ReportageAsielcrisis
Oplossing voor Afghaanse ex-militairen in de Paleizenstraat: ‘Het kan er alleen beter zijn dan hier’
‘Het kan er alleen beter zijn dan hier’, zegt de Afghaanse ex-militair Yassin, als hij een laatste blik werpt op zijn slaapplek in het kraakpand in de Paleizenstraat. Hij en zijn vrienden behoren tot de eerste asielzoekers voor wie Fedasil dan toch een oplossing vond.
De urinegeur is nog even prangend als een week geleden, maar het ziet er iets minder druk uit in het vroegere hoofdkantoor van de belastingen in de Paleizenstraat 48 dat al een maand wordt gekraakt. Fedasil startte donderdag samen met daklozenorganisatie Samusocial met de identificatie van honderden asielzoekers, daklozen, uitgeprocedeerden en niet-begeleide minderjarigen.
Op de tweede verdieping werpt Yassin vrijdag rond tweeën een laatste blik op de kantoorruimte die hij met andere Afghaanse ex-militairen al die tijd heeft bewoond. Hij getuigde daar vorige week over in Zeno. “Er is deze week opnieuw een paar keer gevochten”, zegt Yassin. “Om voedsel, alweer. De politie is zelfs tussenbeide moeten komen. Een man zat helemaal onder het bloed.”
Ontruiming?
Met drie andere Afghaanse ex-militairen volgt Yassin even later op zijn telefoon de instructies die hij heeft gekregen van Fedasil. Metrostation Rogier, lijn 2, in Kunst-Wet overstappen op lijn 1 richting Stokkel. Er is nu opvang voorzien in een leegstaand kantoorgebouw in Sint-Lambrechts-Woluwe. “Er is ons gezegd dat ook dit een voorlopige oplossing is, maar het kan er alleen beter zijn dan hier”, zegt Yassin. “Hier moest je elke seconde op je hoede zijn.”
Volgens het kabinet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor (cd&v) werden gisteren zo’n dertigtal residenten in het bezit van een zogenoemde ‘Bijlage 26’, het bewijs van een gedane asielaanvraag, naar nieuwe opvangplaatsen overgebracht. “Er zijn mensen in dat gebouw die spontaan naar ons toe komen”, zegt de woordvoerster. “Er zijn er ook die contact mijden.” Fedasil hoopt volgende week nog eens duizend extra opvangplaatsen te vinden.
Lees ook
Reportage vanuit Paleizenstraat. ‘Af en toe komen mannen van het zesde naar beneden om eten te stelen. Je verzet je beter niet als ze je viseren. Het beste is: in groep blijven’
Op de derde verdieping, waar vorige week brand uitbrak, zaten vooral jonge Marokkanen. Zij zijn duidelijk voorlopig niet van plan de Paleizenstraat te verlaten. Ook al is de ontruiming bevolen door de Schaarbeekse vrederechter, voelt burgemeester Cécile Jodogne (Défi) er weinig voor om de politie in te zetten. Het kantoorgebouw telt, kelder ingebrepen, zeven verdiepingen.
Fedasil en Samusocial streven naar zo’n tweehonderd identificaties per dag, maar dat cijfer wordt nog lang niet bereikt. De aanwezigheid van overheidsmensen heeft wel gevolgen. “Er zijn mensen vanzelf vertrokken”, zegt Yassin. “Wij zijn in orde met onze documenten, mensen die dat niet zijn, gaan nu op zoek naar andere oplossingen. Ik hoop vanavond vanuit het nieuwe centrum te kunnen videobellen met mijn vrouw in Afghanistan. En mijn dochtertje even te zien. Ze is geboren na mijn vlucht, ik heb haar enkel kunnen zien via het schermpje. Ik hoop haar ooit te kunnen vastpakken, maar zolang de taliban aan de macht zijn, is dat uitgesloten. Ze hebben mijn broers vermoord en ze waren ook op zoek naar mij. Daarom ben ik gevlucht.”