Midden november vorig jaar hadden een kleine 5 procent van de ouders met een kind in het Vlaams basisonderwijs de vragenlijst van Onderwijsminister Vandenbroucke niet ingevuld. Voor het secundair onderwijs was dat bijna 8 procent. Dat blijkt uit het antwoord van de minister op een schriftelijke vraag van Christian Van Eyken (UF).

De vragenlijst, die begin september verdeeld werd en onder meer peilde naar de taal thuis en het diploma van de moeder, was bedoeld om de extra omkadering vast te leggen waarop de school in het kader van het gelijke kansendecreet recht heeft; Aan de hand van de resultaten zullen aan de Nederlandstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten ook bijkomende lestijden toegekend worden. De gegevens zijn verwerkt en naar de scholen gestuurd. Die hebben tot 1 februari de tijd om aanvullende info over te maken.

Vandenbroucke betreurt dat een aantal door de Vlaamse overheid gefinancierde Franstalige scholen uit Vlaamse faciliteitengemeenten hun medewerking weigerden. "Door het niet verschaffen van de gevraagde gegevens dreigen zij additionele GOK-omkadering en werkingsmiddelen mis te lopen. Precies daarom heeft een aantal van deze scholen - soms na een interne discussie en bijkomende informatie van mijn administratie - wel meegewerkt", aldus de minister.