Maandag 29/05/2023

AchtergrondChina

Plattelands-Chinezen staan vrijwel alleen in hun strijd tegen covid: ‘Als je niet beter wordt, dan sterf je en is het voorbij’

Een plattelandsdokter luistert in de plaats Mazhia, in het zuidwesten van China, naar de longen van een oude vrouw. De foto werd vorige week genomen. Beeld Future  / Getty
Een plattelandsdokter luistert in de plaats Mazhia, in het zuidwesten van China, naar de longen van een oude vrouw. De foto werd vorige week genomen.Beeld Future / Getty

De kliniek van de bejaarde plattelandsdokter Li zit vol met patiënten die covid hebben, maar meer dan een paar flesjes pijnstillers kan hij ze niet bieden. En zo is het op het hele Chinese platteland: er zijn te weinig artsen en nauwelijks medicijnen. ‘Als oude mensen in het dorp ziek worden, is daar niets aan te doen.’

Leen Vervaeke

Toen de 72-jarige dokter Li hoorde dat het zerocovidbeleid werd losgelaten, maakte hij zich grote zorgen. Hij was niet voorbereid: hij had geen medische mondkapjes, geen handschoenen, geen tests en geen medicijnen. Drie jaar lang had hij patiënten bij het minste vermoeden van covid op grote afstand gehouden, nu zat zijn kliniek ineens vol. Li probeerde voorzorgen te nemen, zette alle ramen open, maar raakte al snel besmet. Hij werd met zware symptomen in het ziekenhuis opgenomen.

Vandaag is dokter Li voor het eerst weer aan de slag. Hij heeft de deuren van zijn kleine dorpskliniek opengezet om de klamme winterkilte te verjagen en draagt twee gewatteerde jassen over elkaar. Hij is nog maar een dag uit het ziekenhuis ontslagen en zou het liefst nog wat rusten. Maar zijn kliniek is twee weken gesloten geweest en zijn patiënten wachten. “Ik wil nog niet werken”, zegt Li. “Ik heb mijn kracht nog niet terug, en ik voel me benauwd. Maar als ik er niet ben, is er niemand.”

Dokter Li (72) in zijn dorpskliniekje in Shitouzui in de provincie Hubei. Beeld Leen Vervaeke
Dokter Li (72) in zijn dorpskliniekje in Shitouzui in de provincie Hubei.Beeld Leen Vervaeke

Li werkt al bijna vijftig jaar als dorpsdokter op het Chinese platteland. Zijn kliniek bestaat uit drie kale kamers, hun leegte compenserend met een overvloed aan naambordjes: diagnosekamer, observatiekamer, behandelkamer, apotheek. De dorpelingen lopen vrij in en uit, voor medicijnen, een consult of hun dagelijkse bloedsuiker- of bloeddrukmeting. Sommigen hebben hun eigen elektronische meter mee, beter dan de verouderde apparatuur in de kliniek.

Bejaarde dorpsdokters

Dokters als Li vormen de basis van de rurale gezondheidszorg in China, maar tonen ook de kwetsbaarheid ervan, leunend op bejaarde en onderbetaalde dorpsdokters en slecht uitgeruste gemeentelijke ziekenhuizen. De betere stadsziekenhuizen zijn voor veel plattelandsbewoners te ver en te duur. Tijdens de eerste covidgolf, afgelopen maand, hadden veel dorpelingen nauwelijks toegang tot medische zorg. Het aantal overlijdens lag mogelijk drie keer zo hoog als normaal.

China telt 500 miljoen plattelandsbewoners, ruim een derde van de bevolking, maar hun lot in deze covidgolf is onderbelicht. De dorpelingen zelf klagen niet, ze zijn gewend aan harde levensomstandigheden en schamele gezondheidszorg. “Als oude mensen in het dorp ziek worden, is daar niets aan te doen”, zegt Huang Jigui, een 75-jarige rijstboer uit het dorp naast dat van dokter Li. “Als je beter wordt, dan word je beter. Als je niet beter wordt, dan sterf je en is het voorbij.”

Rijstboer Huang (75) in het dorp Fengjiafan, de meeste dorpelingen hebben als achternaam Huang. Beeld Leen Vervaeke
Rijstboer Huang (75) in het dorp Fengjiafan, de meeste dorpelingen hebben als achternaam Huang.Beeld Leen Vervaeke

De dorpen van Li en Huang liggen in de gemeente Shitouzui, op het diepe platteland van de Centraal-Chinese provincie Hubei, zo’n 200 kilometer ten oosten van Wuhan. Het zijn morsige, straatarme dorpjes, in een omgeving als een Chinees landschapsschilderij: mistige vlakten vol rijstvelden en akkers, vijvers met rietkragen, op de achtergrond hoge bergen. De dorpelingen leiden hun ossen over de velden, wassen hun kleren in de vijvers, of leggen vismoten te drogen in de laatste winterzon.

