Schilder J.K. zkt. galerie in A.
Jeroen Krabbé (70) is niet alleen een bekend Nederlands acteur en regisseur, hij schildert ook. Onlangs zei hij in het Radio 1-programma Touché: 'Ik zou ontzettend graag een galerie hebben in Antwerpen.' Zijn Londense galerie heeft onlangs de deuren gesloten. Wat schildert Krabbé en hoe reëel is de kans dat zijn werk in Antwerpen te zien zal zijn?
Jeroen Krabbé speelde in Soldaat van Oranje en regisseerde in 2001 zelf De ontdekking van de hemel, het magnum opus van Harry Mulisch. Vorig jaar had hij nog een hoofdrol in de vierdelige tv-serie over Vincent van Gogh: Een huis voor Vincent. Daarin vertolkte hij de rol van de neef van de legendarische Nederlandse schilder.
Het is geen toeval dat Jeroen Krabbé opduikt in een serie over Vincent van Gogh: Krabbé schildert zelf niet onverdienstelijk en zijn schilderijen verraden de invloed van Van Gogh en nog enkele andere grote meesters. Krabbé schonk met plezier enkele van zijn oude kwasten, schilderskisten en paletten om in de televisieserie te gebruiken en toonde bovendien aan hoofdrolspeler Barry Atsma (Vincent van Gogh) hoe een schilder zijn penselen echt vasthoudt.
Jeroen Krabbé werd in 1944 geboren in een artistieke familie. Zijn vader en grootvader waren schilders, zijn oudere broer Tim Krabbé is schrijver. Zelf studeerde hij aan de beroemde Rietveld Academie in Amsterdam (1961-'62), maar gooide het al snel over een andere boeg en ging drama studeren aan de Amsterdamse Toneelacademie. In 1975 nam hij het schilderen weer op en sinds 1992 is hij onderdak bij de Londense Francis Kyle Gallery in de chique wijk Mayfair, die vooral schilders aanbiedt die stevig in de traditie geworteld zijn en uitmunten in figuratieve landschappen.
In al die jaren kreeg hij er elf solotentoonstellingen, waarop hij zijn olieverfschilderijen en aquarellen presenteerde: heldere landschappen en zeegezichten met zinderende, verzadigde kleuren, die - alweer niet toevallig - vaak in de Provence gesitueerd zijn, de plek waar ook Vincent van Gogh in zijn laatste levensjaren als een geobsedeerde schilderde.
Gewaagd palet
Het schilderwerk van Krabbé, in de prijsklasse van 5.000 tot 38.000 euro, ligt erg goed in de markt in Londen en wijde omstreken. Zijn expo's waren naar verluidt altijd uitverkocht. Zijn oeuvre past dan ook perfect in de klassieke smaak van de gegoede Britse upper middle class: landschappen en marines die niet alleen de sfeer en de aanpak van Van Gogh ademen, maar ook refereren aan het soms gewaagde kleurenpalet van Paul Gauguin en de stripachtige akkers en heuvels die David Hockney, een Brits-Amerikaans monstre sacré, de laatste jaren in zijn geboortestreek North Yorkshire heeft geborsteld. Vergeleken bij deze schilders valt het werk van Krabbé in de zeer gunstige prijsklasse. En dat is een understatement.
Maar in september heeft de Francis Kyle Gallery haar deuren gesloten. In de jongste aflevering van Touché solliciteerde Jeroen Krabbé dan ook naar een nieuwe galerie. "Ik zou ontzettend graag een galerie hebben in Antwerpen", vertelde hij aan Friedl' Lesage. Antwerpen is de stad waar Krabbé in 1998 zijn film Left Luggage opnam. Daarin speelde hij zelf de belangrijke rol van de gesloten, joods-orthodoxe vader. Ook de zoon van Jeroen Krabbé, Jasper, zat een tijdlang bij een Antwerpse galerie. Antwerpen is de schilder dus niet onbekend.
"Antwerpen heeft ontzettend goede galeries", zei Krabbé in Touché. "Ik vind Antwerpen een kunstzinnige stad, er gebeurt veel, niet alleen op modegebied maar ook op schildergebied. En jullie hebben Luc Tuymans, een meesterlijk schilder."
Luc De Vos
Maar of het zo eenvoudig wordt voor Jeroen Krabbé valt te betwijfelen. "Zijn werk is mooi en waardevol, maar hij is niet de enige die landschappen schildert", reageert Adriaan Raemdonck, galeriehouder van De Zwarte Panter in Antwerpen en voorzitter van de Belgische Moderne en Hedendaagse Kunstgaleries. "Ik heb zeker sympathie voor Jeroen Krabbé, maar ik zie niet meteen een galerie die hem met open armen zal ontvangen. Krabbé is geen jonge kunstenaar. Een galerie investeert graag in jong talent waarin je gelooft en waarmee je gezamenlijk een traject kunt afleggen. Je kunt natuurlijk spelen met zijn naam, zijn grote bekendheid als acteur en regisseur. Maar als ik hem nu zou binnenhalen, dan gedraag ik mij toch meer als een kunsthandelaar dan als een galeriehouder."
"Pas op. Ik vind Krabbé persoonlijk een heel boeiende figuur en ik hou ook erg van dat soort dubbeltalenten. Ik heb graag gewerkt met Wannes Van de Velde en Hugo Claus en werk nog altijd met Jan Decleir: een zanger, een schrijver en een acteur die ook beeldend werk maken. Ik sta daar nog altijd helemaal achter. Maar ik heb ook ervaren hoe moeilijk het is, omdat de werelden van literatuur, zang en beeldende kunst zo gescheiden zijn. Weet je dat De Zwarte Panter in 1993 mee een bibliofiele map heeft uitgebracht met teksten van Luc De Vos, die meer dan een gewone zanger was? Fred Bervoets, Jan Vanriet en Pjeero Roobjee hebben werk gemaakt bij de teksten van Luc De Vos. Dat is helemaal vergeten."