Vrijdag 09/06/2023

AchtergrondSchermtijd

Schermtijd in het buitengewoon onderwijs loopt op: ‘Ik kom alleen maar buiten als er wifi is’

Ook buoleerlingen Maarten, Yentl en Lars geven toe dat ze veel op hun smartphone en laptop zitten om te studeren en om te ontspannen.  Beeld Thomas Sweertvaegher
Ook buoleerlingen Maarten, Yentl en Lars geven toe dat ze veel op hun smartphone en laptop zitten om te studeren en om te ontspannen.Beeld Thomas Sweertvaegher

Jongeren in het buitengewoon onderwijs spenderen meer tijd achter een scherm dan hun leeftijdsgenoten, blijkt uit het nieuwe Apestaartjaren-onderzoek. Omdat ze online niet ‘buitengewoon’ maar ‘gewoon’ zijn?

Michiel Martin

“Dat wij hier veel voor een scherm zitten?” Lars (16) onderdrukt een veelbetekenend glimlachje. We zitten op de speelplaats van Sint-Lodewijk in Wetteren, waar een kleine tweehonderd jongeren buitengewoon onderwijs volgen. “Op een schooldag is dat bij mij zowat ieder moment. Ik werk op een laptop, tijdens de pauzes luister ik muziek en ’s avonds kijk ik een serie of game ik. Weet je, een dag is keilang. Er zijn nu eenmaal niet zoveel alternatieven om buiten te komen als je op internaat zit.”

Hij zou het nochtans graag hebben, een buitenactiviteit die hij én graag doet én waar geen scherm bij te pas komt. “Ik heb het wel geprobeerd hoor, sporten of de scouts.” Lars wijst naar de braces die zijn onderbenen omklemmen. “Online weet niemand dat ik die draag. Ik vind niet dat het mij moet definiëren.”

In het tweejaarlijkse Apestaartjaren-onderzoek van Mediawijs, Mediaraven en MICT is voor het eerst uitgebreid gepeild naar de digitale leefwereld van leerlingen in het buitengewoon onderwijs (buo), en dat levert een opvallende vaststelling op: het gebruik van toestellen is een pak intensiever dan in het reguliere onderwijs.

Op een schooldag spendeert een op de vijf buoleerlingen meer dan vier uur op de smartphone, op een vrije dag is dat bijna de helft. Ook het gebruik van laptop of pc ligt in die grootteorde, beduidend meer dan bij hun leeftijdsgenoten. “We zien dat ze vooral meer gamen”, zegt onderzoekster Hadewijch Vanwynsberghe (Mediawijs). “Ze vinden er een veilige omgeving waar ze gewoon leuke dingen kunnen doen.”

Sexting

“Verveling.” Dat is effectief de reden waarom Yentl (14) op sommige avonden urenlang door TikTok scrolt. Ook Maarten (14) heft de schouders bij de hypothese in het Apenstaartjaren-rapport: dat de smartphone ‘hun toegangspoort tot de wereld’ kan zijn, of ‘een handig hulpmiddel om hun beperkingen te compenseren’.

Ja, buoleerlingen lopen vaak een beetje achter op hun leeftijdsgenoten, die gemiddeld al na acht jaar en vier maanden een eerste smartphone in de hand hebben. Sociale media komen doorgaans later op hun pad, en ze gebruiken nog Facebook – jawel, Facebook. Maar de games die ze spelen of de hoeveelheid haatspraak waarmee ze in aanraking komen, verschilt niet zo gek veel. En ze doen evengoed aan sexting. “Ja hoor”, zegt Karen Van De Ginste, begeleidster in Sint-Lodewijk. “Ik weet van verschillende jongeren dat ze weleens zo’n foto versturen.”

Toch weet Van De Ginste dat er ook waarheid in de hypothese schuilt. “Online vinden ze aansluiting bij jongeren of kinderen van hun eigen leeftijd, en kunnen ze tonen waar ze wél goed in zijn.” Ze verwijst naar Ilya (15), een jongen met een zware beperking, die in de leefgroep moeilijk aansluiting vindt rond het thema gamen. Via Discord lukt dat wel, vaak met onbekenden waar hij de populaire game Roblox mee speelt.

“Een vriend is voor mij iemand waarmee je kunt praten over van alles en nog wat”, tikt Ilya op zijn smartphone, die hij gebruikt om te communiceren. In de online wereld durft die brede definitie van vriendschap al eens een risico te zijn, merkt Van De Ginste. “Als we sommige jongeren laten doen, zouden ze iedereen toevoegen. Wie hun echte vrienden daar zijn, voelen ze niet altijd even goed aan.”

Begeleidster Karen Van De Ginste: 'Als we sommige jongeren laten doen, zouden ze iedereen toevoegen. Wie hun echte vrienden daar zijn, voelen ze niet altijd even goed aan.' Beeld Thomas Sweertvaegher
Begeleidster Karen Van De Ginste: 'Als we sommige jongeren laten doen, zouden ze iedereen toevoegen. Wie hun echte vrienden daar zijn, voelen ze niet altijd even goed aan.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Het zijn bezorgdheden die Vanwynsberghe wel vaker binnenkrijgt van begeleiders in het buo. “Ze zien die jongeren continu op een scherm, waar ze niet enkel met de leuke maar ook de minder leuke dingen in contact komen.” Ondanks dat intensieve gebruik blijkt uit de cijfers echter dat ze niet per se meer in contact komen met ongewenste inhoud of vaker aangeven dat ze games niet meer links kunnen laten liggen.

Het blijft natuurlijk zelfrapportage, aldus Davy Nijs (Mediawijs), die onderzoek doet naar digitale inclusie. “We weten dat er een verhoogd risico is op verslaving vanaf een bepaalde hoeveelheid schermtijd. Die intensiteit baart dus zeker zorgen.” Volgens hem krijgen kwetsbaarheden ook onvermijdelijk een verlengstuk in de online wereld. Zo blijkt online reclame herkennen of de juiste zoektermen gebruiken een moeilijkheid voor buoleerlingen.

Digitale balans

Die klemtonen ontbreken volledig in het begeleidende kader. Tik je de zoektermen ‘schermtijd’ en ‘buitengewoon onderwijs’ in, dan kom je terug van een kale reis. “Onze mediawijsheidshandvaten hebben we zelf moeten ontwikkelen”, zegt Van De Ginste. Bijna 60 procent van de buoleerlingen leert op school niet hoe je een digitale balans vindt, terwijl hun schermgebruik dus wel hoger ligt.

Schermtijd is inderdaad niet altijd een evident thema in het buitengewoon onderwijs, horen we ook bij andere scholen. Toch zit het probleem ook breder: een op de drie heeft thuis geen regels over schermgebruik, dat aandeel ligt veel lager bij leeftijdsgenoten. “Voor ouders van een kind met een beperking komt er sowieso al veel extra zorg bij kijken”, reageert Van De Ginste. “Een scherm kan dan een momentje van zelfzorg zijn.”

Toch mogen we de kop niet in het zand steken, vind ze. Naast mediawijsheid bijbrengen, gaat het dan ook over het voorzien van aantrekkelijke alternatieven. Ik vraag aan Ilya wat hij zou kiezen: iets leuks doen buiten of toch maar achter het scherm blijven. “Buiten”, roept hij. “Da’s gezwans”, zegt Maarten, die zelf één voorwaarde stelt: “Ik kom enkel buiten als er wifi is.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234