Salzburger Festspiele kunnen niet
'Cronaca del Luogo': nieuw meesterwerk van Luciano Berio
zonder een schandaaltje
Luciano Berio, de grote Italiaanse componist, heeft voor de Salzburger Festspiele een nieuw meesterwerk geschreven. Zonder een klein schandaaltje gaat dat daar niet, maar dat mag de blik niet vertroebelen. Cronaca del Luogo is, met enkele restricties, wel degelijk een belangrijk werk. Schandaaltjes zijn er in Salzburg, zoals elk jaar, veel te beleven. Nu Gerard Mortier eindelijk duidelijk heeft kunnen maken dat hij écht weggaat, kunnen de boulevardkranten naar hartelust speculeren over de opvolging, waarbij zowat alle Mortier-tegenstanders nog eens van stal worden gehaald, inclusief de dirigenten Giuseppe Sinopoli en Riccardo Muti en de tandem uit Zürich, Alexander Pereira en Nikolaus Harnoncourt.
Inhoud lijkt in dat gekwebbel nauwelijks belang te hebben; doorslaggevend blijkt telkens de mening die een of andere politicus zich na een voorstelling snel laat ontfutselen. Die politici en hun ambtenaren zorgen zelf voor het volgende schandaaltje: overijverige pennenlikkers van de jeugdbescherming gingen naar Schlachten! van Tom Lanoye en Luk Perceval kijken en vonden veel seks en geweld, erger nog, "verheerlijking van geweld". Prompt werd de voorstelling 'Kinderen Niet Toegelaten' verklaard. Het terechte protest was uiteraard vergeefs.
En dan was er Cronaca del Luogo. Plots, toen alles klaar was en na "vele diepgaande gesprekken", was maestro Luciano Berio het niet meer eens met de enscenering die de Duitse regisseur Claus Guth voor zijn nieuwe werk had gemaakt. Dat is verwonderlijk en was tegelijkertijd voorspelbaar. Voorspelbaar omdat de werken van Berio eigenlijk geen enscenering in de traditionele zin van het woord dulden. Berio heeft altijd volgehouden dat zowel de tekst als het beeld van zijn opera's (die hij niet zo noemt, maar 'azione', in dit geval zelfs 'azione musicale') in dienst moet staan van de muziek en dat er geen sprake kan zijn van een vertelling op het toneel of zelfs maar een mimetisch tijdsverloop. Een enscenering, zo zei hij in 1995 toen hij het eredoctoraat van de universiteit van Siena kreeg, moet "de gevoelsmatige atmosfeer, de stemming van een muzikale, theatrale en poëtische situatie voorstellen".
Nu is net dát waarschijnlijk het probleem waarmee vele onvoorbereide toeschouwers tijdens de voorstelling worstelen. Voor wie niet vertrouwd is met de bijbelse historie van de hoer Rehab en de val van Jericho is er weinig houvast; de Italiaanse woorden (Berio's echtgenote Talia Pecker-Berio schreef een collage uit bijbelwoorden, flarden van andere dichters en eigen tekst) zijn nauwelijks verstaanbaar en de beeldvorming van Claus Guth is grotendeels ritueel en abstract. Wat blijft, is dan inderdaad "gevoelsmatige atmosfeer" en "stemming", maar, wat Berio betreft, wellicht niet precies genoeg overeenstemmend met het muzikale voorbeeld. Cronaca del Luogo is geschreven voor een welomschreven plaats, namelijk de Felsenreitschule, meer bepaald de achterwand ervan. Uit deze driedubbele rij arcaden is door een eenvoudige truc een archetypische muur gemaakt: de arcaden zijn opgevuld met steenkleurig doorschijnend doek. In die arcaden hebben de musici plaatsgenomen, waardoor een 'klankmuur' ontstaat.
Voor de muur bewegen zich, tussen het grote koor, enkele personages. Eerst en vooral R., wat onder meer staat voor Rehab, een tragische vrouwengestalte van het gehalte van een Electra en net als deze vertolkt door een dramatische sopraan, de fenomenale Hildegard Behrens. Zij is omringd door de engel Phanuel, een generaal, een androgyne figuur genaamd Orvid (een kruising tussen Orpheus en David), een bedelmonnik die in het libretto een "man zonder leeftijd" wordt genoemd, enzovoort. Sommige van deze figuren worden al eens begeleid door een muzikant op het toneel, wat voor heel mooie momenten zorgt, zoals in de vereniging van R. en Orvid, waarbij die laatste wordt gevolgd door een fluitist.
Berio's muziek is inderdaad de drager van het hele stuk. Zij geeft er het op een uitzondering na (de bouw van de toren, een hectisch gebeuren van mechanische bewegingen) trage, bijna statische tempo van aan. Zij creëert de ruimte (ook, maar niet alleen doordat de klanken van de instrumenten soms elektronisch langs de muur heen worden bewogen). Zij grijpt ons anderhalf uur lang vast, ondanks het feit dat zij een enkele keer erg dicht bij de kitsch komt. En zij wordt met een verbluffende precisie en evenwicht gestalte gegeven door het Arnold Schoenberg Chor, het Tölzer Knabenchor en het Klangforum Wien onder Sylvain Cambreling.
Daarnaast zijn de beelden die Claus Guth oproept inderdaad eerder repetitief en passief (vooral bij het koor vraag je je af: hoe passief kan de massa zijn?). Maar er zal een heel groot kunstenaar voor nodig zijn om er in een volgende enscenering voor te zorgen dat er, bij gebrek aan een handeling, een bewegingsverloop kan ontstaan dat de muziek naar mythische hoogten optilt.
Naast deze Cronaca is de van het Pinksterfestival overgenomen opvoering van Les Boréades van Jean-Philippe Rameau een wervelend feest - al mogen we niet uit het oog verliezen dat er ook in deze 'tragédie en musique', het laatste werk van de achttiende-eeuwse componist, nauwelijks sprake is van een dramaturgie in de klassieke zin van het woord. Er werd gezorgd voor een somptueus decor, namelijk een zilveren paleis dat ook wel de binnenkant van een blaasinstrument of een zuil lijkt en dat in de loop van het stuk uit de hemel lijkt neer te dalen in het woud en weer wordt opgetild, met sterke machinerie, inclusief een speelvlak dat als een cakewalk kan schommelen, met wervelende dansen en acrobatieën, met kleurige kostuums die stilletjes naar de mythologie verwijzen (zoals het vogelkostuum van de Boreade Calisis), met enkele uitstekende zangers, aangevoerd door Barbara Bonney als Alphise en met een groot barokorkest (het Orchestra of the Age of Enlightenment) dat de verbluffend moderne orkestkleuren van Rameau meestal voortreffelijk treft.
Met dit alles hebben Sir Simon Rattle als dirigent en Ursel en Karl-Ernst Herrmann als regisseurs voor een spektakel gezorgd dat je telkens weer voor verrassingen plaatst. De dans (choreografie: Vivienne Newport) had soms wat stijlvoller en virtuozer mogen zijn, een enkele acteur (met name Lorenzo Regazzo als Apollo in de gestalte van Adamas) trekt te veel bekken, maar dat kan de pret niet drukken. Pret? Was dit geen tragedie? Juist, dit is de enige echte zwakte: Rameaus subtiele evenwicht tussen een in wezen affectvolle handeling en de verfijnde divertissements helt wel erg over naar de prettige kant.
Stephan Moens
Nog één voorstelling van 'Cronaca del Luogo' op 3 augustus; 'Les Boréades' wordt nog opgevoerd op 5 en 7 augustus.