Vrijwilligers van de Zelfmoordlijn hebben in 2012 een recordaantal van 11.395 oproepen beantwoord, zowel via de telefoon als via de chat. Nooit eerder waren dat er zoveel. Het gaat om een stijging van 23 procent ten opzichte van 2011.

Dat is niet noodzakelijk slecht nieuws, want het centrum ziet het veelvuldig vermelden van het nummer in de media als een van de mogelijke verklaringen. Kirsten Pauwels, directeur van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ), is ook trots dat de organisatie meer oproepers te woord heeft kunnen staan. "We zijn er de voorbije jaren in geslaagd ons vrijwilligersaantal uit te breiden, vooral op piekmomenten tussen 19 uur en 1uur. Nog meer vrijwilligers werven en opleiden, blijft dan ook één van de belangrijkste aandachtspunten voor de Zelfmoordlijn. De gerealiseerde stijging van het aantal oproepen is voor ons een belangrijk signaal dat de nood aan een crisislijn zoals de Zelfmoordlijn erg groot blijft."

De oproepen gebeuren voornamelijk telefonisch, de chat bereikt 10,3 procent. Vaak zijn bellers of chatters ongehuwd en wonen ze alleen. De cijfers uit het jaarverslag geven ook aan dat meer vrouwen een oproep doen dan mannen. "Vrouwen gaan in het algemeen sneller hulp zoeken, mannen hebben daar meer moeite mee. En de invloed van eenzaamheid bij alleenwonenden speelt zeker ook een rol", aldus Pauwels.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij Tele-Onthaal (106 of www.tele-onthaal.be) of de Zelfmoordlijn (02-649.95.55 of www.zelfmoordlijn.be).