Oostenrijk zal niet proberen tot een akkoord te komen over de ontwerprichtlijn over de eenmaking van de markt voor diensten, de zogenoemde Bolkesteinrichtlijn. Dat heeft de bevoegde Oostenrijkse minister gezegd tegenover het Oostenrijkse persbureau Apa. Oostenrijk is tijdens de eerste helft van 2006 voorzitter van de Europese Unie.

Het Europees Parlement zal in januari of februari stemmen over de dienstenrichtlijn. Daarna is het aan de lidstaten om onderling overeenstemming te bereiken, waarna een onderhandeling begint tussen de drie EU-instellingen, Commissie, Parlement en Raad (de vergaderplaats van de 25 lidstaten).

Volgens de Oostenrijkse minister van Economie en Arbeid, Martin Bartenstein (ÖVP), heeft het echter geen zin om te pogen voor midden volgend jaar tot een akkoord te komen onder de lidstaten. Het grootste probleem ligt volgens hem bij het principe van het land van oorsprong: een dienstverlener erkend in eigen land mag overal in Europa aan de slag. De tien nieuwe lidstaten zouden heel sterk vasthouden aan dat principe, diverse oude lidstaten willen zelf enige controle behouden over buitenlandse dienstverleners.

Evelyne Gebhard, de Duitse sociaaldemocrate die in het Parlement rapporteur was voor het dossier, heeft al geprotesteerd tegen de Oostenrijkse houding en wil een akkoord tegen juni. Waarnemers stellen dat de verkiezingen in Oostenrijk in oktober de regering-Schüssel beangstigen.

(Belga)