ColumnDe megastad
Ramadannachten met drummers en platbrood
Metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Correspondenten doen wekelijks verslag vanuit hun eigen megastad. Deze week: Ingrid Woudwijk in Turkije.
“Zijn de meyhanes wel open tijdens de ramadan?”, vroegen twee buitenlandse vrienden die Istanbul willen bezoeken. Meyhanes zijn restaurants waar het vooral draait om het drinken van de Turkse anijsdrank raki, terwijl de tafels vol staan met verschillende mezze, kleine gerechten. Het alcoholhoudende aspect past voor sommige mensen niet bij de heilige vastenmaand, vandaar dat mijn bezoekers – zij vasten zelf ook – zich afvroegen of deze restaurants wel open zouden zijn deze maand.
Ik moest even nadenken over het antwoord. Dit is de derde keer dat ik de – bijna afgelopen – ramadan in Turkije meemaak, maar ik kon me eigenlijk geen specifieke ramadanactiviteiten herinneren. De voorbije twee jaar werden vanwege de pandemie geen grootschalige iftarmaaltijden gehouden, waarmee het vasten ’s avonds wordt verbroken, en vorig jaar was Turkije zelfs zeventien dagen in volledige lockdown.
Ik was benieuwd hoe deze periode in Istanbul beleefd wordt, maar zoals met zoveel vragen over religie of de maatschappij in Turkije is daar geen eenduidig antwoord op. Op sommige plekken lijkt het wel alsof er geen ramadan bestaat, terwijl je op andere plekken duidelijke verschillen merkt.
Zo probeerde ik voor de eerste avond van de ramadan een tafel te reserveren in mijn favoriete meyhane, maar dat was onmogelijk. Niet omdat die dicht was, maar omdat die al helemaal was volgeboekt. Bij de tweede keus hadden we wel succes. Deze meyhane bleek uiteindelijk ook helemaal vol te zitten en de alcohol vloeide rijkelijk.
Pas midden in de nacht, op weg naar huis, merkte ik weer dat het ramadan was. Ik liep door de wijk Tophane, een enigszins conservatief volksbuurtje ingesloten door een toeristisch stadsdeel aan de ene kant en de hippe wijk Cihangir aan de andere kant.
Tijdens de ramadan is het er overdag uitgestorven op straat, de meeste restaurants en theehuizen zijn dicht. Pas na zonsondergang komt de wijk weer tot leven, dan wordt er op straat baklava verkocht, staat er een lange rij bij de bakker om vers brood te kopen en zetten de cafés de stoelen en tafels weer buiten.
Helemaal gezellig wordt het tussen drie en vier uur ’s nachts, als de traditionele ramadandrummers hun ronde door de wijk maken, met een groep jongeren in hun kielzog. Ze trommelen en schreeuwen de buurtbewoners wakker, zodat die nog wat kunnen eten voor de zon opkomt.
Inmiddels heb ik zelf ook wel zin gekregen in een nachtelijke snack en loop ik onderweg naar huis nog even langs de bakker. Hij werkt de hele nacht door, tot aan sahur – de maaltijd die wordt gegeten voor het ochtendgloren.
In plaats van de normale lahmacun, een soort Turkse pizza, wordt nu zogenoemde ramadanpide in de steenoven gebakken. Dit zachte ronde platbrood is mijn jaarlijkse verslaving. Ik probeer de bakker ervan te overtuigen het in zijn vaste assortiment op te nemen, maar hij blijft erbij dat dit speciaal voor de ramadan moet blijven. Thuis geniet ik daarom extra van het verse brood.
Dan hoor ik in de verte de drummer nog een laatste rondje doen. Voor mij niet het teken om wakker te worden, maar dat het nu echt veel te laat geworden is.