De dorpen in Shitouzui tellen elk zo’n honderd inwoners, bijna uitsluitend ouderen of kinderen. Al wie daartussen valt, studeert of werkt in de stad. De dorpen zijn doorgaans leeg en stil, maar komen tot leven in aanloop naar Chinees Nieuwjaar, dat afgelopen weekend plaatsvond. Mannen komen op volgepakte motorfietsen de dorpen binnengereden. Gezinnen rijden rond in glimmende auto”s met nummerplaten uit Zhejiang of Shanghai. Hier en daar klinkt knetterend vuurwerk.

Chinees Nieuwjaar

De Nieuwjaarsreünie – voor het eerst in drie jaar zonder covidrestricties – stemt vrolijk, maar baart ook zorgen: de volkstoeloop kan een nieuwe covidgolf op gang brengen, terwijl de eerste nog niet is verteerd. Shitouzui telt 41 dorpen, met in totaal 26 klinieken en 34 dorpsdokters. Maar toen half december een covidgolf door de dorpen ging, ging die basiszorg meteen onderuit. Dorpsdokters vielen uit, medicijnen en tests ontbraken, de dorpelingen waren op zichzelf aangewezen.

In Fengjiafan, het dorp van rijstboer Huang Jigui, trokken inwoners met een ‘verkoudheid’ of ‘koorts’ – zoals covid hier wordt genoemd – eerst naar de kliniek van hun 76-jarige dorpsdokter, een gepensioneerde ziekenhuisarts. De bejaarde arts geeft sinds twee jaar geen injecties meer, maar kan nog diagnoses stellen en medicijnen meegeven. Maar hij raakte direct zelf besmet en moest in het ziekenhuis worden opgenomen. Zijn kliniek is nog steeds gesloten.

De kliniek in het dorp Fengjiafan is gesloten omdat de 76-jarige dorpsdokter met covid in een ziekenhuis in de stad is opgenomen. Beeld Leen Vervaeke
De kliniek in het dorp Fengjiafan is gesloten omdat de 76-jarige dorpsdokter met covid in een ziekenhuis in de stad is opgenomen.Beeld Leen Vervaeke

De inwoners trokken daarop naar dokter Li, een dorp verderop, maar die had geen medicijnen, en werd kort daarna zelf ziek. “Er is een onlineplatform om medicijnen aan te kopen en ik probeerde daar wat te pakken te krijgen, maar voor ik kon betalen, was het meestal al weg”, zegt Li. “We probeerden op allerlei manieren aan medicijnen te komen. Uiteindelijk hebben we twee dagen geleden dertig flesjes ibuprofen gekregen.”

Gemeentelijk ziekenhuis

Zonder dorpsdokters waren de plattelandsbewoners aangewezen op het gemeentelijke ziekenhuis, een paar kilometer verderop, al waren ze ook daar snel door hun medicijnen en bedden heen. Voor veel dorpelingen was dit al een brug te ver. Ze hebben een auto nodig om er te komen, de rekening kan snel oplopen, en gemeenteziekenhuizen staan bovendien bekend om hun beroerde kwaliteit. Ze hebben geen ic-afdeling, en artsen zijn er lager opgeleid.

“Wij kunnen geen ernstige patiënten behandelen, die moeten naar een ziekenhuis van een hoger niveau”, beaamt dokter Yu (30), die sinds zes jaar in het gemeentelijke ziekenhuis werkt. Het is even na vijven in de namiddag en het ziekenhuis lijkt uitgestorven. De lichten op de gangen zijn gedoofd. Yu ligt onderuitgezakt op een stoel in een kantoortje, zijn doktersjas over de rugleuning. Hij heeft de hele namiddag gestudeerd en begint nu aan een 24-uursshift, terwijl hij nog herstellend is van covid.

“Eind december en begin januari waren hier heel veel mensen, ze verdrongen zich in dit kantoortje”, zegt Yu, die eind december positief testte, net als zowat al zijn collega”s. Hij werkte door met veertig graden koorts, er was geen ibuprofen te krijgen. “We hebben allemaal doorgewerkt. Als je patiënten je nodig hebben, kun je als dokter niet anders. We hebben meer dan zeventig bedden in dit ziekenhuis, en die lagen allemaal vol. Nu zijn er nog meer dan veertig patiënten.”

Yu maakt zich zorgen over het grote verloop in zijn ziekenhuis. Hij verdient net geen 400 euro per maand. Dorpsdokter Li verdient 230 euro per maand. Tegelijkertijd is de werkdruk gestegen door drie jaar zerocovidbeleid, waarin artsen moesten bijspringen in quarantainecentra, en veel meer gegevens moesten registreren. “Voor een gemeentelijk ziekenhuis is het echt niet gemakkelijk”, zegt Yu. “Veel artsen die hun examen halen, gaan naar een ziekenhuis van hoger niveau.”

Een kamer in het plattelandsziekenhuis van gemeente Shitouzui, het is het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor dorpelingen, maar de uitrusting is beperkt en het opleidingsniveau van artsen is laag. Beeld Leen Vervaeke
Een kamer in het plattelandsziekenhuis van gemeente Shitouzui, het is het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor dorpelingen, maar de uitrusting is beperkt en het opleidingsniveau van artsen is laag.Beeld Leen Vervaeke

Rijstboer Huang

Zo’n ziekenhuis van hoger niveau – een stadsziekenhuis – is voor veel plattelandsbewoners onbereikbaar. De dichtstbijzijnde stad ligt op een uur rijden, en veel dorpelingen hebben geen auto. Tijdens de covidgolf waren er geen bedden meer en kwam je alleen nog via connecties binnen. Ook die hebben de meeste dorpelingen niet. “Voor oude boeren is het onmogelijk om in een stadsziekenhuis opgenomen te worden”, zegt rijstboer Huang, terwijl hij een lege zak meststof wegbrengt.

