Bellen met...Nathalie Righton
Oud-correspondent Natalie Righton: ‘Ik vrees dat de Taliban achter de familie van mijn tolk aangaan’
Op het hoogtepunt van de oorlog tegen terrorisme verbleef Natalie Righton als Volkskrant-correspondent in Afghanistan. Hoe kijkt zij naar de huidige opkomst van de taliban? En hoe is het met de mensen met wie ze werkte? ‘De taliban kiezen er bewust voor om hun conservatisme te minimaliseren.’
Als Volkskrant-correspondent verbleef je meer dan duizend dagen in Afghanistan. Hoe was de situatie daar toen?
“Tussen 2010 en 2013 heb ik in Afghanistan gewoond. De oorlog tegen terrorisme was destijds op zijn hoogtepunt. Na de aanslagen op 11 september 2001 hadden de Amerikanen gezegd: wij willen Osama Bin Laden hebben, het brein achter die aanslagen. Die hield zich schuil in Afghanistan, was de gedachte. Toen hebben ze besloten om het land binnen te vallen.”
“Ik verbleef unembedded in het land: ik had een huis in een woonwijk in Kabul, niet bij de militairen van de Nederlandse missie. Ik had ook contact met krijgsheren van de taliban en kon met gewone burgers praten. Als je verslag wilt doen van een oorlog tegen terrorisme moet je beide kanten bespreken. Daardoor weet je beter wat er speelt.”
“Als journalist kon ik destijds redelijk goed werken. De taliban zagen journalisten als vehikel om hun boodschap naar buiten te brengen. Ik was geen doelwit voor hen. Zolang ik maar geen wapens droeg en me naar iedereen open opstelde. Het is al die jaren goed gegaan.”
Hoe kijk je naar de huidige ontwikkelingen in Afghanistan?
‘De taliban zijn niet zoals IS of Al Qaeda strijders die van buiten het land komen binnenvallen. Het zijn zeer strenggelovige mensen, die staan voor een conservatieve manier van leven. Maar het zijn ook gewoon Afghanen.”
Lees ook
Liveblog. Biden over Afghanistan: ‘Ons doel was om terrorisme te bestrijden, niet om het land op te bouwen’
“Een substantieel deel van de bevolking heeft nog steeds sympathie voor hen. Anders waren de taliban niet in staat geweest zo gemakkelijk al die gebieden over te nemen. In veel plaatsen hebben ze weinig weerstand ervaren. Het is moeilijk schatten, maar ik denk dat zeker wel de helft van de bevolking blij is dat de taliban weer aan de macht zijn.”
“Voor het andere deel van de bevolking is het verschrikkelijk, met name voor vrouwen. Zij konden gaan studeren, hebben zich ontwikkeld en werken nu als arts, leraar of bij een reclamebureau. Ze gaan nu een heel ander leven tegemoet. Stel je voor dat je ineens met een laken over je hoofd moet lopen en alleen nog maar thuis mag zitten om kinderen te baren.”
“De vorige keer dat de taliban aan de macht waren, was het voor meisjes en vrouwen verboden om naar school te gaan of te werken. Het is de vraag hoe de taliban dat nu zullen doen. Ze doen er in ieder geval alles aan om de internationale gemeenschap te overtuigen dat ze redelijk zijn en niemand dwingen om een boerka te dragen.”
Geloof jij dat?
“Ik vind het lastig om in te schatten. Op basis van het verleden heb ik er niet veel vertrouwen in. Maar het valt wel op. Ze kiezen er bewust voor om hun conservatisme te minimaliseren. Kennelijk hebben ze er belang bij dat de westerse wereld hen niet meteen verafschuwt. De taliban proberen zich als een vredelievende beweging te presenteren. Je zou bijna denken: wat een redelijke lui.”
“Het grote verschil met bijvoorbeeld Al Qaeda is dat de de Taliban geen internationale ambities hebben. Er is nog nooit een taliban-terrorist in Europa opgepakt. Het enige wat ze willen is dat de bezetters uit hun land weggaan.”
“Toch zijn veel mensen beducht op wat er gaat gebeuren. Het wordt voor een hoop mensen spannend. Mensen die voor buitenlanders hebben gewerkt, vrezen nu voor een afrekening. Dat is niet onterecht. In de ogen van de taliban hebben zij met de vijand meegewerkt.”
“De vergelijking gaat niet helemaal op, maar het is een beetje zoals na de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Iedereen die met de Duitsers had geheuld, werd gestraft. Met de taliban gaat het nog een tikkeltje verder: door hen word je gewoon dood gemaakt.”
Om welke mensen maak je je het meest zorgen?
“Ik maak me veel zorgen om tolken die voor Defensie hebben gewerkt. Naar mijn weten zijn ze nog steeds niet allemaal weg uit Afghanistan. Zij zijn echt doelwit. Zij worden afgemaakt door de taliban.”
“Daarnaast is er een groep Afghanen die met media hebben gewerkt. Vaak is het een combinatie: ze hebben een beetje voor journalisten gewerkt, een beetje voor de Afghaanse overheid en een beetje voor ngo’s. Zij zijn bang dat de taliban zullen zeggen dat ze met de vijand hebben geheuld. Ik snap goed dat zij daar weg willen.”
Je bent zelf een actie gestart om drie Afghanen naar Nederland te halen.
“Met een groepje Nederlandse journalisten zet ik me inderdaad in voor drie familieleden van Habib Z., mijn tolk in Afghanistan. Hij hielp mij en andere journalisten ons werk te doen. Zijn familie heeft ons altijd ontvangen en mede mogelijk gemaakt dat wij konden werken. Habib zelf is al weg; het gaat om twee zussen en een broer. Ik vrees dat zij gaan sterven als de taliban hen vinden of als buren hen verraden. Het gaat me enorm aan het hart.”
“Ik begrijp dat Nederland in een moeilijke situatie zit. Als we ook aan chauffeurs, koks en schoonmakers en al hun familieleden een visum geven, krijgen wij te maken met een grote stroom aan aanvragen. Maar dit gaat niet om enorme aantallen. Qua mediawerkers hebben we het over zestien personen en zestig familieleden. Dat zijn 76 mensen. Ik heb begrepen dat er ook nog zestig tolken voor de militairen zijn. Het past in een groot vliegtuig, misschien twee.”
“Ik heb altijd geprobeerd onafhankelijk bericht te doen, dus ik zit nu in een spagaat. Maar als je persoonlijke smeekbedes krijgt, ga je toch proberen om te doen wat je kunt. Ik lobby nu voor de levens van die mensen. Ik wil het kabinet oproepen deze mensen te helpen, uit medemenselijkheid. Het is onze verantwoordelijkheid en onze plicht om Afghanen met wie we hebben gewerkt in veiligheid te brengen.”