Overzicht Cobrabeweging in Brussel, Jan Cox in Antwerpen

Brussel l Terwijl het retrospectief van Cobraschilder Pierre Alechinsky vandaag opent, plannen dezelfde Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel volgend jaar een groot overzicht van de Cobrabeweging tussen 1948 en 1951. Alechinsky verleent weer zijn medewerking, maar er zal ook werk te zien zijn van Asger Jorn, Karel Appel, Corneille, Christian Dotremont, Carl-Henning Pedersen, Constant en Hugo Claus. Cobra is het letterwoord voor Copenhagen, Brussel en Amsterdam, de drie centra van de kunstbeweging. De directe aanleiding voor de expositie is de zestigste verjaardag van Cobra. Volgens museumdirecteur Michel Draguet is een andere reden de relatieve onbekendheid van Cobra buiten Europa.

In totaal gaat het om 150 werken die gegroepeerd zullen worden rond een aantal thema's: Cobra versus het surrealisme, de abstractie, de nieuwe mythologie, de relatie tussen woord, beeld en jazz, Cobra als noordelijke kunstbeweging en het belang van het reizen. De tentoonstelling loopt van 7 november 2008 tot 25 januari 2009.

Op 15 maart van volgend jaar opent in het Antwerpse Koninklijk Museum voor Schone Kunsten een tentoonstelling over Jan Cox, een intussen wat vergeten schilder die betrokken was bij de activiteiten van Cobra en lang bevriend was met Alechinsky en Claus. Cox speelde een belangrijke rol in de overgang van de relatief provincialistische kunstwereld van de jaren dertig naar het internationalistische kunstleven van na de Tweede Wereldoorlog. Zijn kunst draagt de sporen van klassieke modernen als Picasso en Matisse, en van zijn Cobravriendschappen. In 1950 verhuisde Cox naar New York, 26 jaar later kwam hij terug naar Antwerpen. Hij pleegde zelfmoord in 1980.

De tentoonstelling Jan Cox, een kunstenaarsprofiel loopt van 15 maart tot 15 juni 2008.

(ER)