Huang raakte zelf eind december besmet en kreeg last van duizeligheid. Hij kon een lift krijgen naar het gemeentelijk ziekenhuis, kreeg er tien pillen – op rantsoen – tegen verkoudheid, en kwam er weer bovenop. Hij heeft een ijzeren gestel en werkt nog steeds op het veld. Maar voor wie minder sterk is, is het moeilijk hulp te krijgen. “De dorpsleiders doen niets”, zegt Huang. “Je moet het zelf oplossen. Als je geen auto kunt vinden, dan kun je alleen maar thuis wachten om te sterven.”

Cijfers over de impact van de covidgolf op het Chinese platteland zijn er nauwelijks. Volgens de partijsecretaris van Shitouzui zou 80 procent van de bewoners al besmet zijn geweest, al is er niemand die dat met zekerheid weet, aangezien er amper wordt getest. Over overlijdens worden geen mededelingen gedaan. Dokter Li en dokter Yu bevestigen dat er meer ouderen zijn overleden dan normaal, maar zogenaamd niet in hun eigen dorp of ziekenhuis. Ook rijstboer Huang rept van meer doden. “De steenhouwer die grafstenen maakt, had het afgelopen maand heel druk”, zegt hij.

Traditionele begrafenis

Ook de aanbieders van begrafenisceremonies en doodskleding, die winkels uitbaten naast het gemeenteziekenhuis, merken een toegenomen vraag naar hun diensten. “Veel oude mensen zijn overleden, en veel mensen bellen ons”, zegt Yang (40), die traditionele begrafenissen aanbiedt, met hoornblazers en knalvuurwerk. “Het aantal telefoontjes is verdubbeld of verdrievoudigd in vergelijking met voorheen. Maar we weigeren alle aanvragen. Ik denk dat het beter is zo veel mogelijk thuis te blijven om veilig te zijn.”

Yang heeft reden om voorzichtig te zijn: zijn vader kreeg na zijn covidbesmetting ernstige symptomen en lag een week op de ic-afdeling van een ziekenhuis in de stad. Daar waren alle afdelingen leeggeruimd voor covidpatiënten, maar was nog steeds een beddentekort. Yangs vader raakte binnen via connecties. “Alle vijf etages lagen vol”, zegt Yang. “Op mijn vaders etage overleden iedere dag één of twee patiënten. Het dodental moet drie tot vier keer hoger dan normaal zijn geweest. Ik hoorde van een dokter dat de nabijgelegen crematoria het heel druk hadden.”

In het stadsziekenhuyis van Fengyang wordt een oudere vrouw met covidklachten geholpen.  Beeld Noel Celis / AFP
In het stadsziekenhuyis van Fengyang wordt een oudere vrouw met covidklachten geholpen.Beeld Noel Celis / AFP

Het is een sterftegolf die zich in stilte voltrekt. De dood is taboe op het Chinese platteland, en de meeste overledenen worden niet gecremeerd, maar (illegaal maar gedoogd) in de bergen begraven, waardoor er nog minder zicht op is. Alleen ambtenaren en partijfunctionarissen laten zich hier cremeren. Volgens dorpelingen omdat hun levensverzekering anders niet wordt uitgekeerd. Veel dorpelingen juichen het einde van het zerocovidbeleid bovendien toe en zien de covidschade als een onvermijdelijke prijs.

Maar met Chinees Nieuwjaar doen veel dorpelingen toch voorzichtig aan, uit angst voor een tweede covidgolf. Velen zeggen het familiefeest dit jaar in kleinere kring te vieren. “Ik ben echt bezorgd”, zegt dokter Li. “Veel mensen dragen geen maskers en rennen maar rond. Ik ga geen verre familieleden bezoeken, maar ga hen bellen. Ik wou dat iedereen dat deed.”

Beperkte zorg op platteland

Er is een grote kloof tussen stedelijke en rurale gezondheidszorg in China. In de stad zijn volgens officiële statistieken 8,81 ziekenhuisbedden per 1.000 inwoners, op het platteland 4,95. In de stad zijn 4,25 artsen per 1.000 inwoners, op het platteland 2,06. Minder dan 10 procent van de artsen op het platteland heeft een opleiding langer dan vijf jaar genoten.

Over medicijntekorten op het platteland tijdens de eerste covidgolf zijn geen gegevens, maar het lijkt een wijdverspreid fenomeen. Nationale en internationale media beschreven achttien voorbeelden in acht provincies. Over overlijdens is nog minder informatie. Media beschreven een toegenomen vraag naar doodskisten en begrafenisceremonies in specifieke dorpen in Guangdong, Sichuan en Hubei.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234