Addonia wijst naar de bestofte gokkasten die ongebruikt in de hoek van het café staan: “Het is hier niet meer wat het geweest is.” Addonia heeft in dit café aan een van de houten tafeltjes zijn laatste boek Stilte is mijn moedertaal geschreven. Dit café, de rest van de stad, alles is deel van wie hij is, wat hij schrijft. “Als ik hier zit, kijk ik op en zie ik iets wat mijn interesse wekt. Dan wordt dat ook deel van mijn artistieke oefening.”

Literair festival AALFIE, vanaf 29 mei op verschillende locaties in Brussel.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234