NieuwsMilieu
Plastic afval mogelijk verdrievoudigd in 2060: ‘Recyclen is essentieel, maar niet eenvoudig’
Ondanks de wereldwijde inspanningen om plastic terug te dringen, kan het gebruik ervan de komende vier decennia verdriedubbelen. Door bevolkingsgroei en economische ontwikkeling is meer plastic onvermijdelijk, stelt de Oeso in een nieuw rapport.
De onderzoekers hebben voor de sombere prognoses gekeken naar drie mogelijke scenario’s: de hoeveelheid plastic in 2060 als we doorgaan op de huidige voet, als er regionaal actie wordt genomen, en als er wereldwijd een ambitieus klimaatbeleid is opgesteld. Het slechte nieuws, zo waarschuwt de club van rijke landen Oeso, is dat in alle gevallen het plasticverbruik flink zal toenemen door de groeiende wereldbevolking en economische welvaart.
De jaarlijkse productie zal, in het donkerste scenario, over circa veertig jaar ruim 1,2 miljard ton plastic bedragen, een verdrievoudiging ten opzichte van 2019. Ook de plastic afvalberg zal groeien, van 353 miljoen ton in 2019 naar ruim 1 miljard ton aan plastic afval in 2060. Vooral in Azië en Afrika wordt een grote toename verwacht door economische ontwikkeling. Al zal per hoofd van de bevolking in de westerse landen nog altijd meer plastic afval worden geproduceerd dan in ontwikkelingslanden.
“Wat je in grote lijnen ziet, is dat de materiaalbehoefte de komende decennia wereldwijd flink gaat toenemen. Niet alleen bij plastic”, stelt Arnold Tukker, hoogleraar industriële ecologie en directeur van het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden. “Maar het probleem met plastic is dat het gros nog wordt verbrand en gestort. Ook eindigt een klein, maar heel vervelend deel in de natuur.”
Van al het plastic dat sinds de jaren vijftig is geproduceerd, eindigde volgens de Oeso meer dan de helft op stortplaatsen, in verbrandingsovens of in de oceaan. Zelfs in de verste uithoeken van de planeet treffen wetenschappers microplastics aan in de natuur. “Met grote schade voor ecosystemen en onze gezondheid tot gevolg”, schrijft Oeso-secretaris-generaal Mathias Cormann, die de plastic vervuiling één van de grootste uitdagingen van de 21ste eeuw noemt.
Gunstigste scenario: geen plasticvervuiling meer
Het gevaar van al dat plastic is de laatste jaren ook tot de politiek doorgedrongen. Zo is het vanaf 2023 verboden om in België wegwerpbekers voor een eerste keer op de markt te brengen. Op tijd voor het bindende verdrag dat de Verenigde Naties in maart aankondigden om de plasticvervuiling terug te dringen. Het eerste in zijn soort, dat zowel ontwerp, productie, gebruik en afvalverwerking van plastic zal bestrijken.
Vooral die afvalverwerking zal essentieel zijn omdat het gebruik van plastic niet te stoppen is, aldus de Oeso. Van de ruim 350 miljoen ton plastic afval in 2019, werd volgens de organisatie slechts 9 procent gerecycled. Bijna een derde van het afval wordt ofwel slecht beheerd of ‘lekt’ naar de natuur, een cijfer dat in het slechtste geval kan verdubbelen de komende decennia.
Uitgaande van het gunstigste scenario, namelijk dat alle landen meewerken aan ambitieuze klimaatdoelen, stellen de onderzoekers dat in 2060 bijna de helft van al het plastic zal worden gerecycled én dat de plasticvervuiling zo goed als verdwenen is.
Hergebruik niet eenvoudig
In theorie kunnen we in de toekomst al het plastic recyclen, stelt hoogleraar Tukker. “Maar de praktijk is een ander verhaal. Het vervelende is bovendien dat het veel energie kost en dat de kwaliteit van het plastic steeds verder afneemt. Als het ophalen, schoonmaken en recyclen meer gaat kosten dan het opbrengt, is het hergebruik uiteindelijk negatief.”
Om de plasticvervuiling toch te minimaliseren, komt de Oeso nog met enkele andere aanbevelingen voor beleidsmakers, waaronder het invoeren van belastingen op plastic verpakkingen, meer verantwoordelijkheid voor de producenten en een betere infrastructuur voor afvalverwerking. “Het is van cruciaal belang dat landen samenwerken en actie ondernemen om de gevaren van plasticvervuiling tegen te gaan”, aldus Cormann van de Oeso.
Overheidsbeleid kan uiteindelijk het verschil maken, denkt ook Tukker. “We zien bijvoorbeeld dat statiegeld op plastic flesjes werkt.” Uiteindelijk zijn er volgens Tukker twee ‘simpele’ oplossingen: stoppen met bepaalde soorten plastic die microplastics achterlaten in de natuur − zoals synthetische kleding waarbij in de was microvezels vrijkomen − én zorgen voor een gesloten kringloop om zo veel mogelijk afval te recyclen. “Maar helemaal geen plasticvervuiling meer, dat lijkt nog ver weg.”