Toerisme
Oprichter Lonely Planet: "Als wij zeggen dat een restaurant het beste is, dan maken we het kapot"
Het is mei 1991 als een colonne bewapende rebellen op het punt staat met tanks Addis Abeba in te rijden. Het plan is een einde te maken aan het bloederige regime van de communistische dictator Mengistu. Er is alleen één probleem: de rebellen weten de weg niet in de Ethiopische hoofdstad.
En dus wordt Aidan Hartley, de Britse journalist die met de Ethiopische rebellen is meegereisd, ontboden bij de rebellenleiders. Of hij toevallig een kaart heeft? De journalist graaft een verfomfaaid exemplaar van de Lonely Planet Afrika uit zijn tas, met daarin een eenvoudige plattegrond van de hoofdstad. Er staan wat straatnamen op en de namen van hotels en restaurants.
Kort daarna rijden de rebellen Addis Abeba in met in elke tank een kopie van de Lonely Planet-kaart. Linksaf bij het goedkope hotelletje, rechts bij dat leuke restaurant – tot aan het presidentieel paleis, waar ze de macht grijpen. "Voor zover ik weet," zegt Tony Wheeler (71) die over het voorval las in een boek dat de Reuters-journalist later schreef, "is dit het enige regime dat Lonely Planet heeft omvergeworpen."
Het mag dan de enige dictatuur zijn die de Lonely Planet ten val heeft gebracht, heel wat landen en exotische oorden zijn voorgoed veranderd sinds auteurs van de ‘reisbijbel’ er voet aan wal zetten. Waar de Lonely Planet komt, is de veelgehoorde kritiek, volgen massa’s toeristen die de prijzen opdrijven en een monocultuur aan horeca-ondernemingen aantrekken. Een fenomeen dat is omgedoopt tot het ‘Lonely Planet-effect’.
Toen Tony Wheeler 45 jaar geleden samen met zijn vrouw Maureen aan de keukentafel de eerste Lonely Planet schreef, was het maken van verre reizen nog voorbehouden aan een relatief kleine groep avonturiers. Inmiddels is het een massaproduct , onderdeel van een biljoenenindustrie die steeds meer weerstand oproept op plekken die worden platgelopen door toeristen.
Worsteling
De vraag is hoe Wheeler zelf naar deze ontwikkelingen kijkt. In hoeverre voelt hij zich schuldig? "Ik worstel met dit soort thema’s", zegt de Lonely Planet-oprichter. "Het is makkelijk om naar alle nadelen van toerisme te wijzen. Maar kijk naar Afrika. Toeristen komen naar landen als Kenia, Zimbabwe en Tanzania om wilde dieren te zien. Daardoor hebben die dieren waarde. Wat zou een olifant in zo’n land zijn als toeristen het dier niet wilden zien? Het zou een dier zijn dat de oogst platstampt: schiet het neer."
De Wheelers wonen in Melbourne, maar bezitten een tweede huis in Londen. Als we Tony Wheeler daar bezoeken voor een interview, stelt hij voor af te spreken in Stanfords, een bekende reisboekenwinkel vol wereldkaarten en globes in het centrum van Londen. "Ik ben altijd verbaasd dat deze winkel het kan volhouden in een buurt als deze", zegt hij bij binnenkomst.
De winkel staat in Covent Garden, een buurt die tot 1974 bekend stond om zijn levendige groente- en fruitmarkt, maar die nu – schrijft Lonely Planet – "vooral het domein is van toeristen". Ze komen voor winkels als Dior, Tom Ford en Godiva, die zich in de buurt hebben gevestigd. Wheeler: "Vroeger was dit een saaie straat vol industrie, nu zie je overal winkelende toeristen."
Het moet een dubbel gevoel zijn als reisboekenschrijver. Door bepaalde plekken met de wereld te delen, veranderen ze.
"Het heeft even geduurd voor we doorkregen hoeveel invloed we hadden. In de jaren negentig begon het echt op te vallen. Dan liep je een café binnen in Vietnam en zag je op elke tafel een Lonely Planet liggen. We realiseerden ons: als wij zeggen dat een bepaald restaurant het beste is, dan maken we het kapot. Dan wordt het restaurant lui, de toeristen komen toch wel."
"Er is ook een andere kant. Afgelopen jaar ontmoette ik in Australië een Chinese man. Hij vertelde me dat hij als student wilde gaan reizen buiten China, maar hij wist niet hoe dat moest. Je moet je voorstellen: hij behoort tot de eerste generatie Chinezen die konden gaan reizen, zijn ouders hadden nog een vergunning nodig om hun stad te mogen verlaten."
