President Xi Jinping pakt Chinese partij-elite aan in anticorruptiestrijd
China onderwerpt Zhou Yongkang, een van zijn machtigste politici van de laatste jaren, aan een onderzoek wegens corruptie. Met die opzienbarende stap laat president Xi Jinping zien dat hij zijn greep op de macht zodanig heeft versterkt dat hij ook de partij-elite durft aan te pakken.
Doelwit van het onderzoek is Zhou Yongkang, ex-politbureaulid en voormalig hoofd van het veiligheidsapparaat. Nooit eerder heeft de Chinese communistische partij op zo'n hoog niveau onderzoek gedaan naar corruptie. De staatsmedia meldden gisteren dat een onderzoek is geopend tegen Zhou vanwege 'ernstige schendingen van de discipline', het gebruikelijke eufemisme voor corruptie.
Dat Zhou (71) in ernstige problemen verkeerde, was al een tijd duidelijk. Hij is geruime tijd niet meer in het openbaar gezien en zou onder huisarrest staan. De ene na de andere protegé van hem werd de afgelopen maanden ontslagen of in staat van beschuldiging gesteld. Een belangrijke bondgenoot van Zhou, partijbons Bo Xilai, is vorig jaar wegens corruptie en machtsmisbruik tot levenslang veroordeeld.
Toch bleef de vraag hoe ver president Xi kon gaan met zijn voornemen om zowel de 'vliegen' als de 'tijgers' aan te pakken in de strijd tegen corruptie. De ongeschreven regel was tot nu toe dat leden van het politbureau tijdens hun pensioen niet worden achtervolgd door justitie.
Naar nu blijkt is het zelfvertrouwen van Xi, die in 2012 partijleider en in 2013 president werd, groot genoeg om de immuniteit van de hoogste partijchefs te doorbreken. Waarnemers achten de president inmiddels machtiger dan diens voorgangers Hu Jintao en Jiang Zemin. Hij wordt door sommigen al beschouwd als de sterkste leider sinds Deng Xiaoping, de man die de deuren van China openzette voor de buitenwereld en de aanzet gaf voor de hervormingen die van China een economische grootmacht maakten.
Waar Zhou precies van wordt verdacht, is niet bekendgemaakt. Volgens geruchten heeft hij voor honderden miljoenen euro's aan smeergeld ontvangen uit de olie-industrie. Het ligt ook voor de hand dat de beschuldigingen verband houden met de enorme kapitalen die zijn familieleden vergaarden in sectoren waar Zhou zijn invloed kon laten gelden. The New York Times taxeerde de waarde van bezittingen in de olie- en gassector van Zhous zoon, een schoonzus en de schoonmoeder van zijn zoon op een miljard dollar.
Lange tijd werd Zhou als onaantastbaar beschouwd. Hij kon terugvallen op een uitgebreid netwerk dat hij in de loop van zijn glansrijke carrière had opgebouwd. Hij was partijbaas in de zuidwestelijke provincie Sichuan, onderminister voor olie-industrie, directeur bij de China National Petroleum Corporation en minister voor natuurlijke hulpbronnen.
Kwade genius
Vooral als veiligheidschef werd de altijd grimmig kijkende Zhou een man om rekening mee te houden. Op die post controleerde hij de (paramilitaire) politie, het binnenlandse veiligheidsapparaat, rechters en aanklagers. Zijn begroting voor binnenlandse veiligheid was groter dan die voor defensie. Voor Chinese dissidenten was hij de kwade genius achter de talloze arrestaties die in zijn periode werden verricht.
Als hoofd van de staatsveiligheid had hij toegang tot informatie over partijgenoten, ook over politici die hij als bedreigend kon ervaren. Dat gaf hem extra macht. Mogelijk te veel. Op een partijcongres in 2012 werd zijn functie uitgehold. Zhou ging met pensioen.
Met het onderzoek tegen Zhou kan president Xi laten zien dat zijn anticorruptiecampagne meer is dan retoriek en dat hij niet alleen de 'vliegen' laat boeten.