Oostenrijkse minister meent dat ngo's medeplichtig zijn aan verdrinking migranten
Niet-gouvernementele organisaties (ngo's) die reddingsacties doen op de Middellandse Zee zijn medeplichtig aan het toenemend aantal migranten dat op zee verdrinkt. Dat zegt de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken Sebastian Kurz (ÖVP). "De ngo-waanzin moet stoppen", zei hij volgens het Oostenrijkse persagentschap APA tijdens een bezoek aan het EU-grensagentschap Frontex in Malta.
"Er zijn ngo's die goed werk leveren, maar er zijn er ook veel die partners zijn van de mensensmokkelaars", zei Kurz. Zijn uitspraken doen denken aan die van de Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) over Artsen Zonder Grenzen (AZG). Francken tweette deze week dat AZG weg moet blijven uit de Middellandse Zee, omdat hun reddingsacties indirect enkel voor meer doden zorgen. Hij noemde AZG "mensenmokkelaars", maar nam dat woord vrijdag terug.
Kürz had het over niet-gouvernementele organisaties, die donderdag 14 zeemijl voor de kust van Libië naar de plaats van het onheil waren geroepen om mensen in nood te redden. Ze konden slechts vijf lijken uit het water vissen, vandaag werd een zesde lijk geborgen. "Omdat dergelijke rubberboten normalerwijze met 120 tot 130 mensen overladen worden, vrezen we dat het werkelijke aantal doden veel hoger zal uitvallen en dat tientallen mensen meer bij de schipbreuk zijn omgekomen", deelde de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR mee.
Een woordvoerster van de Duitse ngo Jugend Rettet deelde aan het Duitse persagentschap mee dat het niet om om twee, maar om drie rubberboten ging. "Er kunnen dus rond de 300 mensen omgekomen zijn", zei Pauline Schmidt. Vermoedelijk zijn alle inzittenden van de boot gegeleden en verdronken. Op de zes gevonden lijken zijn geen sporen van geweld aangetroffen.
Reddingsboten zijn noodzakelijk
"Het drama van gisteren (donderdag, nvdr) herinnert er ons aan dat op de Middellandse Zee een tragedie plaatsvindt en bevestigt dat reddingsboten noodzakelijk zijn", tweette de woordvoerder van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), Flavio Di Giacomo, vrijdag. Volgens hem wordt nog onderzocht of de migranten door de Libische kustwacht werden gered. "Een tragedie, een collectief falen", tweette UNHCR-woordvoerster Carlotta Sami donderdagavond.
Vrijdag kwam er nog een ander ongeluk buiten de centrale Middellandse Zeeroute bij. Voor de Turkse kust in de omgeving van het Griekse eiland Samos kwamen minstens twaalf van de 22 inzittenden van een rubberbootje om. Zeven migranten konden gered worden, aldus het Turkse persbureau Dogan. Vier mensen worden nog vermist.
Stervensbegeleiding
De nieuwe ongelukken deden zich voor in een week waarin hulporganisaties in slechts vijf dagen 6.000 vluchtelingen en andere migranten op zee in veiligheid brachten, aldus de UNHCR. "Het is een berekende stervensbegeleiding", zei Joshua Krüger van de ngo Sea Watch in de Duitse krant Heilbronner Stimme. De EU heeft de reddingsoperaties van de marine voor de kust van Libië steeds verder in internationale wateren teruggedrongen. Privé-organisaties als Sea Watch voelen zich alleengelaten.
Europees zeereddingsprogramma
Zolang er geen legale vluchtweg naar Europa bestaat, zal het sterven op de Middellandse Zee niet ophouden. We kunnen niet werkeloos blijven toezien, reageren vrijwilligers op de verwijten dat hun werk ertoe bijdraagt dat meer in plaats van minder vluchtelingen op de Middellandse Zee om het leven komen. "We zouden niet hier zijn als we niet nodig waren", zei Laura Lanuza, woordvoerster van de ngo Proactiva Open Arms, die donderdag de vijf lijken had geborgen. "We vullen een lacune van de autoriteiten in, we verrichten humanitair en medisch werk, omdat niemand anders het doet", zei Schmidt van Jugend Rettet. Enkel een Europees zeereddingsprogramma kan soelaas brengen.
In plaats daarvan proberen politici momenteel via onderhandelingen met Libië, waar een burgeroorlog woedt, vluchtelingen van de levensgevaarlijke overtocht naar Europa af te houden. Mensensmokkelaars dwingen de mensen vaak met geweld plaats te nemen op slooprijpe en compleet overladen boten.
De Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken pleitte echter nogmaals om geredde vluchtelingen niet meer naar Italië te brengen. Ze moeten naar Australisch voorbeeld tegengehouden worden en in vluchtelingenkampen buiten de EU ondergebracht worden, luidde het. Maar hulpverleners zeggen dat in de kampen in Libië mensonwaardige toestanden heersen.
22.000 bootvluchtelingen
Sinds het begin van het jaar staken volgens cijfers van de UNHCR bijna 22.000 mensen de zee over, in dezelfde periode in 2016 waren dat er iets meer dan 18.700. Sinds januari zijn er al meer dan 580 mensen omgekomen, het jongste ongeluk niet meegerekend. Hun aantal kan nog veel hoger liggen, omdat vaak niet duidelijk is hoeveel mensen zich eigenlijk op de boten bevonden. De meeste mensen vinden de dood op de centrale route van Libië richting Italië.
Frontex-directeur Klaus Rösler zei dat het voor mensensmokkelaars steeds makkelijker wordt omdat migranten al snel voor de Libische kust worden gered. De smokkelaars moeten slechts twaalf zeemijl buiten de kust van Libië varen om in internationale wateren te komen en dan kunnen ze een noodoproep te maken. De rubberbootjes van de smokkelaars worden steeds gammeler.