NieuwsCoronacrisis
Oppositie stuurt pandemiewet terug naar de Raad van State
De pandemiewet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) moet opnieuw voor advies naar de Raad van State. De voltallige oppositie schaarde zich achter die vraag in de plenaire vergadering van de Kamer.
De meerderheid wilde de pandemiewet graag donderdag nog gestemd zien in de Kamer. Daar is enige spoed mee gemoeid sinds de Brusselse rechtbank van eerste aanleg de huidige wettelijke basis van de coronamaatregelen eind maart onwettig noemde. Het hof van beroep spreekt zich daar ten laatste op 7 juni definitief over uit.
Maar omdat de Raad van State enkel het voorontwerp van de pandemiewet aan een advies heeft onderworpen en de meerderheid de tekst intussen nog heeft aangepast met een reeks amendementen, vond de oppositie van N-VA, Vlaams Belang, PVDA, DéFI en cdH het opportuun om de Raad opnieuw om een advies te vragen voor de gewijzigde passages. De goedkeuring van 50 van de 150 Kamerleden volstaat daarvoor, uiteindelijk steunden 60 parlementsleden het voorstel.
N-VA-fractieleider Peter De Roover benadrukte dat de Raad van State in zijn advies op het voorontwerp zelf zegt dat het definitieve wetsontwerp opnieuw moet worden voorgelegd als de tekst is aangepast op punten die de Raad zelf niet heeft aangehaald in zijn eerste advies. Dat niet doen zou een “ongeziene minachting van de normale procedure en van de Raad van State als instituut” zijn, zei hij. De meerderheid bleef er tijdens de besprekingen van de tekst in commissie altijd bij dat de amendementen wel degelijk hun oorsprong vinden in het eerste advies van de Raad.