Rubens leerde Van Dyck schilderen
Dat er verwarring bestaat tussen werk van de (jonge) Antoon Van Dyck en Peter Paul Rubens is niet on- logisch: het was Rubens die Van Dyck de kneepjes van het vak bijbracht.
Antoon Van Dyck (1599-1641) ging als tiener werken in het atelier van Rubens. De grootmeester noemde Van Dyck 'zijn meest getalenteerde leerling'. Van Dyck, de zoon van een welgestelde zijdehandelaar, had op jonge leeftijd ook al veel ervaring: hij ging voor het eerst in de leer bij een schilder op z'n tiende en werd op z'n negentiende al opgenomen in de Antwerpse St-Lucasgilde. Toch was de invloed die Rubens op zijn werk had buitengewoon groot, zo menen kenners.
Tegen 1620 had de ambitieuze Van Dyck door dat hij in Antwerpen altijd in de schaduw van Rubens zou blijven staan. Hij begon aan een tour van Europa en raakte in Italië erg onder de invloed van Titiaan. Toen hij uiteindelijk de kans kreeg om schilder te worden aan het hof van de Engelse koning Charles I aarzelde hij niet. Het is daar dat Van Dyck zijn grootste successen boekte met talloze portretten van de koning en zijn familie. De van oorsprong Antwerpse schilder bleef de rest van zijn leven in Engeland en ligt begraven in Saint Paul's Cathedral.