Schaken is het nieuwe poker
Zoals bij alle trends is informatisering het codewoord. ‘Computers berekenen in geen tijd alle mogelijke zetten, en slaan alle partijen op. Jongeren kunnen zo snel een zeer hoog niveau halen’, zegt Luc Cornet, verantwoordelijke van alle Belgische toernooien.
Het modehuis G-Star had vorig jaar al begrepen dat schaken hot is. Voor de winterlijn koos het de Noorse wonderboy Magnus Carlsen als gezicht van hun merk. En hoewel Carlsen niet moeders allermooiste is, had het daar goede redenen voor. Carlsen verwierf op de leeftijd van amper 13 de titel van ‘Grootmeester’, de hoogst haalbare titel die de Fédération Internationale des Echecs (FIDE) toekent. Op dit moment bedraagt de ELO-rating van de 20-jarige Carlsen maar liefst 2810,4. Dat wiskundig getal geeft de sterkte aan en werd genoemd naar de uitvinder, Arpad Elo. De jonge Carlsen, over wiens leven al een biografie en een film verscheen, geldt sinds een aantal jaren officieus als de beste schaker ter wereld.
Toen eind jaren ’70 de eerste schaakcomputers kwamen, een soort elektronisch schaakbord waartegen spelers het kunnen opnemen, hadden die aanvankelijk een te laag speelniveau. Toch moesten clubschakers het amper tien jaar later al afleggen. In 1997 versloeg de schaakcomputer ‘Deep Blue 2’, een creatie van computerbedrijf IBM, met Garri Kasparow zelfs de beste schaker. Nu we het gewend zijn om lang naar beeldschermen te staren, hebben de schaakcomputers evenwel plaatsgemaakt voor schaaksoftware. En hoewel de huidige computers beter schaken dan nagenoeg elke speler, is het tegenwoordig veel minder een kwestie van ‘man versus machine’. In tegendeel: de computer is een bondgenoot geworden. “Door de invloed van de computer moest ik mijn denkwijze aanpassen. Het schaken is veel jonger en frisser geworden”, beseft ook de Indiër Viswanathan Anand, regerend wereldkampioen en met zijn 41 een stokoude schaker.
Ook in de schaakwereld weet vooral de jeugd de informatisering te benutten. De piepjonge toppers komen de laatste jaren massaal aan de oppervlakte, om elkaar onophoudelijk naar de kroon te steken. Zo was de verrassing vorige week groot toen de 16-jarige Anish Giri in Wijk aan Zee Carlsen deed afdruipen. De ster van de jonge snaak, geboren in Sint-Petersburg uit een Russische moeder en een Nepalese vader, fonkelt fel. Sinds kort wordt het nieuwe troeteldier van schakend Nederland trouwens getraind door de Belgische Rus Vladimir Tsjoetsjelov.
Belgisch talent
Wie in België op zoek gaat naar zo’n ruwe diamant, komt uit bij Tanguy Ringoir. Dit 16-jarig talent behaalde een huidige ELO-rating van 2389. Het Belgisch schaken hinkt echter achterop. Hoewel sommige scholen wel de mogelijkheid bieden om te schaken, is België in deze niet te vergelijken met landen als Nederland, Duitsland, Frankrijk en vooral Rusland. Nu ontslagnemend Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) onlangs nog weigerde om schaken als sport te erkennen, zal daar niet snel verandering in komen. Dat maakt dat het Belgisch schaakniveau laag ligt, en er niet van te leven valt. “Ik gok dat een ELO-rating van zo’n 2600 ook voor Tanguy het hoogst haalbare zal zijn, en heb hem dan ook gewezen op het belang van zijn studies”, aldus realistische mecenas François Vandamme.