Dinsdag 28/03/2023

AchtergrondInflatie

Plots moet ook de middenklasse aankloppen bij OCMW: ‘Van mijn 1.500 euro gaat 1.050 euro naar energie en huur’

De sociale kruidenier op het Kiel, in Antwerpen. Beeld Wouter Maeckelberghe
De sociale kruidenier op het Kiel, in Antwerpen.Beeld Wouter Maeckelberghe

Ze staan naast u aan de schoolpoort, in het bushokje of aan de kassa: de mensen die hun spaarboek zien wegsmelten en elke dag denken: nu moet ik naar het OCMW. Steden en gemeenten verwachten de komende weken een toevloed aan nieuwe cliënten. ‘De mensen zijn totaal over hun toeren.’

Tine Peeters en Lotte Beckers

‘Vroeger betaalde ik per maand 130 euro voor mijn energie­factuur”, zegt Jean*, een gepensioneerde truckchauffeur uit Kortrijk. “In november kreeg ik ineens een factuur van 812 euro. Dat is meer dan een verzesvoudiging. Wij kunnen dat niet betalen: ik trek 1.570 euro pensioen, mijn vrouw 770 euro. We hebben geen spaargeld. Door al die hoge prijzen zit ge direct plat op uw gat. Alles komt op de kap van de kleine mensen; het enige wat wij kunnen doen, is vuisten maken in onze zakken.

“Via het wijkteam ben ik dan bij het OCMW beland. Zij leerden ons hoe we kunnen besparen en ze betalen nu 530 euro van onze energierekening. Met kerst gaan we niks doen. Gewoon thuis op ons gemak zitten. Cadeaus? We kijken in de boekjes naar de foto’s van cadeaus, dat is ook fijn. Een volledig diner voor onze vier kinderen lukt niet meer. Envelopjes voor de acht kleinkinderen ook niet. Op nieuwjaarsdag komen ze wel voor de koffie met ijstaart. Dat is traditie.”

Jean behoort tot een groeiende groep mensen uit de lagere middenklasse die door hun ­reserves heen zijn. Noem ze ‘de nieuwe armen’. Vroeger schuurden ze tegen de rand van de ­armoede aan, nu vallen ze bij één tegenslag − zoals die deksels hoge facturen − van die rand. Vaak overheerst bij hen schaamte: ze durven tegen hun (klein)kinderen of vrienden niet te zeggen dat ze dringend geld nodig hebben.

“Niemand zegt in volle fierheid: ik ga naar het OCMW”, zegt Joost Bonte, de peetvader van het straathoekwerk in Vlaanderen. “Je trots, je zelfvertrouwen, je eer is het eerste wat aan ­diggelen gaat als je niet meer rondkomt.” Jean beaamt: “Ik wil niet met mijn volledige naam in de krant. Ik wil echt niet dat ze mij met de ­vinger wijzen.”

OCMW’s ontvangen steeds vaker zo’n ­atypisch cliënteel. Nathalie Debast van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG): “Elk OCMW krijgt nu mensen over de vloer die ze anders nooit zien. Werkende ­mensen, tweeverdieners of zelfstandigen wier zaak over de kop ging. Of studenten, omdat er veel minder studentenjobs zijn.”

Gepluimd

Geschat wordt dat 10 procent van de Belgen in deze gevarenzone zit (boven op de 13 procent mensen die onder de armoededrempel leven). “Veel mensen eten nu figuurlijk hun spaarboek op”, zegt Bonte. “Ze hebben reguliere inkomens, maar komen daar niet meer mee toe. Ook mensen die een huis moeten afbetalen, ­raken in de problemen. Als hun lening meer dan een derde van hun inkomen bedraagt, hebben ze nu snel een structureel tekort.

“De mensen zijn door die stijgende prijzen volledig over hun toeren. Ziek van de stress. Mensen met de betere jobs gaan dan in burn-out, maar mensen met weinig marge blijven gewoon werken, omdat ze hun inkomen niet kunnen missen. Zij hebben al stress om in de brievenbus te kijken, of wanneer hun kind van school komt. Want dat kan telkens een extra factuur betekenen.”

null Beeld Wouter Maeckelberghe
Beeld Wouter Maeckelberghe

Of het nu om een OCMW in een centrumstad gaat of een dorp, overal valt dezelfde voorspelling. Debast: “De uitbreiding van het sociaal ­tarief heeft veel miserie vermeden, maar nu beginnen de problemen bij de groep die net geen recht heeft op dat tarief.”

Zoals bij Marie* uit Zelzate. Vijfendertig jaar werkte ze als verpleegster. Tot ze zes jaar geleden een variant van MS kreeg. “Vroeger zorgde ik voor mensen, nu moet ik zelf om zorg vragen. Mijn leven is volledig omgedraaid. Elke maand krijg ik een uitkering van 1.500 euro. Daarvan gaat 700 euro naar de lening voor mijn huisje, dat ik kocht toen ik nog voltijds werkte. Voor energie betaalde ik tot juni 61 euro voorschot. Nu wil Engie dat verhogen naar 350 euro. Helaas trek ik exact 30 euro per jaar te veel voor het sociaal tarief.”

