Na een rumoerige en harde campagne trokken 143 miljoen Brazilianen naar de stembus om uit te maken wie de volgende Braziliaanse president wordt. Huidig presidente Dilma Rousseff zag de voorsprong op haar rivaal Aécio Neves de voorbije dagen slinken, maar blijft de favoriete.

Rousseff, de zetelende president, haalde het in de eerste ronde van de verkiezingen met 41 procent. Neves, de kandidaat van de centrumrechtse Braziliaanse Sociaaldemocratische Partij (PSDB) was toen goed voor 33 procent. Maar de voorbije weken zag Rousseff, die al twaalf jaar aan de macht is, haar voorsprong stelselmatig slinken, al bleef ze ook volgens de laatste peilingen in polepositie liggen.

Het onderzoeksbureau Atafolha gaf haar nog een voorsprong van 4 procent. Ibope, een ander onderzoeksbureau, becijferde dat Rousseff nog 6 procent overhield. Hoe dan ook wordt het een nek-aan-nekrace. Dat Neves nog zo dicht in de buurt van Rousseff komt, is een verrassing. De manier waarop hij de voorbije weken fors uithaalde naar de 66-jarige Rousseff doet veel kiezers blijkbaar twijfelen.

Neves verwijt de zetelende president dat ze de inflatie te hoog liet oplopen en kwam herhaaldelijk met verhalen over corruptie bij de linkse Arbeiderspartij (PT) van Rousseff. Neves verwees bijvoorbeeld naar uitspraken van een voormalig topman van de staatsoliemaatschappij Petrobras, die getuigde over smeergeld bij de maatschappij.