Protestantse wijken worden 'etnisch gezuiverd' van katholieke bewoners
VAN ONZE VERSLAGGEVER IN CARRICKFERGUS
Na de brandaanslag in het Noord-Ierse Ballymoney afgelopen weekeinde vertrok de familie van de drie vermoorde broertjes Quinn definitief uit haar protestantse wijk. Vijf andere katholieke gezinnen in Ballymoney volgden hun voorbeeld.
Het is een scenario dat in heel Noord-Ierland navolging krijgt. In Carrickfergus, ten noorden van Belfast, moesten liefst vijftien katholieke families hun woningen ontvluchten na brandaanslagen die aan radicale protestanten worden toegeschreven. De Noord-Ierse politie (RUC) omschrijft deze aanslagen onomwonden als 'etnische zuiveringen', waar ook de georganiseerde misdaad van profiteert.
Carrickfergus is in Noord-Ierland synoniem met 'de plaats waar de Troubles begonnen', toen de protestanten hier in de 17de eeuw voet aan wal zetten en hun eerste veldslagen met de katholieken uitvochten. De voorbije twee weken herbeleeft Carrickfergus zijn bloedige geschiedenis. Toen de protestants-folkloristische Oranje-marsen - in de Drumcree-wijk in Portadown maar ook op andere plaatsen - opnieuw het vuur aan de lont van het Noord-Ierse conflict staken, zagen tal van katholieken in Carrickfergus zich verplicht om hun huizen te verlaten nadat ze doodsbedreigingen hadden ontvangen. In sommige wijken, zoals in Glenfield, werden ze letterlijk uit hun huizen weggebrand.
"De brandbom werd 's nachts in de keuken gegooid," zegt Joe, een gemeenschapswerker in Carrickfergus. "Caroline sliep er net boven. Ze kon maar net op tijd aan de vlammen ontsnappen. Ze was zeven maanden zwanger. Het gezin Blocks telt vier kinderen. Ze woonden hier zestien jaar. Het liep hier bijna erger af dan in Ballymoney."
Lees verder op pagina 8