Kwaad

“Elke maand denk ik: nu blijf ik van mijn spaarcenten. Maar de laatste week van de maand komt er altijd wel een zware factuur. Kwaad dat ik ben op mijn energieleverancier! Het is nog niet genoeg dat ik op invaliditeit sta, Engie moet me ook nog eens pluimen. Ik probeer het zo lang mogelijk uit te stellen om naar het OCMW te gaan voor extra steun. Maar ik weet echt niet hoelang ik het nog zal uithouden.

“Met Nieuwjaar wordt het moeilijk om mijn drie kleinkinderen een cent te geven. Ik beknibbel daarom op dingen voor mezelf. Ik koop wat in de reclame staat. Vlees laat ik vaak liggen. Maar zelfs de witte producten zijn duur geworden. De verwarming staat hier op 18 graden. Dat is zwaar, want ik ben verlamd van mijn borst tot aan mijn voeten: ik kan dus niet eventjes rondlopen om het warm te krijgen.”

Deze nieuwe klanten zijn moeilijk te bereiken. OCMW’s wachten daarom niet meer tot de mensen zelf hun kantoren binnenstappen. Ze sporen ze zelf via wijkteams, vzw’s, huisartsen of schooldirecties op. Bonte: “Er wordt vaak ­gezegd dat mensen voor iets van niets aan­kloppen bij het OCMW, maar het tegendeel is waar.”

Het meest recente onderzoek − een steekproef bij tweeduizend huishoudens met lage inkomens − naar dit fenomeen is gevoerd door de universiteiten van Antwerpen en Luik, het Federaal Planbureau en de FOD Sociale Zekerheid. Het toont aan dat ongeveer 45 procent van de mensen die recht hebben op een leefloon, dit niet opneemt. Bij de klassieke verwarmingstoelage loopt dat op tot maar liefst 85 procent.

Bij de sociale kruideniers kunnen mensen na doorverwijzing van hun ­sociale dienst tegen lage prijzen basisproducten aanschaffen. Beeld Wouter Maeckelberghe
Bij de sociale kruideniers kunnen mensen na doorverwijzing van hun ­sociale dienst tegen lage prijzen basisproducten aanschaffen.Beeld Wouter Maeckelberghe

Een voorbeeld uit de praktijk: “In Antwerpen geniet een op de vijf het sociaal tarief. Maar op basis van de armoedecijfers zou dit een op de drie moeten zijn”, zegt schepen en OCMW-­voorzitter Tom Meeuws (Vooruit).

Specifiek onderzoek naar de tegemoet­komingen voor energie is er (nog) niet. “Nog doorslaggevender dan de schaamte of de angst voor stigmatisering is dat mensen hun rechten niet kennen, niet de juiste informatie vinden of dat de procedures te veel tijd en energie ­vragen”, zegt Tim Goedemé, onderzoeksleider bij het Centrum voor Sociaal Beleid. Eigenlijk zijn er dus duizenden mensen die de hulp niet krijgen waar ze recht op hebben. “Achter veel façades spelen zich drama’s af”, zegt Bonte.

Elk OCMW heeft zijn eigen specifieke manier om inwoners te helpen. In eerste instantie ­kijken ze na of hun klanten toch geen recht ­hebben op het sociaal tarief. Veel OCMW’s onder­zoeken ook het energieverbruik van hun klanten en proberen de factuur naar beneden te duwen. “We berekenen eerst en vooral een realistische voorschotfactuur. Vele energie­leveranciers rekenen gewoon veel te veel aan”, zegt Philippe De Coene, Kortrijks schepen en OCMW-voorzitter (Vooruit). “Anderen vragen te lage voorschotten, omdat ze nieuwe klanten willen lokken. Dat kan mensen ook in de problemen brengen: ineens moeten ze dan een ­gigantisch eindbedrag ophoesten.”

Lichtpuntje

Het OCMW kan ook geheel of gedeeltelijk de energiefactuur overnemen bij mensen die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. In Oostende zagen ze een verdubbeling van zulke tegemoetkomingen, in Gent zitten ze aan een verdrievoudiging. OCMW-voorzitter Rudy ­Coddens (Vooruit): “Onze boodschap is: wacht niet te lang. Je komt beter te vroeg dan wanneer je zwaar in de schulden zit.” In Hasselt helpen ze 10 procent meer mensen dan vorig jaar. Het Kortrijks Energiefonds staat al 1.100 mensen bij.

En die aantallen zullen dus naar alle waarschijnlijkheid overal nog toenemen. Experts zien wel een (klein) lichtpunt. “Vroeger dacht de goegemeente: als je in de armoede sukkelt, heb je dat aan jezelf te wijten”, zegt Bonte. “Nu hoor ik: ‘Er is een Russische zot Oekraïne binnengevallen en daardoor gaan de prijzen door het dak. Je kunt daar zelf niks aan doen.’ Die toegenomen mildheid, dat begrip, dat is positief. Mensen beseffen nu: het kan iedereen overkomen.”

* De echte namen zijn bekend bij de redactie.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234