"Deze student kwam in een boekenwinkel de Lonely Planet Nepal tegen. Vervolgens heeft hij zichzelf Engels geleerd via de reisgids en is hij in Nepal gaan reizen. Na zijn afstuderen is hij een reisbureau begonnen dat jonge Chinezen helpt om naar avontuurlijke plekken te reizen waar veel landgenoten niet komen. Hij heef inmiddels zo’n vijftig man in dienst. Dat is allemaal begonnen met mijn reisgids. Zo zijn er veel verhalen van jonge mensen voor wie er een wereld is open gegaan."
Jezus of Mozes?
Als Lonely Planet de reisbijbel is, is Tony Wheeler de reisgod. Hij wordt op de vreemdste plekken herkend door reizigers die hem bewonderen. Op het reisforum thorn tree van Lonely Planet, is naar verluidt eens een verhitte discussie gevoerd of Tony Wheeler de Jezus of de Mozes van het reizen is. Mozes, vonden sommigen, want de Lonely Planet werd niet geschreven maar ‘geopenbaard’.
In het echt is Wheeler een onopvallende verschijning in een wat kreukelige bloes. Hij praat zacht en maakt weinig oogcontact. Pas als hij in een reisverhaal belandt, beginnen zijn ogen te glanzen.
Hoewel hij er nog geregeld interviews over geeft, is de Lonely Planet niet meer in het bezit van Wheeler en zijn vrouw. Het echtpaar heeft de reisgids in 2007 verkocht aan de BBC Worldwide, een deal die hen in een klap multimiljonair maakte. "We werden ouder en onze kinderen zouden het bedrijf niet overnemen", zegt Wheeler daarover. "Bovendien, de digitale wereld werd steeds belangrijker en ik houd meer van boeken."
Lovely planet
Tony en Maureen Wheeler ontmoeten elkaar als twintigers op een bankje in Londen. Niet lang daarna beginnen ze aan een zes maanden durende reis door Europa en Zuid-Oost Azië, die eindigt in Australië. Daar publiceren de Wheelers in 1973 hun eerste Lonely Planet. De gids wordt vernoemd naar de misverstane songtekst van een nummer van Joe Cocker (eigenlijk zingt hij "lovely planet").
Was het moeilijk om ‘jullie’ Lonely Planet los te laten?
"Vlak na de verkoop begon Lonely Planet minireisgidsjes uit te geven zonder hotels er in, alleen met restaurants en cafés. Ik was geschokt. Ik houd van hotels. Het zijn interessant plekken en een belangrijk onderdeel van de reiservaring. En opeens maakten we reisgidsen zonder ze? Ik vroeg ernaar en iemand vertelde me: dit zijn gidsen voor mensen die ergens een weekend heen gaan. Ze zijn niet geïnteresseerd in een hotel, dat hebben ze al lang geboekt."
"Dat is niet mijn manier van reizen. Het is het soort reizen dat leidt tot overtoerisme. Mensen die denken: het weekend komt eraan, zal ik naar Amsterdam of naar Barcelona gaan? Als we dat soort tripjes met hetzelfde gemak over de lange afstand gaan maken, doet dat het milieu geen goed."
U maakt zich zorgen over overtoerisme. Lonely Planet heeft daar ook een rol in gespeeld.
"Je hoort vaak: Lonely Planet heeft een reisgids geschreven over een bepaalde plek, de toeristen kwamen en daarna was het allemaal verpest. Neem Bali. Wij schreven daar een reisgids over toen er bijna geen toeristen kwamen. Mijn vrouw en ik kwamen er voor het eerst in 1972, toen was het heerlijk stil, er was geen elektriciteit in de dorpjes en nauwelijks verkeer."
"We gaan er over een paar dagen weer heen en ik weet nu al dat ik daar een compleet andere wereld aantref. Het is er druk, vol hotels en lawaaierig verkeer. Maar dat is niet allemaal gebeurd omdat wij een boek geschreven hebben over Bali. De regering is in die tijd ook veranderd. Nadat Soekarno weg was, werd het rustiger, toeristen durfden te komen. Vliegtuigmaatschappijen begonnen op Bali te vliegen. Er werden hotels gebouwd. Wij hebben Bali niet verpest, we waren er een factor in."
Dat lijkt me een pijnlijke constatering
"De veranderingen zijn soms negatief. Aan de andere kant: als je de lokale bevolking vraagt naar de veranderingen zeggen ze: vroeger was er geen elektriciteit of verharde wegen. Nu hebben we een auto of een brommer en mijn kinderen kunnen naar school. Het land verandert. We kunnen de tijd niet stilzetten. Je kunt niet tegen mensen zeggen: we willen graag dat je een eenvoudig leven hebt, zonder elektriciteit of geasfalteerde wegen."
