NieuwsAstronomie
Ruimtetelescoop James Webb is begonnen aan reis die ons ‘onvoorstelbare ontdekkingen’ moet brengen
Ruimtetelescoop James Webb is zaterdagmiddag aan de reis begonnen die hem naar zijn werkplek op 1,5 miljoen kilometer afstand van de aarde moet brengen. De opvolger van de Hubble werd om precies 13.20 uur met een Ariane 5-raket gelanceerd vanaf de Europese ruimtebasis Kourou in Frans-Guyana.
De James Webb is gebouwd door de ruimtevaartorganisaties van Europa (ESA), de Verenigde Staten (NASA) en Canada (CSA). Het project kost 8 miljard euro. De ruimtetelescoop is zo groot als een tennisveld en moest opgevouwen worden om in de laadcapsule van de Ariane 5-raket te passen. Drie minuten na lancering werd de capsule afgestoten en na 27 minuten werd de telescoop losgelaten. De James Webb zal zich gedurende zijn reis langzaam ontvouwen.
De ruimtetelescoop kan een miljard jaar verder terugkijken in de tijd dan de Hubble. Hij moet onder meer zoeken naar planeten waar leven mogelijk is, naar verre sterrenstelsels en sporen van de oerknal. Hij moet zeker tien jaar in gebruik blijven.
“De belofte van de Webb is niet om te ontdekken wat we verwachten, maar om ontdekkingen te doen over het heelal waar we ons nu nog geen voorstelling van kunnen maken”, zei Bill Nelson, het hoofd van NASA. “Ik kan niet wachten om te zien wat hij aan het licht zal brengen.”
Voorganger Hubble werd in 1990 gelanceerd en draait sindsdien in een baan rond de aarde, op een hoogte van ruim 500 kilometer. Na ruim dertig jaar is de Hubble aan het einde van zijn leven. Ergens in de komende tien jaar zal hij uit zijn baan zakken. Daarna verbrandt hij in de dampkring.
De James Webb moet over ongeveer een maand zijn werkplek bereiken. De eerste beelden en gegevens worden in de zomer van 2022 verwacht.