AchtergrondOnderwijs
Pas op, de leraar kijkt mee: slimme software moet leerlingen bij de les houden
In verschillende Vlaamse scholen kijken leerkrachten tijdens de les mee op het laptopscherm van leerlingen. Software-applicaties zoals Senso.cloud helpen daarbij een handje. Maar mogen scholen dat zomaar doen?
Leerlingen die massaal WK-wedstrijden kijken tijdens de les? Die tijd is voorbij. Niet alleen omdat de Rode Duivels al uitgeschakeld zijn, maar ook omdat scholen steeds meer vat proberen te krijgen op het surfgedrag van leerlingen tijdens de les. De kans is groot dat u tot voor kort nog nooit van Senso.cloud had gehoord. Toch lijkt het erop dat het softwareprogramma of gelijkaardige applicaties, zoals Cloudwise of Impero, binnenkort ook op de schoollaptop van uw kroost staan.
“Mijn leerlingen moeten tijdens de les sowieso hun Chromebook gebruiken, omdat het handboek daarop staat”, vertelt Marjan Claes, leerkracht wiskunde in de tweede graad van het Don Bosco Instituut in Groot-Bijgaarden. Ze gebruikt Senso sinds de lente. “Zodra de les begint, zie ik de schermen van mijn leerlingen op mijn eigen scherm. Ik heb een klas met veel gamers. Spelletjes spelen tijdens de les is soms sterker dan henzelf. Door de applicatie kan ik in dat geval hun scherm uitzetten, zonder dat ik die leerling voor de hele klas op het matje moet roepen. Voor mij is dat echt een meerwaarde.”
De ervaring van Claes was zo positief dat haar directie vanaf dit schooljaar een licentie voor het hele lerarenteam aankocht. Nog voor het WK begon, dus. “Scholen zijn al langer op zoek naar een manier om een overzicht te hebben van het surfgedrag van leerlingen in de klas”, vertelt schooldirecteur Bert Vermaanen. “Sinds de Digisprong zit elke leerling met een laptop in de les. Vroeger kon je het als leerkracht gemakkelijk zien als iemand spiekte. Maar nu kijk je gewoon naar de achterkant van laptops. De software is het moderne equivalent van een leerkracht die door de klas loopt.”
Surfgedrag van de leerling
Concreet is Senso verbonden met de Google Classroom van een leerkracht. In die digitale leeromgeving staan leerkrachten in contact met de leerlingen aan wie zij les geven. Bijgevolg kan de leerkracht alleen het scherm van die leerlingen controleren. Dat kan ook alleen binnen de schoolmuren én uren, benadrukt Vermaanen. Het is dus niet zo dat leerkrachten kunnen zien wat een leerling thuis op de laptop uitspookt. Wie dat toch probeert, krijgt een foutmelding.
Toch roept het systeem bij sommige leerlingen en ouders vragen op. Op een van de campussen van het Gentse Sint-Paulusinstituut is de proefperiode van twee weken om die reden voortijdig beëindigd. Sinds maandag gebruikten leraren er Senso. Drie ouders schreven de directie aan omdat ze vreesden dat leerkrachten zouden kunnen meekijken bij het surfgedrag van leerlingen tijdens de pauze. Omdat Senso de software niet kon uitschakelen tijdens die pauzes besloot de school om de proefperiode voortijdig te staken.
Een ouder van een leerling op een andere school vertelt dat haar dochter schrok toen een leerkracht tijdens de les Nederlands plots haar scherm blokkeerde. “Ze dacht dat mijn dochter een woord googelde dat niets met de les te maken had. Terwijl ze het wel degelijk in het kader van haar groepswerk had opgezocht.”
Openboekexamen
Bovendien kun je je afvragen of een school zomaar midden in het schooljaar software op de laptop van leerlingen mag installeren. In het Don Bosco Instituut zijn de Chromebooks eigendom van de school, en tekenden de leerlingen op voorhand een overeenkomst waarin staat dat ze gecontroleerd kunnen worden. Maar wat als de leerlingen de laptops via de school kochten, in plaats van huren? En wat met de privacy van leerlingen?
“Als de school een duidelijk kader gecreëerd heeft, dan denk ik wel dat het kan”, zegt Rob Heyman (Imec/SMIT-VUB) van het Vlaams Kenniscentrum voor Data en Maatschappij. Hij hamert erop dat leerlingen betrokken worden in het opstellen van dat kader. “En ook dat scholen en leerkrachten daar transparant over zijn. Een leerling moet weten wanneer een leerkracht die software kan gebruiken. Anders hebben ze misschien het gevoel op elk moment gecontroleerd te worden, wat toch griezelig is.”
Heyman geeft het voorbeeld van een openboekexamen. Daarbij is het perfect verdedigbaar dat de leerkracht bepaalde websites blokkeert en in de gaten houdt of leerlingen geen achterpoortje weten te vinden. Maar dat leerkrachten tijdens elke les het surfgedrag van leerlingen in het oog zouden kunnen houden, stelt dan weer enkele problemen.
“Stel dat een leerkracht opmerkt dat een leerling vaak sites bezoekt met tips om te vermageren, zou die hem daar - goedbedoeld - op kunnen aanspreken”, zegt Heyman. “Dat is potentieel gevaarlijk.” Ook privacy-jurist Matthias Dobbelaere-Welvaert stelt er zich daarom vragen bij. “Is dit de sfeer waarin we leerlingen willen opvoeden, met de gedachte dat ze altijd gecontroleerd kunnen worden?”
Al heeft Dobbelaere-Welvaert ook bedenkingen bij de legaliteit van zulke software in het secundair onderwijs. “Het gaat hier om de data van minderjarigen. Binnen de GDPR-wetgeving is dat een aparte categorie. En volgens mij is dit geen proportioneel gebruik van de wetgeving. Stel nu dat een leerkracht gewoon rondloopt in de klas en een leerling verschillende keren betrapt omdat hij of zij met iets anders bezig is tijdens de les, dan is het misschien wel nuttig om die software een tijd lang te gebruiken bij die ene leerling. Maar preventief alle schermen van alle leerlingen kunnen bekijken: dat is niet proportioneel.”