Maandag 29/05/2023

Philipp Freiherr von Boeselager (87) leverde de springstof

De laatste overlevende van de aanslag op Hitler

In België is Claus von Stauffenberg de personificatie van de aanslag op Adolf Hitler die op 20 juli 1944 jammerlijk mislukte. De kolonel die de bom 61 jaar geleden in de nabijheid van de dictator durfde te brengen werd een dag later geëxecuteerd. Tweehonderd medesamenzweerders zouden later eveneens een gewelddadige dood vinden. Op miraculeuze wijze ontsprong Philipp Freiherr von Boeselager (87) de dans. In een kasteeldorpje in de Eifel, niet zo ver van de grens met België, krijgt de cavalerieofficier die Von Stauffenberg van explosieven voorzag in de winter van zijn leven het diepe respect dat hij verdient.

Kreuzberg am Ahr

Van onze medewerker

Cees de Geus

Op de parking van camping Victoria Station in Kreuzberg am Ahr staan auto's met Nederlandse, Belgische en Duitse kentekens met draaiende motor te wachten. Het is warm, bloedheet zelfs.

Vermoedelijk is geen van de vakantiegangers zich ervan bewust dat in een oud vakwerkhuis achter het kasteel dat boven hen uittorent een van de moedigste en gewetensvolste mannen woont die de Wehrmacht heeft voortgebracht. Ook in Duitsland wordt Philipp Freiherr von Boeselager (87) nu in dergelijke bewoordingen geprezen. "Met zijn broer Georg behoorde hij tot de weinigen binnen de Wehrmacht die ridderlijkheid en eergevoel hoog in het vaandel hadden", schreef een Duitse journalist onlangs. "Beiden zorgden ervoor dat in de oorlog niet alle menselijkheid verloren ging."

Als laatste overlevende van de verzetsgroep rond generaal-majoor Henning von Tresckow werd de voormalige kasteelheer vorige maand benoemd tot ereburger van de gemeente Ahrweiler, waar Kreuzberg am Ahr deel van uitmaakt. "Met het ereburgerschap krijgen ook mijn dode vrienden uit het verzet eindelijk openlijk de eer die zij verdienen", stelde hij zich bij die gelegenheid met breekbare stem zowel dankbaar, bescheiden als enigszins kritisch op.

Bijzondere behandeling

Breekbaar is ook de eerste indruk die Freiherr von Boeselager maakt als hij een maand later de voordeur opent van zijn woning. Vriendelijk, rijzig en aristocratisch is hij ook, de man die de onvoorstelbare moed had om naar zijn geweten te luisteren toen hij in 1942 als 24-jarige ordonnansofficier aan het oostfront werd geconfronteerd met de gruweldaden van Hitlers regime. "In juni 1942 las ik in een SS-bericht: 'Vijf zigeuners hebben een bijzondere behandeling ondergaan'", vertelt hij. "Bijzondere behandeling? Nog nooit van gehoord. Navraag bij de verantwoordelijke SS-officier leerde na veel aandringen dat daarmee de executie van alle vijanden van het Duitse Rijk werden bedoeld. Zonder vorm van proces. En volkomen rechtsgeldig. Ik was verbijsterd. Echt verbijsterd."

In de maanden daarna stuit Freiherr von Boeselager op steeds meer excessen. Als zijn pogingen om de Schweinerei aan de kaak te stellen geen enkel effect sorteren, sluit hij zich aan bij de verzetsgroep van veldmaarschalk Von Kluge en generaal-majoor Von Tresckow. De diepgelovige katholiek klampt zich vast aan de overtuiging dat hij niet Hitler maar God verantwoording schuldig is voor zijn daden. "Van huis uit ben ik anti-Pruisisch opgevoed. Ik heb nooit wat met de nazi's opgehad. Toch heeft het jaren geduurd voor ik achter de ware aard van Hitler en zijn misdadige regime kwam. Net als iedereen deed ik de excessen in de jaren dertig af als incidenten. Toen ik eenmaal doorhad dat Hitler niet alleen op de hoogte was, maar ook bevel gaf tot het uitroeien van alle vijanden van het Duitse rijk heb ik zonder aarzelen tegen Von Tresckow gezegd: 'dit kan niet, dit mag niet, ik doe mee'."

Geloof en moed kan Freiherr von Boeselager goed gebruiken in het dubbelleven dat hij de rest van de oorlog noodgedwongen leidt. Terwijl hij aan het oostfront in de cavaleriebrigade van zijn twee jaar oudere broer en medeverzetsstrijder Georg tegen de Russen vecht, is de jonge baron bij meerdere aanslagen op Hitler betrokken. Zo levert hij in maart 1943 de springstof voor twee bommen die worden verstopt in het vliegtuig waarmee de Führer een bezoek brengt aan het front in Rusland. De ontploffing die een einde moet maken aan de oorlog blijft uit omdat de ijzige kou op enkele kilometers hoogte het ontstekingsmechanisme aanvreet. "Verschrikkelijk jammer, want het was een van de weinige keren dat het ons lukte om Hitler uit zijn veilige Berlijnse bunker te lokken", herinnert Von Boeselager zich.

