VoorbeschouwingIran - Verenigde Staten
Regime in Teheran is voor Iraniërs grotere vijand dan ‘duivelse yankees’
Een gelijkspel volstaat voor Iran om de Amerikanen naar huis te sturen in wat veel meer dan een voetbalwedstrijd is. De Iraniërs willen winnen voor de eer van het vaderland, niet voor die van het regime.
Tegen schaduwfavoriet Engeland verbaasden de Amerikanen met gedurfd voetbal: branie en passie in een bijna perfecte dosering. Meer dan een punt leverde dat echter niet op, en door het puntenverlies eerder tegen Wales móéten de Verenigde Staten nu winnen om de tweede ronde te bereiken.
Iran kan iets meer achteroverleunen na de twee doelpunten in de toegevoegde tijd tegen Wales. Een punt zal normaal gezien volstaan voor kwalificatie, tenzij Wales onverwacht zou winnen van de Engelsen. Dan wordt het rekenwerk in het Al Thumama-stadion.
Gijzeling
FIFA-voorzitter Gianni Infantino mag dan wel bij hoog en bij laag beweren dat voetbal niets met politiek te maken heeft, het tegendeel is waar. Voetbal is altijd óók politiek. Bij uitbreiding is topsport altijd óók politiek. De geschiedenis bewijst dat. Denk aan het WK van 1934 in het fascistische Italië van Mussolini. Of de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, in Hitlers nazi-Duitsland. Of het WK van 1978 in het Argentinië van de junta. Of het WK van vier jaar geleden in Poetins Rusland. Of dat WK van nu.
Voetbal is een perfect vehikel voor propaganda, omdat het wereldwijd een bijzonder populaire sport is, die macht en prestige kan opleveren. In het pas uitgegeven boek 90 minuten oorlog van de Nederlandse universitaire redacteur Koen Janssen wordt dat netjes opgelijst. “Voetbal is oorlog”, zei de legendarische Nederlandse trainer Rinus Michels ooit. “Voetbal is politiek” zou de waarheid iets dichter benaderen.
Er is ook de aparte geopolitieke voorgeschiedenis tussen Iran en de Verenigde Staten. Die laatste grootmacht steunde het despotische regime van de sjah, in 1953 aan de macht gebracht met de hulp van de CIA, tot hij in 1979 door de ayatollahs werd verdreven. Op 4 november van dat jaar werden 63 diplomaten en burgers gegijzeld in de Amerikaanse ambassade in Teheran. President Jimmy Carter slaagde er niet in hen allemaal vrij te krijgen, alleen de vrouwen en enkele buitenlanders mochten vertrekken. Pas 444 dagen later, en niet zo toevallig amper twintig minuten nadat Ronald Reagan was ingezworen als nieuwe president, werden de 52 resterende gijzelaars vrijgelaten. Het team rond Reagan zou het Witte Huis hebben tegengewerkt tijdens de onderhandelingen, waardoor Carter de presidentsverkiezingen van november 1980 verloor.
George W. Bush catalogeerde Iran in zijn State of the Union van 29 januari 2002 nog bij de ‘as van het kwaad’. Onder Barack Obama werden er samenwerkingsakkoorden gesloten, die onder diens opvolger Donald Trump weer werden geschrapt. De voorzichtige hernieuwde toenadering onder president Joe Biden wordt dezer dagen doorkruist door de spontane revolte van de Iraanse vrouwen die hun hoofddoek hebben afgeworpen en daarvoor hun leven riskeren. Vele honderden demonstranten tegen het regime zouden al zijn omgekomen bij neergeslagen protesten. De 22-jarige Mahsa Amini was twee maanden geleden de eerste. Zij stierf de folterdood omdat ze volgens de zedenpolitie haar hidjab niet correct zou hebben gedragen.
Dat de spelers van het Iraanse nationale elftal de eerste groepswedstrijd weigerden hun volkslied mee te zingen was een veel symbolischer statement dan het geplande en onder FIFA-druk geschrapte dragen van de regenboogarmband door aanvoerders van andere landen. Wat hun wacht bij terugkeer in de hoofdstad Teheran is mogelijk veel erger dan een gele kaart. Voor de wedstrijd tegen Wales zongen ze wel mee. Wellicht niet toevallig nadat ex-international Voria Ghafouri in Iran gearresteerd was omdat hij ‘propaganda tegen de staat’ zou hebben verspreid. Een waarschuwing.
Witte rozen
Vierentwintig jaar geleden was er op het WK in Frankrijk al zo’n beladen duel tussen beide landen. Wat voetballiefhebbers over de hele wereld zagen: het Iraanse elftal betrad het veld in Lyon met witte rozen als teken van vrede, waarna de spelers door elkaar gingen staan, arm in arm, om hun onderlinge bondgenootschap te onderstrepen.
Wat we niet te zien kregen: duizenden Iraanse ballingen die op de tribunes tegen het regime protesteerden met spandoeken en politieke boodschappen op hun T-shirts. De FIFA beval die niet in beeld te brengen. Zo staat dat nu eenmaal in het draaiboek dat de productiemaatschappij die de wedstrijden covert zonder morren moet volgen: geen rellen, geen politieke manifestaties, geen streakers.
Voorafgaand aan dit duel is de vraag of er ook nu vredevol geposeerd zal worden. Voor de Iraanse voetballers is het regime in Teheran inmiddels een grotere vijand geworden dan de ‘duivelse yankees’. Zouden dappere vrouwen, die in Iran niet welkom zijn in de stadions, opnieuw bordjes met de tekst ‘Women Life Freedom’ durven te tonen zoals in de wedstrijd tegen Engeland? Dat protest werd wel opgepikt door ongebonden fotografen, maar raakte niet tot bij de tv-kijkers in honderden miljoenen huiskamers.
De organisatoren van het islamitische Qatar zullen er alles aan doen om hen te weren. Qatar en Iran zijn immers buurlanden, enkel van elkaar gescheiden door de Perzische Golf. Beide landen werken nauw samen op economisch vlak, ze controleren bijvoorbeeld gezamenlijk het grootste natuurlijke gasveld ter wereld. Zakendoen is nog net iets belangrijker dan voetbal of politiek.
Koen Janssen, 90 minuten oorlog. De explosieve mix van politiek en het WK voetbal, Prometheus, 256 pagina’s, 22,50 euro.
Iran - Verenigde Staten om 20 uur op Sporza.