"Toen we door begonnen te krijgen wat onze invloed was, hebben we tegen onze auteurs gezegd: schrijf nooit dat iets het beste restaurant is, dan verpest je het. Schrijf: dit is een leuke plek om te eten, maar dat restaurant aan de andere kant van de straat is ook interessant."
Heb u spijt dat u sommige reisgidsen gepubliceerd hebt?
"Nee. Reisboeken maken was mijn vak, mijn passie. Dat is het nog steeds. Als ik reis, neem ik de Lonely Planet altijd mee. Ik was eerder dit jaar in Eritrea, onze gids van dat land was niet fantastisch. Sommige restaurants bestonden niet meer, het busstation stond niet op de kaart. Allemaal dingen die beter konden, dat heb ik de redactie laten weten. Eritrea kan elke toerist goed gebruiken."
"Van sommige landen zou ik willen dat we ze verpest hadden. We hebben een reisgids geschreven over Afghanistan. Ik ben daar in 1972 geweest, toen er nog rugzaktoeristen kwamen en opnieuw in 2006. Veel mensen die ik daar ontmoette verlangen terug naar de tijd dat de toeristen kwamen."
145 miljoen reisgidsen
Inmiddels zijn er 145 miljoen Lonely Planet-reisgidsen gedrukt en reizen meer dan 200 auteurs de wereld over voor nieuwe edities. In 2007 nam BBC Worldwide, de commerciële tak van de Britse publieke omroep, een meerderheidsbelang in de Lonely Planet. In 2011 werd het de volledige eigenaar. Sinds 2013 is het bedrijf in bezit van de Amerikaanse miljardair Brad Kelley.
De reisgids geldt nog altijd als grootste in zijn branche, al worstelt het bedrijf net als veel andere reisgidsen met de opkomst van digitale concurrenten als TripAdvisor. De jaarlijkse ranglijstjes die Lonely Planet publiceert met beste bestemmingen, genereren nog altijd veel media-aandacht. Dit jaar stond Antwerpen op de derde plek van de Europese stedenranglijst. Eerder viel die eer te beurt aan onder meer Gent.
De Lonely Planet wordt de grootste ‘gentrificatiemachine’ in de reiswereld genoemd. Overal waar jullie komen, gebeurt hetzelfde als in arme wijken van grote steden: yuppen komen, de wijk verhipt en voor de voormalige bevolking wordt de buurt onbetaalbaar. Is zo’n omschrijving een compliment of een belediging?
"Ik beschouw het als een feit. Het was niet waar we op uit waren toen we begonnen met de reisgids, maar het is wel gebeurd. Je kunt het zien op Bali, waar je vroeger in hotels geen eigen badkamer had. Het toilet was een gat in de grond, er waren geen douches, er was alleen een mandi – een tank water met een schepje om je mee te wassen. Nu heeft elke hotelkamer een eigen badkamer."
"Het is ook een kwestie van spreiding. We moeten mensen ervan zien te overtuigen niet altijd naar de populaire plekken te gaan. Lonely Planet heeft een campagne gevoerd met de slogan ‘twee straten verderop’. De suggestie was dat het twee straten van de hoofdstraat net zo interessant kon zijn."
"Venetië is het beste voorbeeld: alle toeristen staan opgepropt op het San Marcoplein. Een paar kanalen verderop is het een totaal ander verhaal. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van touroperators en toeristenbureaus van overheden om toeristen verder te laten kijken dan de geijkte plekken."
U bent een bekende reiziger. Probeert u het goede voorbeeld te stellen?
"Ik reis best veel, dus nee. Als ik het goede voorbeeld zou willen geven, zou ik thuis blijven en mijn eigen groenten verbouwen. Als iedereen dat zou doen, zou de wereld een stuk beter af zijn, in sommige opzichten."
"Toerisme heeft positieve en negatieve kanten. In sommige steden zijn er zoveel toeristen dat de mensen ze zat zijn. Maar er zijn ook plekken waar veel jonge mensen geen werk hebben. Dat is destructief voor een land. Toerisme betekent werk. Als je dat wil, moet je de negatieve kanten accepteren."
"Ik worstel wel met dit soort thema’s en ik weet ook niet wat de oplossing is. Ik probeer aan het milieu te denken, niet te veel spullen te kopen en weg te gooien. Mijn vrouw maakt daar grappen over: je doet zoveel moeite en vervolgens stap je op het vliegtuig en was het allemaal voor niets. Sommige mensen blijven thuis om het milieu te sparen. Dat gaat bij mij niet gebeuren. Ik blijf reizen."