Zaterdag 10/06/2023

Pfeijffer en de lokroep van Genua

In de roman 'La Superba' keert Ilja Leonard Pfeijffer de stad Genua binnenstebuiten. Een autobiografische travestie of een dwarse ode aan de hoogmoedige stenen? Dirk Leyman

Weinig Nederlandse auteurs slagen erin om eruditie, speelsheid en vertelplezier zo gracieus in een bedding te laten vloeien als Ilja Leonard Pfeijffer (°1968). Het scabreuze reikt in zijn wijdvertakte oeuvre de hand aan het sierlijke. Het hoge wedijvert voortdurend met het lage. Denk maar aan de briljante stijloefening die Het grote baggerboek (2004) was. En als de ernst te zeer gaat overheersen, zoekt bellenblazer Pfeijffer spoorslags zijn heil in stekelige ironie. Balanceren op de dunne koord tussen echt en onecht, het blijft de geliefkoosde kunsttoer van deze writer at large. Telkens is de onstuimige, barokke taal de ultieme triomfator, zowel in zijn poëzie, polemieken, romans, toneelstukken als korte verhalen. Het schrijverschap prijkt op het hoogste schavot in het leven van deze kolossale kameleon, die net als Geerten Meijsing in Italië zijn schuilplaats heeft gevonden.

Vijf jaar geleden verpandde Pfeijffer immers zijn hart aan de Ligurische havenstad Genua. Dat er ooit een roman van zou komen, lag volkomen in de lijn der verwachtingen. La Superba is een uitvloeisel van zijn stoutmoedige fietstocht naar Rome, waarvan Pfeijffer in De filosofie van de heuvel (2009) verslag uitbracht. Toen al bezong hij met veel omhaal het donkere labyrint van Genua, in het besef dat daar zijn bevrijding lag. Niet snel genoeg kon hij er zijn tenten opslaan. Na de jaren in het benepen Nederland was de drang naar authenticiteit en onthechting groot: "Hier zou ik helemaal vanzelf een mens worden, omdat het hier echt is zonder dat het zich al te zeer serieus neemt."

In het kleurrijke, groteske en tegelijk weemoedige La Superba maakt Pfeijffer met weidse gebaren de balans op van een intens bestaan in Genua. Hoe onderga je 'de hoogmoedige' stad, waarvan de pracht en praal "een ondoordringbare muur" vormen? Nergens kun je beter verloren lopen dan in Genua, de stad waar ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus vandaan zou komen: "Sommigen dwalen hier al een mensenleven lang."

Mooi en hardvochtig

De talloze alter ego's van Pfeijffer zijn erop gebrand de geheimen van Genua te ontrafelen. Hij wil er graag achteloos bij horen en steekt daarom de plaatselijke krant Secolo XIX opzichtig onder de arm. "Zij is mooi en hardvochtig. Zij is als een hoer die lonkt, maar die je nooit de jouwe zult kunnen maken. Zij is aanlokkelijk en overmoedig. Zij verleidt en verdelgt." De metaforiek in La Superba puilt uit van de erotiek. Van meet af aan heeft de dichter veel oog voor de vrouwelijke specimens die de stad bevolken en viert hij zijn fantasieën op hen bot. In het bijzonder de serveersters dragen zijn aandacht weg. Geen wonder als je weet dat het hoofdpersonage ettelijke uren op de terrassen op de Piazza delle Erbe en in de trattoria's van de stad vertoeft. "Het mooiste meisje van Genua werkt in de Bar met de Spiegels." Alles haalt hij uit de kast om haar te versieren, maar de tragiek heeft grijpgrage klauwen. "Je leeft te veel in je fantasie", krijgt hij van haar te horen. En valt een zuidelijk meisje wel te doorgronden? Of is ze niet meer dan "een buit in zijn Genuese triomftocht"? Ze is ongenaakbaarder dan eerst gedacht. Behendig jongleert Pfeijffer met het madonna-hoermotief, tot de ultieme vernedering wenkt.

De roman, geschreven met "grove sprezzatura" zoals Pfeijffer het ergens omschrijft, is al even labyrintisch en kronkelig als de stad zélf. "Ik moet mezelf omfantaseren tot een Genuees." Soms lijkt zijn dooltocht op de surrealistische queeste van André Breton naar zijn ongrijpbare Nadja in Parijs. Evengoed is het alsof je door een overenthousiaste reisleider op sleeptouw wordt genomen. Werkelijk alle hoeken en kanten van "deze bakermat van mijn ware ziel" wil Pfeijffer etaleren. Dan weer flirt hij met het genre van de briefroman, in de passages gericht aan een Nederlandse vriend. Met het vergrootglas schaduwt de 'beroemde dichter' zijn eigen schrijfarbeid en zet hij ons op het verkeerde been. Prachtig ook zijn de portretten van andere aangespoelden: van Don, de Engelse professor, tot Rashid, de Marokkaanse rozenverkoper. "We zijn figuranten in elkaars verzonnen autobiografie. We zijn decor van elkaars illusies."

Romantisch en gevoelig

In La Superba geeft Pfeijffer zich schijnbaar genadeloos bloot. Maar evengoed versluiert hij zich ook weer achter zijn woeste haardos, zijn woordenweelde en retorische grepen. Soms schaamteloos romantisch en gevoelig, dan weer schmierend en vilein. Je had niets anders verwacht. Deze roman is één grote travestie. Is de dikbuikige schrijver werkelijk verdwaald in zijn fantasie van een mooier, echter leven elders en is de droom doorgeprikt door de inhalige Nederlandse belastingdiensten? Pfeijffer overtreft zichzelf in La Superba. Vaak sta je perplex bij zoveel ballengegoochel, open doekjes én exuberante terzijdes, even tintelend als een glas prosecco en even smakelijk als spaghetti al ragù. Reserveer alvast deze roman bij je boekhandelaar. De kans is groot dat er dit voorjaar geen betere verschijnt.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234