NieuwsDeelplatformen
Regering wil deelplatformen zoals Uber, Deliveroo, en Airbnb aan banden leggen: ‘Dringend nood aan sociale maatregelen’
Terwijl steeds meer mensen gebruikmaken van Uber, Airbnb of Deliveroo, blijft het statuut van hun personeel heel erg onzeker. Daarom wil de regering die platformeconomie nu reguleren.
Is het een werknemer of is het een zelfstandige? Nee, zo simpel is het niet. Het statuut van de fietskoerier die in de gietende regen uw pizza aan huis levert of de bedaarde man die u in zijn Uber-taxi naar uw bestemming brengt, is nog niet uitgeklaard. Dat zorgt voor problemen, onzekerheden tot soms echte drama’s. Wie een ongeval heeft in dergelijk onzeker statuut stelt vaak vast dat er geen sociaal vangnet is en dat men er helemaal alleen voor staat.
Minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS), wil werk maken van een betere bescherming van dergelijke werknemers. “Samen met de sociale partners en de betrokken sectoren willen wij een evaluatie houden. Daarom hebben wij besloten om, naast de officiële overlegorganen, de discussie open te stellen voor alle betrokkenen en een debat aan te gaan”, zegt hij aan De Morgen.
In september zal een forum online worden gezet. Gebruikers, restauranthouders, handelaars, werknemers of platformbeheerders, allemaal worden ze uitgenodigd om mee het debat in te duiken. Het ultieme doel is te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en een betere sociale bescherming van deze werknemers. “Zo’n raadpleging zal ons een goed overzicht geven van de diversiteit van de platformeconomie. Zo maken deze platforms het bijvoorbeeld gemakkelijker om bepaalde zelfstandige activiteiten op te starten. Daarom is het belangrijk dat deze situatie met alle betrokken partijen wordt geanalyseerd,” aldus David Clarinval (MR), minister voor Zelfstandigen.
De raadpleging moet uitmonden in een wetgevend initiatief tegen 2022, klinkt het op het kabinet van de vice-eerste minister Dermagne.
‘Blinde vlek’
De platformeconomie draait dan wel vooral op en om mensen, momenteel heeft niemand een zicht over wie we spreken. Karolien Lenaerts, onderzoekster aan het Research Institute for Work Society (HIVA): “Het is moeilijk te kwantificeren, er is weinig data en we moeten eigenlijk toegeven dat we geen flauw idee hebben over hoeveel mensen het gaat.” Schattingen lopen uiteen van 10.000 tot 80.000 mensen die actief zijn in verschillende sectoren. “Je hebt zowel de hooggeschoolde freelancer tot de zogeheten ‘app jobbers’, laaggeschoolde mensen die vaak slechtbetaalde taken aannemen,” zegt Lenaerts.
De onderzoekster merkt op dat de gemiddelde fietskoerier amper acht maanden aan de slag blijft. “Veel mensen beschouwen het als een tijdelijke job. Dat maakt het moeilijk, want het is een diverse groep met veel roulatie. Platformen misbruiken dat gegeven ook: waarom energie steken in wetgevend kader voor amper enkele maanden. Maar het zijn vaak net heel kwetsbare mensen.”
“Het gros werkt in een onduidelijk statuut en is eigenlijk compleet afhankelijk van het platform waarvoor ze werken”, vult Martin Willems aan. Hij is verantwoordelijke bij ACV United Freelancers, dat speciaal is opgezet binnen de christelijke vakbond om specifiek voor deze doelgroep op te treden. Het initiatief van de regering kan dus op veel enthousiasme rekenen van Willems, die alvast zijn eisenbundel aan het schrijven is. “Vaak schermen de platformen met veel autonomie voor de mensen die voor hen werken. Maar in de praktijk zijn ze werknemers. En zeker op het vlak van sociale bescherming of verzekeringen moeten er maatregelen komen.”
Daar treedt Karolien Lenaerts hem bij. “Wie als fietskoerier een ongeval heeft, is niet altijd beschermd door de werkgever. Of de verzekering dekt bijvoorbeeld maar een minimum. Daar sta je dan met je kapotte gsm, die niet verzekerd is, maar waar je zonder niet verder kan werken.” Dermagne wil niet vooruitlopen op hoe het eruit moet zien. Het is wel niet de bedoeling om een nieuw statuut in het leven te roepen, klinkt het. Dat is ook niet wat nodig is, vindt Lenaerts: “Buitenlandse voorbeelden tonen dat dit net nog meer onduidelijkheden oplevert. Er moet wel duidelijkheid komen en een modernisering van onze arbeidswetgeving aangepast aan deze nieuwe vormen.”