PortretRecep Tayyip Erdogan
Overleeft Erdogan ook deze crisis? ‘In België zou het opduiken van zulke video’s het einde van een politieke carrière betekenen’
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan krijgt momenteel bakken kritiek over zich heen na de aardbevingen in het zuiden van het land. De vraag is of het ook zijn winstkansen voor de presidentsverkiezingen later dit jaar zal hypothekeren. ‘Dit is Turkije. Hier gelden andere regels.’
“Het zijn gebouwen die doden, niet aardbevingen.” Erdogan tweette het in 2013, en de tweet ging deze week, om evidente redenen, opnieuw viraal.
De aanleiding voor de originele tweet was destijds de herdenking van de aardbeving die in 1999 aan 18.000 mensen het leven kostte in Istanbul. 24 jaar later beefde de aarde opnieuw in Turkije. Twee zware schokken deden vorige week duizenden gebouwen instortten. De dodentol loopt intussen op tot bijna 40.000 mensen.
Samen met de tweet doen nu ook filmpjes uit 2019 de ronde. Het zijn beelden van verkiezingsbijeenkomsten waarin Erdogan zichzelf op zijn gekende onderkoelde manier op de borst klopt omdat hij ‘de problemen van 144.556 inwoners van de stad Kahramanmaraş heeft weten op te lossen’. Erdogan verwijst naar de amnestie voor bouwovertredingen die hij verleende. Of ze nu zonder vergunning hadden gebouwd of bouwvoorschriften in de wind hadden geslagen: in ruil voor een kleine boete konden miljoenen Turken vanaf 2018 hun illegale woonst alsnog laten regulariseren.
Erdogan wist maar al te goed wat de gevolgen daarvan konden zijn. Tekenend is dat in het kleine stadje Erzin, waar de burgemeester wel de bouwvoorschriften volgde, geen enkel gebouw instortte. Maar bouwamnestie is een beproefde tactiek in de Turkse politiek: Erdogans amnestiewet was al de negentiende sinds de Tweede Wereldoorlog. “Mensen de mogelijkheid geven om snel en goedkoop een huis te bouwen, leidt hier tot politiek succes”, zegt Joost Lagendijk, Turkije-expert en auteur van de biografie Erdogan in een notendop vanuit Turkije. Niet toevallig zijn acht van de tien getroffen steden in handen van Erdogans AKP-partij.
Verkiezingsjaar
Al richt de kritiek zich nu niet alleen op Erdogan. “Van politici die nationaal oppositie voeren tegen Erdogan, maar lokaal voor de wet stemden tot burgemeesters en aannemers die een oogje dichtknepen en natuurlijk de mensen die hier zelf om vroegen: eigenlijk is het hele systeem in Turkije medeplichtig”, zegt Senem Aydin-Düzgit, professor Internationale Relaties (Sabanci Universiteit / Istanbul Policy Center).
Toch doet de kritiek vooral Erdogan pijn in dit verkiezingsjaar. In mei of juni – een exacte datum is er nog niet – trekken de Turken normaal naar de stembus voor de presidentsverkiezingen. De kans bestaat natuurlijk dat die uitgesteld worden met de aardbevingen als excuus, zoals de geruchtenmolen nu al suggereert.
Het is ook moeilijk te voorspellen wat de impact van die aardbevingen zou zijn op de uitslag. “In Nederland of België zou het opduiken van zulke video’s het einde van een politieke carrière betekenen”, zegt Lagendijk. “Maar dit is Turkije. Hier gelden andere regels.”
Zo is het maar de vraag of de vele aanhangers van Erdogan de video’s uit 2019 wel te zien zullen krijgen. De overheid heeft zo goed als alle televisiezenders en kranten in handen. Professor en coördinator Turkse studies aan de Universiteit van Leiden Nicole van Os hoort van vrienden in Turkije dat ze vooral beelden van heldhaftige hulpverleners te zien krijgen op tv. Veel ruimte voor kritiek op de traag op gang gekomen hulpverlening is er niet.
Niet dat Erdogan voor de aardbevingen fluitend op weg was naar een tweede ambtstermijn als president. Zo speelt de torenhoge inflatie hem al langer parten in de peilingen. Eind november klom het inflatiecijfer naar een duizelingwekkende 85 procent. Nu schommelt het rond de 60 procent.
De Turkse economie doet het in het algemeen niet fantastisch. Verstokt van Europese investeerders zakte de economische groei van 11 procent in 2021 naar 5 procent in 2022. Erdogan keerde zich afgelopen jaar noodgedwongen tot landen als Rusland en Saudi-Arabië op zoek naar kapitaal. Zo sloot hij in volle Oekraïne-oorlog een gasdeal met Russisch president Vladimir Poetin.
Het rechtstreekse aandeel van Erdogan in die economische malaise is groot. Hij is er bijvoorbeeld rotsvast van overtuigd dat de beste remedie tegen hoge inflatie het drukken van extra geld is. Ieder handboek fiscaliteit leert dat hij daarmee remedie en oorzaak door elkaar haalt.