Na het echec boven Rusland besluit de verzetsgroep om de Führer met een bomaanslag op een vergadering in zijn ondergrondse bunker in Berlijn om het leven te brengen. De Britse springstof voor die bom wordt midden juli 1944 naar Berlijn gebracht door de jongste Von Boeselager, die zwaargewond is geraakt en met ziekteverlof naar de hoofdstad wordt gestuurd. Als Von Stauffenberg zich op 20 juli 1944 onsterfelijk maakt door de bom te plaatsen in de vergaderruimte waarin ook Hitler aanwezig is, haast de baron uit Kreuzberg zich op bevel van Von Tresckow met 1.200 cavaleristen van het oostfront naar Berlijn. "Het was de bedoeling dat we na de dood van Hitler twee SS-kazernes en het ministerie van Propaganda in de hoofdstad zouden bezetten. In 36 uur tijd legden we 200 kilometer af. Sommige cavaleristen waren zo uitgeput dat ze van hun paard vielen. Op het vliegveld van Warschau, vanwaar we naar Berlijn zouden worden gevlogen, kreeg ik bericht van mijn broer dat de aanslag was mislukt. 'Terug in onze schuilholen', waarschuwde hij. We maakten meteen rechtsomkeert. Op de weg terug stapte het paard van één van de twee ritmeesters die ik als enigen in vertrouwen had durven te nemen op een mijn. Dier en berijder waren op slag dood. Ik dacht er net op tijd aan dat hij een plattegrond van Berlijn bij zich had. Als die was ontdekt, dan had ik hier nu niet meer gezeten."

Duistere krachten

Duistere krachten, domme pech en de nervositeit van Von Stauffenberg zijn er op 20 juli 1944 verantwoordelijk voor dat Hitler gespaard blijft als de bom ontploft. Er vallen vier doden, de dictator loopt alleen wat schrammen op. Omdat Von Stauffenberg slechts drie vingers heeft, kan hij het karwei niet met zijn pistool afmaken.

Oneindig veel betere hogere machten zorgen er in de dagen, weken en maanden die volgen voor dat Freiherr von Boeselager letterlijk buiten schot blijft. Terwijl zelfs zijn manoeuvre met 1.200 cavaleristen onopgemerkt blijft, wordt onder zijn medesamenzweerders een meedogenloze slachting aangericht die al op 21 juli 1944 begint met de executie van Von Stauffenberg en drie medesamenzweerders. Von Tresckow wacht zijn onvermijdelijke arrestatie niet af, maar loopt aan het Russische front het niemandsland in, waar hij zichzelf van het leven berooft door naast zijn hoofd een granaat tot ontploffing te brengen. Een maand later sneuvelt Georg von Boeselager. "Toen ook de tweede ritmeester die ik in vertrouwen had genomen door de Russen werd gedood was er niemand meer om zelfs maar een blik van verstandhouding mee te wisselen", onderstreept Von Boeselager het feit dat de aanslag op 20 juli 1944 niet Hitler maar het verzet binnen de Wehrmacht fataal werd. "Voor mij brak een angstige en eenzame tijd aan. Omdat ik ervan overtuigd was dat het spoor vroeg of laat naar mij zou leiden droeg ik in de borstzak van mijn uniform een cyaankalipil. Grijpklaar. Ik was niet van plan om levend in handen van de nazi's te vallen."

Pas op 8 mei 1945, een week na de zelfmoord van Hitler, durft Freiherr von Boeselager de pil in de Oostenrijkse rivier de Mur te gooien. Het feit dat hij zo mogelijk de dood van een onschuldige zalm of forel op zijn geweten heeft, is één van de weinige luchtige onderdelen van de lezingen die hij op scholen houdt. "Duitse jongeren zijn alleen geïnteresseerd in geld, politiek interesseert hen geen snars", is zijn indruk. "Ik hou lezingen om scholieren te wijzen op het belang van vrije meningsuiting en tolerantie. En om hen op het hart te drukken om later vooral gebruik te maken van hun stemrecht. Alleen zo kun je voorkomen dat een rattenvanger als Hitler ooit nog een kans krijgt."

Ontroerende familiespreuk

Na het gesprek loopt de baron even mee met het bezoek. Moeizaam, want ouderdom en de verwondingen die hij aan het oostfront heeft opgelopen eisen hun tol. Op de voorgevel van zijn vakwerkhuis uit 1648 prijkt de Latijnse familiespreuk van de familie Von Boeselager, die ontroert door de manier waarop ze in de Tweede Wereldoorlog in de praktijk is gebracht door Georg en Philipp: Et si omnes ego non. Vrij vertaald: 'Ik doe niet wat iedereen doet'.

Beneden, op de parking van camping Victoria Station, staat nog één Nederlandse auto. "Veel buitenlanders haten Duitsers vanwege de gruweldaden die ze in de Tweede Wereldoorlog hebben gepleegd", mijmert Philipp Freiherr von Boeselager. "Terecht. Ze moeten echter ook weten dat er mensen als Von Kluge, Von Stauffenberg en Von Tresckow zijn geweest. Natuurlijk, het waren er te weinig. Maar ze waren er wel."

'Omdat ik ervan overtuigd was dat het spoor vroeg of laat naar mij zou leiden droeg ik in de borstzak van mijn uniform een cyaankalipil. Grijpklaar. Ik was niet van plan om levend in handen van de nazi's te vallen'

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234