Ook stelde Erdogan in 2018 zijn schoonzoon Berat Albayrak aan als minister van Financiën. Onder diens tweejarig bewind verloor de Turkse munt lira 40 procent van haar waarde tegenover de Amerikaanse dollar. In een poging dat om te keren, verbraste Albayrak een groot deel van de reserves aan buitenlandse munten die Turkije bezat.
Mislukte coup
De aanstelling is tekenend voor hoe ver de arm van Erdogan en zijn AKP-partij intussen reiken. Van de media tot de rechterlijke macht: over alles hangt een zweem van belangenvermenging en vriendjespolitiek. Toont de zaak-Albayrak ook: loyaliteit is daarbij belangrijker dan kunde.
Het is een van de constanten sinds Erdogan in 2002 aan de macht kwam, toen nog als premier: hij trekt de touwtjes steeds meer naar zich toe. Een tendens die na een verkiezingsoverwinning van 49,8 procent in 2011 en een mislukte coup tegen hem in 2016 alleen maar sterker werd.
“Erdogans AKP-partij doet – net als de politieke partijen in de Verenigde Staten – aan gerrymandering of kiesrechtgeografie”, zegt Van Os. “Dat betekent dat ze kiesdistricten zo indeelt dat oppositiestemmen verdeeld raken en ze zelf kan gaan lopen met de meerderheid.” Wanneer de Koerdische partij HDP er in 2015, ondanks een kiesdrempel van 10 procent, in slaagt om in het parlement te raken, krijgt ze meteen af te rekenen met allerlei processen. Intussen zijn de bankrekeningen van de partij bevroren en zit voormalig partijleider Selahattin Demirtaş in de gevangenis.
Voormalig premier Ahmet Davutoğlu werd eind 2019 uit de AKP gezet. Hij heeft nu een eigen partij, net als een andere oud-minister die door Erdogan uit de AKP werd gezet. Het illustreert het probleem van die Turkse oppositie voor de komende verkiezingen: voorlopig is ze te versnipperd om Erdogan echt weerwerk te kunnen bieden.
Dat moet ook Europeanen die niet wakker liggen van Turkse binnenlandse aangelegenheden bezighouden. “De verkiezingen gaan evengoed over de Europese veiligheid”, zegt Aydin-Düzgit. “Van de ruzie met Zweden en Finland over NAVO-toetreding of de nauwe band tussen Erdogan en Poetin: die zullen allemaal drastisch anders zijn als de oppositie het haalt.”
Autoritair regime
Tot nog toe toe buigt Erdogan de regels van de rechtsstaat naar zijn hand, maar speelt hij het spel wel binnen de vooraf gekalkte lijnen. Ondanks alles is Turkije nog altijd een democratie. Getuige daarvan zijn de lokale verkiezingen van 2019. De AKP verloor toen haar meerderheid in de drie grootste steden, Istanbul, Ankara en Izmir. Die resultaten hielden stand.
Dat is wat volgens weekblad The Economist deze verkiezingen zo belangrijk maakt: blijft Turkije na de verkiezingen een parlementaire democratie? Of zoals een Turkse academicus die niet met zijn naam in de krant wil, het zegt: “Als Erdogan ook deze verkiezingen wint, dreigt Turkije af te glijden naar een autoritaire, poetineske staat.”
“Ik denk dat die stelling klopt”, zegt Van Os. “Al is dat eigenlijk al een tijd aan de gang. Begon Erdogan ooit als een gematigde moslimdemocraat, dan is dat intussen sterk afgekalfd.”
Dat is meteen de belangrijkste rode draad door Erdogans politieke carrière: zijn standpunten draaien met de wind. Erdogan vervelde van pro-Europese politicus die lid wil worden van de Europese Unie tot volbloed conservatief politicus die zich voluit op de islam richt. Tussendoor zocht hij een tijdlang toenadering tot de Koerdische minderheid. “Tot hij in 2015 zag dat die aanpak niet werkte. Toen schakelde hij over op een Turks-nationalistische lijn”, zegt Lagendijk.
De fout die het Westen volgens Lagendijk wel vaker maakt, is om Erdogan puur als islamitisch leider te zien. “Zijn Turks-nationalistische en populistische insteek zijn belangrijker om hem te begrijpen”, zegt Lagendijk. “Erdogan heeft een sterke, bijna emotionele band met zijn achterban. Deze conservatieve en gelovige Turken zien hem al twintig jaar lang als de man die hen verdedigt tegen de seculiere elite uit de oppositie. Ze zijn nog altijd bang dat als Erdogan en zijn partij wegvallen de oude elite terugkeert, samen met symbooldossiers, zoals de vraag of vrouwen met een hoofddoek naar de universiteit kunnen of niet. Daar speelt Erdogan slim op in. Het zorgt er ook voor dat die achterban al twintig jaar lang bereid is om hem allerlei fouten te vergeven.”